Honda VFR800. Gevestigde waarde

Ad Van Poppel medewerker Trends

medewerker Trends 24-10-2007, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:53

Honda verraste in 1982 de motorwereld met de introductie van de eerste 750cc-viercilinder in V-vorm. Tot dan bracht de producent viercilinder-in-lijnmotoren op de markt. De idee achter een V4 is dat je de motor smal kunt houden. Om een optimale koeling te verkrijgen, moesten de ingenieurs wel waterkoeling toepassen. Op dat moment redelijk zeldzaam in motorland.

Inmiddels bestaat de V4-motor 25 jaar in een 800cc-versie met als typeaanduiding VFR. Het model is een gevestigde waarde in het Honda-aanbod. Geen verkoopklapper, maar ook geen muurbloempje.

Dat de VFR nog altijd in het gamma van Honda zit, heeft te maken met de vasthoudendheid van de Japanners. De eerste reeks VF-motoren mocht er dan wel opvallend uitzien (een wegmotor en een customversie), ze vielen niet direct in de smaak van de kopers. Bovendien bleken er bij die eerste machines problemen te zijn met de carburatie.

In 1983 kwam Honda met een sportieve versie, die beter aansloeg. Maar in het modeljaar 1984 kampten die aangepaste modellen met moeilijkheden van de nokkenassen (te weinig smering). In handen van modale motorrijders bleek het blok vaak stuk te gaan, omdat die geen tijd wilden steken in het warmdraaien van de motor en direct veel gas gaven. Honda zette een en ander recht en sindsdien is de VFR betrouwbaar.

Was de VFR in de jaren tachtig van de vorige eeuw een sportieve motor, door de komst van een nieuwe lichting supersport viercilinders-in-lijn (CBR600 en CBR900/1000) werd de VFR een ‘snelle toermotor’. In die niche houdt de VFR zich nu sterk. Het design is racy en volgens de huidige mode ook wat extremer, maar in het gebruik is deze machine minder extreem. De zitpositie is goed, al komt er door het sportievere lage stuur wat druk op de polsen bij filerijden. De remmen laten niets te wensen over. De wegligging is prima. Wat de motor helemaal fijn maakt, is het krachtige V4-blok. Dat is soepel, geeft het vermogen mooi af (dankzij het VTEC-systeem, dat bij lage toerentallen slechts twee van de vier kleppen gebruikt) en laat een grommend geluid horen dat nog fraaier wordt als je de motor hoog in de toeren jaagt. Dat mag ook wel na een kwarteeuw…

Het enige nadeel is de prijs: die valt hoger uit dan bij andere supersportieve motoren van het merk. (T)