Hongkong aan de Noordzee

Als Brussel het goed vindt, geeft straks een Chinese gigant de toon aan in de Rotterdamse containeroverslag. Het Hongkongse conglomeraat Hutchison Whampoa, eigendom van selfmade tycoon Li Ka-shing, wil een belang van 35 procent nemen in overslagbedrijf ECT. Voor Antwerpen lijkt die operatie een goede zaak.

Moord en brand schreeuwden de grote rederijen onder aanvoering van P&O Nedlloyd toen Hutchison Whampoa werd opgevoerd als koper van een belang van 35 procent in ECT, dat de containeroverslag in Rotterdam domineert. Zij vrezen dat de Hongkongse havenreus, hoeksteen van het imperium van Li Ka-shing, een te groot marktaandeel krijgt in Noordwest-Europa.

Ook bij de vakbond FNV Bondgenoten stuit de komst van Hutchison naar Rotterdam op verzet. Onlangs legde die het werk bij het containerbedrijf drie uur lang plat. “De enige vorm van sociale zekerheid in Hongkong is een opzegtermijn van een maand”, zegt Frans Dijkman, kaderlid van FNV Bondgenoten en lid van de ondernemingsraad van ECT. “Ik ben in de haven van Hutchison in het Britse Felixstowe geweest. Als je ziet wat daar de laatste zes jaar het beleid is geweest inzake lonen en arbeidsvoorwaarden, dan word je daar niet vrolijk van. Hutchison moet laten zien dat het zijn gedragspatroon op het gebied van sociaal beleid aanpast aan de afspraken die hier zijn gemaakt. De nieuwe aandeelhouders betalen 690 miljoen gulden (zo’n 13,5 miljard frank) voor ECT. Om de aflossing op de investering te kunnen betalen, moet ECT een rendement halen dat het nu niet kan waarmaken. Dat rendement moet dus de komende jaren omhoog. Hutchison wil dat bereiken door verhoging van de tarieven en op langere termijn ook via verlaging van de kosten.”

Dijkman zegt inmiddels garanties te hebben gekregen dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen. Maar een daling van het aantal arbeidsplaatsen met enkele honderden is niet te vermijden.

Met Hutchison Whampoa haalt Rotterdam een bijzonder kapitaalkrachtige aandeelhouder binnen, die havens uitbaat op bijna alle continenten. Tien procent van alle containers ter wereld wordt nu al via havens van Hutchison overgeslagen. Vanuit de thuisbasis Hongkong, waar het bedrijf een marktaandeel van zestig procent bezit, heeft Hutchison havens overgenomen in China, Midden-Amerika en Europa.

De containeroverslag

vormt slechts dertig procent van de activiteiten van Hutchison Whampoa. Het conglomeraat is samen met moederbedrijf Cheung Kong voor 49 procent aandeelhouder in Hutchison, de grootste landeigenaar en huisbaas in Hongkong. Daarnaast is er Hutchison Telecom, de grootste aanbieder van mobiele telefonie in Hongkong. Met de verkoop van een 45%-participatie in de Britse telecomoperator Orange aan Mannesmann, wordt Li Ka-shing nu de grootste aandeelhouder van dat Duitse conglomeraat (zie kader: De man van Orange). Zijn groep bezit voorts o.a. nog drie detailhandelsketens, fabrikanten van bouwmaterialen, een belang van dertig procent in nutsbedrijf Hong Kong Electric en exploiteert hotels en infrastructurele projecten zoals tolwegen.

Li Ka-shing is één van de rijkste mannen van Azië. De nu 71-jarige ondernemer vluchtte in 1940 met zijn ouders van China naar Hongkong, waar z’n vader twee jaar later stierf. De jonge Li moest in het onderhoud van z’n moeder en broertje voorzien, werd verkoper van plastic producten, startte in ’50 zijn eigen fabriekje voor plastic bloemen, en schakelde vanaf de jaren zestig over op vastgoed. Hij werd de grootste immobiliënman in Hongkong en verkreeg in 1979 een 22%-participatie in het handelshuis Hutchison Whampoa.

Superman Li“, zoals de selfmade miljardair wordt genoemd, heeft een uitstekende relatie met de nieuwe Chinese machthebbers in Hongkong en werd zelfs even genoemd als mogelijke chief executive van de stad. Uiteindelijk werd dit zijn vriend, de reder Tung Chee-Wah. Li’s relatie met de Hongkongse democraten rond Martin Lee is troebel. Met de toenemende invloed van de democraten verslechtert het investeringsklimaat in Hongkong – lees: de zakenelite kan minder makkelijk haar zin doordrijven – en lijkt het imperium rond Li zich terug te trekken.

Economisch gaat het er minder goed. Li’s Hongkong International Terminals (HIT) moest vorig jaar genoegen nemen met minder lading dan in het voorgaande jaar. De crisis in Zuidoost-Azië en het verlies van de klandizie van OOCL, een grote Hongkongse reder, veroorzaakten een daling van 6,4 miljoen naar 6,0 miljoen overgeslagen containers. Het bedrijf, waarin Hutchison Whampoa een belang van 88 procent heeft, loopt net als de hele haven van Hongkong tegen de grenzen van zijn expansiemogelijkheden aan.

De reden waarom reders en verladers nog steeds bereid zijn 250 dollar per container te betalen terwijl de prijzen in China door veel lagere landprijzen en arbeidskosten maar de helft zijn, ligt in de betere service en de financiële faciliteiten die Hongkong biedt.

Maar de Chinezen

halen hun achterstand op het gebied van faciliteiten en dienstverlening snel in. De Chinese autoriteiten zetten vaart achter de ontwikkeling van hun havens, waardoor de rol van Hongkong als containerpoort voor het Zuid-Chinese vasteland onder druk komt te staan.

Hutchison zag de bui al vroeg hangen. Sinds eind de jaren tachtig zoekt het conglomeraat de expansie van zijn havenactiviteiten vooral buiten Hongkong.

Eerst richtte Hutchison zijn blik op havens in Zuid-China, die de grootste bedreiging vormden voor de concurrentiepositie van Hongkong. Inmiddels heeft het bedrijf forse belangen in containerterminals in Shanghai en Yantian, met ieder een capaciteit van circa twee miljoen containers en aandelen in zes kleinere Chinese havens.

De Vlaamse transporteconoom Honoré Paelinck (Port & Transport Consulting): “Zo’n wereldwijde strategie loont, omdat het overslagbedrijf dan dienstenpakketten kan aanbieden aan de reders. Dat maakt de overslag efficiënter en uniformer. Eén grote partij staat tegenover een andere wereldspeler. Het hoeft geen betoog dat de invloed van de havenautoriteiten in zo’n marktspel slinkt.”

Begin de jaren negentig streek Hutchison neer in Engeland, waar het concern een belang van negentig procent nam in de haven van Felixstowe.

Het eerste Europese havenavontuur van Hutchison werd een succes. De haven groeide uit tot de grootste containerhaven van Groot-Brittannië. Met een overslag van 2,5 miljoen teu (de standaardmaat die het aantal containers uitdrukt in eenheden van twintig voet) neemt de haven nu de vierde plaats in op de Europese ranglijst van grootste containerhavens.

Na de aankoop van 90%-belangen in de havens van Thamesport en Harwich probeert Hutchison nu met de overname van ECT voet aan de grond te krijgen op het Europese vasteland. Het Rotterdamse containerbedrijf moet de spil worden waaromheen Hutchisons Europese activiteiten draaien.

FEM De Week

WOUTER VAN BERGEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content