Hoe vermijden we een volgende fabriekssluiting?

Terwijl onderhandeld wordt over ontslagregelingen bij Philips Hasselt, blijft de vraag hoe dergelijke catastrofes in de toekomst kunnen voorkomen worden.

De overheid moet een ernstiger industrieel beleid beginnen voeren, meent Jos Kestens (65), die carrière maakte bij onder meer Philips-MBLE, Siemens en Schneider, en nog de tijd heeft meegemaakt dat de sector rechtstreeks en onrechtstreeks circa 120.000 mensen tewerkstelde. Kestens, nu gepensioneerd, was ook jarenlang technisch secretaris van de Belgische beroepsfederatie van de elektrotechnische nijverheid binnen Fabrimetal.

JOSKESTENS (EX-FABRIMETAL). “Wat er met Philips Hasselt teloorgaat, is de inventieve geest. Terwijl Philips decennia lang de leiding had, is het aan het einde van zijn Latijn gekomen en een gewone concurrent geworden. De groep heeft altijd eerst naar haar dividend uitgekeken, een ziekte die met hun lampenproductie is meegekomen. Op deze relatief eenvoudige producten werd namelijk altijd winst gemaakt. De Nederlanders hebben voortdurend geprobeerd om dat met andere massaproducten te herhalen, maar zonder in die domeinen een kwaliteitsimago op te bouwen. Philips is in België – waar jaarlijks 8 à 10% van de pakweg 4 miljoen tv’s worden vervangen – trouwens nog altijd marktleider in tv-ontvangers, hoewel die positie een serieuze knauw heeft gekregen van de JVC‘s en de Panasonics.”

Is er überhaupt nog hoop voor de Europese consumentenelektronica?

KESTENS. “We zijn nog altijd inventief, maar in deelgebieden. Het Franse Thomson heeft schrikwekkend mooie dingen gemaakt in projectietelevisie. Bang & Olufsen doet het nog goed met zijn design en kwaliteit. Er is Loewe in Duitsland. Bose slaagt er ondanks hoge prijzen in om zich de Cadillac van het geluid te noemen. Gründig komt terug met zijn tv-ontvangers en draadloze hifisystemen. Bowers & Wilkens doet alleen klankkasten maar zijn de top in hun segment door hun inventiviteit.

“Een interessante vraag is waarom Philips met zijn producten uitwijkt naar lagelonenlanden, terwijl JVC en Panasonic nog in Groot-Brittannië komen produceren. Kennelijk gaat de redenering dat men alleen in Azië rendabel kan werken niet op. De oplossing voor Hasselt is mijns inziens niet om productie aan te trekken met de leegstaande gebouwen van Philips als lokmiddel. Als die productie afgelopen is, gaat de fabriek meestal dood.”

Er is steun van Europa via het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, er is steun uit Vlaanderen via het Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen. Dat is toch al heel wat geld voor onderzoek en ontwikkeling?

KESTENS. “Europa subsidieert onderzoek in alle richtingen, maar de industriële component is er meestal niet bij. Dat is wellicht de fout in ons beleid. Aan de universiteiten van Gent en Luik is er bijvoorbeeld in het recente verleden veel onderzoek gebeurd naar moderne klankreproductie, maar er is nooit een bedrijf geweest om deze knowhow te exploiteren.

“Je kan geen beleid voeren op louter Vlaams of Belgisch niveau. Het moet op Europese schaal gebeuren. We zouden een voorbeeld kunnen nemen aan het Japanse ministerie voor Economie, Handel en Industrie. Begin met de knapste specialisten bijeen te brengen om een toekomstbeeld van de maatschappij op te stellen. Vorm comités met de industrie. Waarheen evolueren we en wat is daarvoor nodig? Hoe ziet het toekomstige elektronische entertainment eruit in het huisgezin en wat is de koopkracht? Wat wil de export? Daaruit komen dan prototypes en een lastenboek met specificaties om die producten te maken, waarop alle bedrijven kunnen meedingen. De winnaar krijgt de productie toegeschoven. Op die manier weet iedereen waar we naartoe gaan, er is een visie. En de fabrikant krijgt minstens de ontwikkeling gratis.”

B. L. [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content