HOE DRINKEN WE DE KOFFIEPLAS WEG?

Duizenden boeren en hun gezinnen in Latijns-Amerika en Afrika werden de dieperik in gezogen. Vietnam, dat door zijn steile opgang als nieuw productieland het probleem mee veroorzaakt heeft, krijgt ook klappen. Na een hoogtepunt in 1997 zakte de prijs voor groene koffiebonen in elkaar (zie grafiek: Koffieprijzen van 1989 tot 2003). Koffieplassen op de wereldmarkt zijn de schuldige.

De prijsdaling begon nadat de internationale koffieorganisatie ICO van strategie veranderde omdat de rijke landen in het ICO de aanzwellende voorraden van de producerende landen niet langer wilden financieren. Tot in 1989 hielden producent en consumenten in het ICO de wereldprijs in bedwang. Ongeveer tegelijk blies het Internationaal Monetair Fonds ( IMF) corrupte en inefficiënte staatsorganismen op waarmee ontwikkelingslanden hun interne koffieproductie regelden. De vrije markt moest werken.

Het resultaat: meer productie en lagere prijzen. Om uit de crisis te raken, pleit het ICO voor de vernietiging van 300.000 à 400.000 ton koffie van de laagste kwaliteit. Daarnaast wil ICO dat we met z’n allen, zowel in de productielanden als in de rijke landen, meer koffie gaan drinken. “Als de groei van de consumptie kan verdubbelen tot 3 % per jaar, is de overcapaciteit weg,” aldus het ICO.

Het bewijs: na marketingcampagnes slurpen de Brazilianen dubbel zoveel koffie als de Colombianen en vijfmaal meer dan de Mexicanen. Ook in de rijke landen wordt vooral kwaliteitskoffie in nieuwe smaakcombinaties gepromoot. Maar topkwaliteit blijft een nichemarkt.

De grootste koffiedistributeurs en multinationale groepen vonden nieuwe technieken om de smaak van bittere robustavariëteiten te verbeteren. Zo werd de goedkopere koffiesoort aantrekkelijk én betaalbaar voor consumptie in de armere productielanden. Maar het neveneffect was dat robusta, vermengd met duurdere arabica, ook meer afzet vond in rijkere landen, ten koste van de kwaliteit in het algemeen. Nochtans komen er voortdurend nieuwe gourmetkoffies op de markt van gespecialiseerde huizen als Illy in Italië en de Amerikaanse keten Starbucks. Illy koopt rechtstreeks al zijn dure koffiesoorten bij op kwaliteit geselecteerde boeren, Starbucks slechts 10 %.

Omdat de Belgische consument veeleisend is, kopen de leden van het Belgisch Koninklijk Verbond vanKoffiebranders liefst duurdere koffiesoorten. “België is voor 93 % een arabicamarkt en verbruikt slechts 7 % robusta. De aankoopprijzen variëren volgens de termijnmarkt, maar zeker 10 % wordt aangekocht tegen prijzen die hoger zijn dan de minimumprijzen van Max Havelaar,” zegt Yvan Rombauts, directeur van het Verbond.

Productielanden zijn zich intussen bewust van kwaliteitsvereisten, een van de redenen waarom Aziatische landen Afrika en Latijns-Amerika hebben ingehaald. Maar Colombia en Jamaica investeren nu naarstig in kwaliteitscontrole, technische opleidingen en keurmerken. Brazilië moedigt meer lokale verwerking van ruwe bonen aan. Omdat de beste koffies nog altijd mengelingen zijn van verschillende soorten en oorsprong, houden de multinationale koffieverwerkers vol dat hun verbrandingscapaciteit dicht bij de consument moet staan en dus waar de meeste koffiedrinkers zijn: in de rijke landen.

ICO hoopt dat telers van mindere koffiekwaliteiten andere gewassen gaan verbouwen of fruitsoorten. Maar koffie groeit in specifieke klimaatomstandigheden waar weinig alternatieven zijn. En als ze toch iets anders kweken, staan er tariefmuren in de weg of gesubsidieerde producten uit de rijke landen. Eerlijke handel maakte nauwelijks kans tijdens de mislukte onderhandelingen van de Wereldhandelsorganisatie WTO in Cancún.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content