Honda Civic Type R

Redactie Trends

21-06-2007, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:52

Een beetje racewagen.

Honda is een motorenbouwer. Ja, die Japanners maken uitstekende auto’s, maar toch bouwden ze hun reputatie vooral met de mechaniek in het vooronder. En daar zit ook de essentie van deze Type R-versie van de Civic: een tweeliter benzinemotor van pakweg tweehonderd pk.

Een viercilinder die scoort met een technologie die destijds door Honda werd ingevoerd en ook in andere, zeg maar gewone benzinemotoren van het merk zit. We hebben het over de zogenaamde VTEC, Engelse afkorting voor variabele kleppentiming. In mensentaal: de inlaatkleppen, die het brandbare mengsel in de cilinders binnenlaten, functioneren niet altijd op dezelfde manier maar passen zich aan de rijsituatie aan. Een technologie die je het best ervaart als je eens echt hoog in de toeren gaat rijden: als je denkt dat het feest voorbij is, dan begint het eigenlijk pas. Deze viercilinder blijft almaar krachtiger optrekken, en produceert een oorstrelend gejoel. Voor wie een beetje van auto’s houdt, is dat een feest. Maar voor wie geen ervaring heeft met dit soort motor, is het dan even schrikken.

Amper 6,6 seconden, en je zit bij honderd per uur. Temeer omdat de VTEC-technologie hier nog verfijnd werd: ze begint nu al mee te spelen bij 5400 toeren, en dat is vierhonderd minder dan in de vorige versie van deze krachtbron. Of die vierhonderd toerkes dan het verschil maken? Toch wel, omdat je iets vroeger kan schakelen en dan met een soepeler rijstijl ook gemakkelijk binnen het toerentalbereik van dat VTEC-effect blijft. Je hebt de indruk dat je altijd en overal trekkracht hebt. Het maximale koppel van 193 Nm zit bij 5600 toeren per minuut, maar een stevige 90 procent ervan wordt al bij 2500 toeren onder de voet geschoven. Dat zorgt ervoor dat de Type R zich soepeler laat rijden dan zijn voorganger. Je voelt zijn bestiale kracht zonder dat je die in de echt hoge toeren moet gaan zoeken. We zouden het ook anders kunnen verwoorden: deze sprinter voelt minder radicaal aan dan zijn voorganger. Hoewel hij even snel is.

Met zijn prestaties blijft de Type R een koersmachien voor de openbare weg. Het uitstekende chassis is daar ook zo voor afgesteld, want toch wel hard afgeveerd, en ook de remmen zijn aan zoveel geweld aangepast. Tegelijk kan je je niet van de indruk ontdoen dat de Type R wat huiselijker is geworden. Meer comfort alom, in het interieur, en vooral praktisch heel handig ingericht. Hij komt met een koffervolume van 456 liter, wat zeer ruim is voor dit soort auto. Met de achterbank neer haal je zelfs 1325 liter. Meer moet dat niet zijn om naar het containerpark te gaan.

We kunnen ons voorstellen dat echte fanaten van de Type R die evolutie misschien niet uitbundig toejuichen, maar wij dus wel. De Civic Type R is er immers toegankelijker mee geworden voor een breder publiek. Minder extreem, zeg maar. Maar het blijft wel een exclusief stuk speelgoed, wat Honda heel subtiel onderstreept door het Type R-logo met serienummer boven de versnellingspook te plaatsen. Je rijdt dus met ‘nummer zoveel’ van een ‘beperkte serie’.

O ja, ook dit nog: als u er echt mee naar het containerpark rijdt, kijk dan toch even uit en denk aan de voorspoiler. De Type R blijft een sportwagen en staat dus laag bij de grond.