“Hoge belastingen leiden tot vlucht gedrag”

Remi Vermeiren is 63 en werkte 43 jaar van laag tot allerhoogst voor dé Vlaamse bank. De voorzitter van KBC zocht nooit de camera’s, de lichten en de glamour. Een bankier is sober en discreet. Remi Vermeiren had als snobistische trekje dat hij supersober en superdiscreet was. Een uitstekende man verlaat een goede bank.

Op Goede Vrijdag, net voor ons tweede gesprek met Remi Vermeiren (63) in grand café L’Ultime Atome in zijn vroegere studentenwijk in Brussel – hij was avondstudent van het Hoger Instituut voor Bestuurswetenschappen – passeert de topbankier nog even langs het gemeentehuis in zijn woonplaats Zottegem. Hij gaat er zijn pensioenpapieren in orde brengen.

Remi Vermeiren cultiveerde de devotie van de afjakkerij. Als u dit leest, ruimt de man na 43 jaar de lades leeg bij KBC. De bankverzekeraar voert geen presidentieel regime en Remi Vermeiren was niet van het master of the universe-soort onder de managers. Morgen is hij een vrije vogel en zal hij voor de eerste maal in jaren geen vijftien uur per dag werken voor zijn enige passie: de bank. Remi Vermeiren is een hardnekkige vrijgezel. Een bon-vivant weigerde hij te zijn. Hedendaagse kunst is zijn vreugde en bliksemafleider.

REMI VERMEIREN (KBC) ( lacht). “Tja, ik hoop van niet. Arno is wel een evenement, hoor ik.”

Als u spreekt over de werkloosheidscijfers en de participatiegraad als reëel probleem in België, zou u dan niet beter zelf tot uw 65ste blijven werken?

VERMEIREN ( spottend). “Als ik over de verborgen werkloosheid spreek, heb ik het niet over de werkloosheid tussen 63 en 65.”

Toen u uw vertrek aankondigde, wekte dat veel vragen op. De juiste reden is nog steeds niet gemeld. Heeft het te maken met de KB Lux-affaire?

VERMEIREN. “Waarom nu niet stoppen, na 43 jaar dienst en op mijn 63ste? Mijn vertrek heeft geen uitstaans met de KB Lux-affaire. In principe bestaat bij KBC de mogelijkheid om af te zwaaien op je zestigste. Bij ING is dat zelfs verplicht. Het is dus niet zo uitzonderlijk. Ik denk dat het goed is voor een instelling dat de voorzitter vijf à tien jaar voor zich heeft. Dat is beter dan een voorzitter – niet dat de voorzitter alles bepaalt – die slechts één of twee jaar te gaan heeft.

“Onze fusie is nog niet helemaal rond, maar we zitten wel over de top. Ik claim niet dat de verdere afhandeling routine zal zijn, maar wel minder inspannend. Ik heb schrik om een jaar te lang te blijven omwille van motivatie- en gezondheidsredenen. Ik neem liever geen risico. Het is belangrijk dat je kan stoppen als – hout vasthouden – de gezondheid behoorlijk is.”

Waarom bent u niet doorgeschoven naar moedermaatschappij Almanij?

VERMEIREN. “Bij Almanij worden de posten uitstekend bezet. Bovendien is er mijn leeftijd: op je 63ste is het daarvoor te laat. Zelf heb ik er nooit aan gedacht en ik vermoed dat ook niemand anders eraan heeft gedacht.”

U beklemtoont sterk uw leeftijd en het uitputtende van de job. Was u dag en nacht bezig?

VERMEIREN. “In zekere zin wel, mentaal toch. Alleen op zaterdag werkte ik niet, maar ik vind dat allemaal wat macho klinken. De kwaliteit en de productiviteit tellen. Maar het is een feit dat je je bijna continu ter beschikking voelt – iets wat ik trouwens normaal vind. Uiteindelijk kan je daar moe van worden en dat ben ik nu ook een beetje. Toch heb ik daar nooit bij stilgestaan. Dat is ook een beetje het gevolg van mijn persoonlijke situatie als vrijgezel. Niemand heeft ooit aan mijn mouw getrokken, ik heb geen enkele rem gekend. Automatisch word je dus meer opgeslorpt. Maar is dat een verdienste? Misschien is het veel verdienstelijker dat iemand die een echtgenote en kinderen heeft zeer veel tijd aan de bank besteedt.”

Hebt u op vrijdag 25 april, uw eerste pensioendag, een decompressiekamer klaarstaan? Zult u uw memoires schrijven?

VERMEIREN. “Tweemaal neen. Ik voel mij niet belangrijk genoeg om memoires te schrijven. Ik denk trouwens dat zoiets een verduiveld moeilijke oefening is. Ik had mijzelf wel voorgenomen om mijn pensioen goed te organiseren en voor te bereiden. Maar ik heb alles gedaan behalve dát natuurlijk. Ik heb niets gepland en niets voorzien. Ik heb daar geen tijd voor gehad, zoals ik zo dikwijls voor mijzelf te weinig tijd heb genomen.

“Ik begrijp de vraag wel, maar ben soms wat geïrriteerd. Tja, wat gaat u nu doen? Mijn bedenking is dan: mag ik eens niets doen? Of althans wat minder doen. Ik denk dat het een periode van drie tot zes maanden van onthaasting wordt. Ik zal het niet missen om niet meer geconsulteerd te worden. Ik heb nooit gestreefd naar een hoog profiel op welk vlak ook.

“Mijn golfhandicap is al tien jaar dezelfde: 36. Daar is dus nog werk te doen. En ik blijf aanwezig in Euronext. Maar hier zal ik niet meer worden geconsulteerd. Ik zal nog even de hulp nodig hebben van mijn goede secretaresse om een aantal praktische zaken te regelen. Dat is het.”

Naar verluidt hebt u een radicale Vlaamse inborst?

VERMEIREN. “Een voorzitter mag niet met zijn politieke overtuiging te koop lopen, want daar wordt de bank automatisch mee geassocieerd. Maar ik vind het normaal mij een Vlaming te voelen. De liefde voor een regio of land is een normaal aspect van de cultuur. In ons land krijgt dat vaak een connotatie van nationalistisch en, spijtig genoeg, van rechts en extremistisch. Ik vind dat bezwaarlijk. Ik verdenk sommige mensen ervan dit te doen om Vlaanderen in een slecht daglicht te stellen. En dat ergert mij.”

Heeft N-VA-voorzitter Geert Bourgeois u opgebeld met de vraag om Walter Capiau te vervangen?

VERMEIREN. “Neen, iemand heeft mij wel eens ingefluisterd dat ik welkom was bij zijn partij, maar dat was niet de N-VA.”

Is bankverzekeren een mode of een blijver?

VERMEIREN. “Het is beslist een blijver. Onze ervaring bij KBC is bijzonder goed. Als u mij vraagt wat er goed is aan de fusie van KB, Cera en ABB, dan is het de samenvoeging van bankieren en verzekeren. Voor de hand ligt de optimalisering van de dure distributie, dus het verzwakken van de vaste kosten. Hoe meer producten je slijt, hoe rendabeler. We hebben de eigen kantoren en de gebonden agenten. We kunnen de klanten van de bank makkelijker naar onze agenten toesturen dan naar een gewone makelaar, die de klant misschien bij een andere instelling zou verzekeren. We boeken forse premie-inkomsten met die synergie. Ik kijk vooral verder dan het technisch-distributieve.

“De bank heeft als taak om vermogen op te bouwen. Beschermen – wat verzekeren is – hoort daar als een tweeling bij. Bovendien, tussen een bank – met haar beleggingsactiviteit – en een verzekeraar – met zijn rentabilisering van de technische reserves – bestaat een grote synergie. Een verzekeraar haalt zijn rendement uit de verstandige belegging van de reserves. In vele gevallen is het verschil tussen zijn premies en de schade-uitkeringen plus de kosten negatief. De toezichthouder van de banken en de verzekeraars wordt één, het risico van een krediet gelijkt op het risico van een schade.”

Blijft u ook achter het bankverzekeren staan in deze periode van dalende beurskoersen en onrendabele portefeuilles?

VERMEIREN. “Absoluut. We hebben bij KBC Verzekeringen geen solvabiliteitsprobleem en moesten in tegenstelling tot sommige Zwitserse banken onze verzekeringsdochter niet bijspringen. Bekijk de combinatie vanuit de twee kanten, niet louter vanuit de bankkant. Een verzekeraar kan een bank eveneens uit de problemen helpen. De problemen zijn trouwens niet veroorzaakt door het bankverzekeren op zich, wel door de daling van de koersen. Het concept blijft steengoed.”

Dus tegen, bijvoorbeeld, 2008 komt er geen ontvlechting van de bank en de verzekeraar?

VERMEIREN. “Neen, neen, neen. Op het niveau van de holding hebben we nu 2000 mensen die voor de bank en de verzekeraar werken. Dat cijfer zal in 2008 hopelijk met twee of drie zijn vermenigvuldigd. Wel ligt de verloning bij de banken hoger dan bij de verzekeraars en dat vertraagt het in elkaar schuiven van de diensten.”

Zou u in durfkapitaal ooit zo ver hebben durven gaan als Mercator?

VERMEIREN: “Niet zover. Mercator is een behoorlijk geleide onderneming, maar heeft waarschijnlijk ietsje te weinig kieskeurig belegd in durfkapitaal, hoewel dat beslist een interessante beleggingsvorm is en blijft. Wie zou het trouwens anders moeten doen dan een verzekeringsmaatschappij, die in een normale conjunctuur op lange termijn belegt – iets waarvoor private equity uitstekend geschikt is? Pensioenfondsen zijn ook actief op het gebied van durfkapitaal , en verschillen wat dat aspect betreft dus niet van verzekeraars. Het durfkapitaal bij KBC zit voor 60 % bij de bank en voor 40 % bij de verzekeringstak.”

Vandaag koopt 38 % van de bankklanten polissen. Hoopt u dat uw bankklanten in de toekomst meer verzekeringsproducten aanschaffen?

VERMEIREN. “In 2001 had 35 % van de bankklanten minstens één verzekeringsproduct van KBC. In 2002 was dat 38 % en het oogmerk in de nabije toekomst ligt op 40 %. Het doel is om meer contracten per bankklant te verkopen. Een rem is de vrees van klanten om te sterk te worden ingekapseld door één financiële instelling. Misschien onderschatten wij die huiver. ASLK en Rabo in België bewijzen dat een penetratie van 45 % hoog is.”

In het begin van de jaren tachtig verschenen overal alarmistische teksten. Banken zouden de nieuwe staalsector worden en er zouden duizenden banen verloren gaan. Anno 2003 lijkt het nog mee te vallen.

VERMEIREN. “Drie jaar geleden vroegen de analisten ons: hoeveel investeert u in internet? Als dat bedrag hen niet beviel, werd de bank afgestraft. Nu keert iedereen minstens terug naar de combinatie kantoren én internet. De alarmsfeer van de jaren tachtig was overdreven en kwam veel te vroeg. Vandaag, door de consolidatie in alle landen, krimpt de tewerkstelling wel, maar een bank is een basisbehoefte die niet zal lijden onder een vervangproduct zoals dat bijvoorbeeld voor staal wél het geval is. Zowel in België als internationaal zie je een dalende trend op het vlak van tewerkstelling, maar een bombastische instorting is er nooit gekomen. Sedert 1998 zijn er bij ons 2000 banen van de 21.000 verdwenen. Wij hebben een kwart van de markt in België. Om de totale neergang te kennen, moet je ons cijfer dus met vier vermenigvuldigen. Je merkt dat de vergelijking met de staalsector niet opgaat. De klant wil nog altijd zijn kantoor. Bricks zullen blijven.”

U zult Europees moeten blijven groeien. Zult u aan uw opvolger adviseren om een bank te kopen in Denemarken of Oostenrijk, landen met een vergelijkbare economie als de onze?

VERMEIREN. “Dat is niet meteen mijn advies. Als het gebeurt, zal het casuïstisch zijn. Overnames, ook bij de banken, worden zelden grote successen. Bij banken gaat het per definitie om vriendelijke onderhandelingen. De koper vertrekt vanuit een zwakke positie, want het banksysteem mag niet destabiliseren. Je betaalt bovendien met de overnameprijs veel van de toekomstige resultaten. Over de grens is de financiële cultuur ingrijpend anders, ondanks Europa. Ik kan niet ontkennen dat expansie voor ons belangrijk blijft, hoewel het geen kwestie is van leven of dood. Je kan elders expanderen door bijvoorbeeld zelfstandige agentennetten te ontwikkelen. Centraal-Europa was een strategische stap terwijl de overnames in de kleinere Europese landen – Nederland, Ierland – geen nieuwe markten zijn. Zij zijn even competitief als de Belgische. Oost-Europa was en is totaal anders qua overnames. Daar werk je in een soort Far West in het hart van Europa.”

KBC zoekt haar tweede thuismarkt in Centraal- en Oost-Europa. Werken de laatste verwikkelingen in Kroatië ontmoedigend?

VERMEIREN. “Niet de problemen in Kroatië. Uiteindelijk zijn we daar een bank met één kantoor en 26 medewerkers misgelopen. Kroatië is niet het grootste land van Europa. We hadden er graag een activiteit opgezet omdat we nu al actief zijn in Slovenië. En de klanten van de Sloveense NLB zijn vaak ook actief in de andere landen van het voormalige Joegoslavië. Zonder NLB zouden we weinig of geen belangstelling hebben gehad voor Kroatië, maar het is nu net wegens NLB dat we geen toelating krijgen. Moedeloos word ik wel eens van de problemen in Polen. Die zijn veel ernstiger.”

De afschrijvingen in de kredietportefeuille van de Poolse dochter zijn inderdaad groter dan verwacht. Een gevolg van de slechte conjunctuur of van een slechte due diligence?

VERMEIREN. “De economische conjunctuur is een oorzaak. Maar de kredietportefeuille was nogal sterk gegroeid. Ik heb daar begrip voor, want het is logisch dat je in een versnipperde markt marktaandeel wil verwerven. Maar de screening van de kredieten of het aanleggen van provisies – dus de opvolging van de kredieten – is inderdaad niet behoorlijk gedaan. Ook niet door de externe auditors. Het probleem was dat de due diligence moeilijk kon worden gedaan omdat we in het begin niet de volledige controle hadden. De Poolse wetgeving is daar erg streng in.

“KBC heeft het voordeel gehad dat ze de participatie in de bank op een vrij goedkope manier kon verhogen. Maar, eerlijk gezegd, dat voordeel betalen we nu terug door de afschrijvingen en de kapitaalverhoging die we moeten doorvoeren. Hadden we het geweten, dan hadden we dadelijk getracht 100 % te verwerven. Maar dat kan alleen met het akkoord van het management en de toezichthouders. Dat is niet evident, want Polen heeft de buik vol van het feit dat zeer veel Poolse instellingen in handen zijn van buitenlandse aandeelhouders.”

Komt er nog vóór 2008 een fusie tussen KBC en KB Lux?

VERMEIREN. “Grensoverschrijdende fusies blijven moeilijk. Met een lichte herstructurering van de groep Almanij kan KBC Bank een rechtstreekse zuster worden van KB Lux en dat lijkt mij aanbevelenswaard. Dan krijg je een plattere structuur, met een bank, een verzekeringsmaatschappij, een afdeling asset management, een private bank en – last but not least – een durfkapitaalpoot. Dat zou mooi zijn, helder en toekomstgericht. Nu zijn wij te versnipperd en ik hoop dat dit binnen de drie jaar kan verbeteren.”

En Almanij of een herdefiniëring van Gevaert binnen de familie Almanij-KBC?

VERMEIREN: “Misschien kunnen we een formule vinden waarbij KBC in Almanij schuift zonder dat de aandeelhouders van Almanij hun interessante controle over ons verliezen.”

Heeft het herschikkingsscenario een rol gespeeld bij de keuze van André Bergen? De man heeft een achtergrond bij Agfa, en dus een culturele verwantschap met Gevaert.

VERMEIREN. “Dat is een gelukkig toeval, niet meer.”

Vroeger keken de grootbanken af en toe neer op KB als bancaire speler. Nu varen jullie als enige nog steeds een onafhankelijke koers. Hebt u daarover een gevoel van Schadenfreude?

VERMEIREN. “Ik heb die periode nog wel meegemaakt, maar niet echt scherp aan den lijve ondervonden. Dat speelde zich meer af in de tijd vóór ik in het directiecomité zat. Maar inderdaad, van sommige collega’s-concurrenten voelde je wel aan dat ze KB wat als de underdog beschouwden. Misschien gedroegen we ons toen ook wat zo. Je merkte soms dat ze wat meewarig en schouderophalend naar ons keken. Maar ik heb eveneens van hen vernomen dat ze aandachtig onze jaarverslagen uitplozen om ons reilen en zeilen te leren kennen.

“Over de huidige situatie heb ik geen leedvermaak. Ik zie het eerder als een extra bevestiging voor ons. We mogen trots zijn op het feit dat onze aandeelhouders hebben standgehouden en dat het management steeds voldoende vertrouwen heeft gecreëerd. Ik heb ook goede relaties met collega’s-concurrenten. Je maakt soms makkelijker vrienden in hetzelfde beroep. Er heerst een soort onuitgesproken solidariteit omdat je met dezelfde problemen wordt geconfronteerd.

“Maar soms bekijk ik de evoluties inderdaad wat meewarig. Ik geloof nogal sterk in het feit dat in een bepaalde regio of een bepaald land een erg lokale bankverzekeraar een voordeel vormt voor de regio, maar ook voor de instelling.”

‘The Banker’ is een gerenommeerd internationaal vakblad. In hoeverre kan KBC daarin op aandacht rekenen?

VERMEIREN. “Ze kennen ons wel, maar ik denk dat we wat onder hun waarnemingsveld vallen om uit te groeien tot een case. Bovendien hangt het al dan niet aandacht krijgen eveneens af van het initiatief dat je daarin zelf neemt. Ik heb een hekel aan andere instellingen die uitpakken met het feit dat ze de eerste of de grootste zijn. Omdat ik in mijn achterhoofd weet wat er allemaal nog niet goed loopt of welke klanten bijvoorbeeld ontevreden zijn.”

KBC heeft de jongste decennia enkele schandalen gekend. Voelde u zich meer unfair behandeld dan andere banken of andere bankiers?

VERMEIREN. “Als de pers of de buitenwacht een bank willen treffen, zoeken ze natuurlijk liever op het hoogste niveau. Maar ik heb niet het gevoel extra geviseerd te worden. Misschien even, tijdens het hoogtepunt van de KB Lux-affaire.

“De onderzoeken hingen wel eens met haken en ogen aan elkaar. Er wordt in een dergelijke context gesproken over experts, maar als twee mensen het totaal met elkaar oneens kunnen zijn, dan zijn het wel twee experts over vaak dezelfde materie. En dat zijn dingen die mij storen. Ik heb daar nooit verbaal op gereageerd.

“Misschien ben ik fatalistisch in die zin dat ik de dingen neem zoals ze zijn en dat ik verwacht dat het allemaal wel losloopt.”

Wat vindt u van de jongste gerechtelijke uitspraak in verband met KB Lux?

VERMEIREN. “Merkwaardig. Maar eerlijk gezegd, heb ik mij daar niet in verdiept. Ik ben geen jurist en heb niet zo veel tijd om daarover na te denken. Misschien is het wel een persoonlijke opinie van één rechter.”

Is dit een eerste stap naar het liquideren van het Luxemburgse bankgeheim?

VERMEIREN. “Ik denk dat in het algemeen – en dat is niets origineels – de tijd van het absolute bankgeheim voorbij is. Transparantie wordt in alle sectoren gepredikt. Dat sommige politici bijvoorbeeld de lonen openbaar willen maken, wijst ook op die tendens. Het bankgeheim zal bij de strijd tegen witwassen en dergelijke verder worden uitgehold. Toch staat het in contrast met de privacywetgeving. Ik kan mij inbeelden dat mensen zich daardoor gepakt voelen. Maar blijkbaar mag je geen beroep doen op de privacywetgeving om je belastingen niet te moeten betalen.

“Tegelijk zou je mogen verwachten dat de belastingen redelijk zijn en geen confisquerend karakter hebben. Te hoge belastingen in België leiden tot vluchtgedrag. Ook moeten de belastingen efficiënt worden aangewend, wat – zoals de Belgische belastingbetaler kan vaststellen – ook niet altijd het geval is. En dat is ethisch evenzeer betwistbaar. Hij die controleert, moet het voorbeeld geven. Daarmee is alles gezegd.”

Is creatief omgaan met belastingen soms een actie van wettige zelfverdediging?

VERMEIREN: “Zo mag je het soms bekijken. Ik heb daar af en toe begrip voor.”

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content