HOE DE RICHTLIJN BOLKESTEIN WORDT UITGEKLEED

Ondanks protest van de vakbonden in Straatsburg keurt het Europees Parlement vandaag, 16 februari, de dienstenrichtlijn goed. Betekent dit het begin van grootschalige sociale dumping op onze bouwwerven? Kunnen uitzendkantoren nu legaal Poolse arbeiders binnensluizen? We zetten de principes van de gewijzigde Bolkesteinrichtlijn even op een rij.

eXtra informatie op www.trends.be

Op de Trendswebsite vindt u de compromisamendementen van de socialistische en christendemocratische Europarlementariërs, een Oeso-studie over de economische impact van de dienstenrichtlijn en de principiële overwegingen van het Voka.

Vandaag, 16 februari, keurt het Europees Parlement de aangepaste versie van de dienstenrichtlijn goed. Twee dagen nadat de vakbonden nog eens luidkeels in Straatsburg tegen sociale dumping geprotesteerd hebben, blijft er een grote mist over de omstreden tekst van de voormalige EU-commissaris Frits Bolkestein hangen.

Maar alle heisa lijkt een maat voor niets. Na het vrije verkeer van personen en goederen zijn nu de diensten aan de beurt – goed voor ruim 70 % van het bruto binnenlands product in de Europese Unie. Vandaag belemmeren protectionistische maatregelen van de verschillende overheden nog te veel de concurrentiekracht van bedrijven. Dat kost de gemeenschap jaarlijks veel geld. Volgens een recente studie van Copenhagen Economics zou de opening van de dienstenmarkt ons niet minder dan 37 miljard euro en 600.000 extra arbeidskrachten kunnen opleveren. Wie wil er zo’n buitenkans laten liggen? Niemand.

Alleen verwarren de tegenstanders het huidige voorstel met de bestaande detacheringsprocedure en het vrije verkeer van werknemers. De kritiek op illegale tewerkstelling is terecht, maar hun oplossing – weg met Bolkestein – fout. “Integendeel,” zegt Jan Buysse, adviseur Europese Zaken van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka. “Door de liberalisering van de diensten komen de lidstaten onder druk te staan om sociale fraude beter te bestrijden. Zo legt de richtlijn de basis voor een gecoördineerd toezicht op Europees vlak. Door onderling meer informatie uit te wisselen, verhoogt de pakkans voor fraudeurs. Het huidige protectionisme van de lidstaten stimuleert namelijk het gebruik van allerlei achterpoortjes, wat concurrentievervalsing veroorzaakt.”

Bovendien blijkt uit een rapport van Koen De Backer en Leo Sleuwagen, twee professoren Economie aan de KU Leuven, dat liberalisering van de tertiaire sector (alles behalve industrie, land- en mijnbouw) in Vlaanderen de economische groei bevordert en de werkloosheid vermindert. Daarom pleit Voka voor een zo ruim mogelijke toepassing van de richtlijn. Buysse: “Als er niets gebeurt, zal het Europees Hof van Justitie lidstaten blijven veroordelen wegens schending van de interne markt. In die zin is de dienstenrichtlijn een noodzaak om een goed evenwicht tussen markt- en beleidsintegratie te verzekeren door harmonisering van de regels.”

Onderwijs en gezondheidszorg uitgesloten

“Bolkestein breekt echter met de logica dat de arbeidsrechten gelden in het land waar de activiteit uitgeoefend wordt,” schrijft André Mordant, voorzitter van het ABVV, in De Nieuwe Werker. “De dienstverlenende bedrijven moeten enkel nog de wetten van het land waar ze gevestigd zijn naleven.”

Dit is het controversiële principe van het ‘oorsprongland’. “Die term verdwijnt uit de definitieve richtlijn,” zegt Europarlementariër Bart Staes (Groen!). “Net op de valreep legden de twee grootste fracties van het Europees Parlement – de socialisten en de christendemocraten – vorige week woensdag samen een alternatief op tafel. Lidstaten zullen geen bijkomende discriminerende, onnodige of onredelijke beperkingen meer mogen opleggen aan buitenlandse bedrijven ( nvdr – conform de uitspraken van het Europees Hof van Justitie). Bovendien had de betrokken commissie al in november twee amendementen goedgekeurd, die duidelijk stipuleren dat de richtlijn de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten – zoals minimumloon, rustperiodes, overuren, veiligheid en gezondheid – niet in vraag mag stellen. Ondanks alle kritiek op het ‘democratische deficit’ zie je dus dat het Europees Parlement wel degelijk zijn politieke rol vervult. Na de negatieve referenda in Nederland en Frankrijk zijn we erin geslaagd een coalitie over de verschillende partijen heen te bouwen en het oorspronkelijke ontwerp van de Europese Commissie grondig bij te sturen (zie kader: Wat blijft er over van de Bolkesteinrichtlijn?).”

“De oorspronkelijke tekst zou nooit een meerderheid gehaald hebben in het Europees Parlement,” bevestigt Europarlementariër Dirk Sterkckx (VLD). “Er is intussen aardig wat gesleuteld aan de tekst, er is inderdaad zwaar gelobbyd, maar wat nu voorligt, is een goede oplossing.”

De aangepaste versie verschilt in twee opzichten grotendeels van de oorspronkelijke richtlijn. Eerst en vooral wordt een hele reeks van diensten uit de richtlijn uitgesloten. Diensten van algemeen belang (zoals onderwijs) worden niet aan de marktwerking onderworpen. Idem voor de gezondheidszorg. Medische kringen hebben hier zware druk uitgeoefend. De vrees bestond immers dat artsen uit Oost-Europa bijvoorbeeld in België actief zouden worden en zich niet aan de lokale erkenningsregels zouden houden. Of dat de Belgische ziekenhuizen moeten uitleggen waarom ze met specifieke erkenningcriteria werken (het zijn vzw’s, ze moeten financieel gezond en geografisch gespreid zijn). Tegenstanders zeggen er echter niet bij dat de oorspronkelijke ontwerprichtlijn stelde dat landen waar de diensten werden uitgeoefend, hun eigen regels zouden kunnen blijven toepassen over bijvoorbeeld de beroepsvereisten van de gezondheidswerkers.

Ook het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) vindt het een goede zaak dat de lidstaten nog altijd de tarieven en de quota in de geneeskunde mogen bepalen. Diane Struyven, directeur van het Europese departement van het VBO: “Anders liep ons socialezekerheidsstelsel het risico in elkaar te storten. Op dit vlak bestaat er namelijk een grote variëteit in Europa. Tegelijk valt de verplichte uniforme verzekering van de beroepsaansprakelijkheid weg wegens een gebrek aan voldoende dekking. Wel blijft het VBO erop hameren dat het toezicht op de detacheringsrichtlijn volledig in handen van het land van bestemming blijft.”

De angst voor sociale dumping blijkt dus ongegrond. Al benadrukt Dirk Sterkckx dat het oorspronglandbeginsel te ruw was gesteld: “Vergeet ook niet dat er in de richtlijn eigenlijk niets staat over de arbeidsvoorwaarden. Waar de meeste contestatie over bestond, was dat alle controles zouden gebeuren in het land van oorsprong. En dat is vaak een probleem: er moet in het oorsprongland ook worden nagegaan of men de wetgeving naleeft en dat was moeilijk.” Critici waarschuwden er ook voor dat het oorspronglandbeginsel de weg zou openzetten voor een wildgroei aan brievenbusvennootschappen. Bijvoorbeeld: bedrijf X is actief in België, maar omdat in Estland een gunstiger sociaal klimaat heerst, heeft het daar een postadres.

Geen sociale Europol

Toch klagen de vakbonden het gebrek aan controle op deze verplichting aan. Zij geloven niet in het systeem van ‘communautaire verantwoordelijkheid’ en ‘wederzijds vertrouwen’ dat Bolkestein voorstelt. Het voorbeeld van Nederlandse uitzendkantoren die in Vlaanderen reclame maken en tegen belachelijk lage prijzen Poolse werknemers aanbieden op grond van detachering, zegt volgens hen genoeg. De syndicale organisaties steunen het voorstel van Europarlementariër Anne Van Lancker (SP.A) om een Europees netwerk van arbeidsinspectiediensten – een soort van sociale Europol – op te richten. Maar de bevoegde commissaris Vladimir Spidla wierp dit idee onmiddellijk van tafel door te stellen dat gegevens voortdurend worden uitgewisseld. Wel komt er per lidstaat een gemeenschappelijk loket, waar de buitenlandse dienstverleners zich moeten melden. Die meldingsplicht mag echter niet leiden tot een verkapt vergunningenstelsel, waarschuwen de werkgevers.

“Uiteindelijk heeft de hele hetze rond de Bolkesteinrichtlijn een lightversie van de dienstenrichtlijn opgeleverd,” besluit professor Marc De Vos, specialist Europees Arbeidsrecht aan de Universiteit Gent. “De meeste aanpassingen zijn echter cosmetisch. Alleen de uitdrukkelijke uitsluiting van ‘diensten van algemeen economisch belang’ raakt de essentie. In het oorspronkelijke voorstel was dat nog een optie voor de lidstaten, nu niet meer. Wat de arbeidsmarkt betreft, moeten we vaststellen dat de berg een muis heeft gebaard. De nieuwe versie komt niet verder dan enkele tekstuele verduidelijkingen en verbeteringen. Meer was trouwens niet mogelijk. Ook het basisontwerp had het fameuze oorspronglandbeginsel niet doorgetrokken naar de arbeidswetgeving. De demonisering van de richtlijn was in die optiek vooral propaganda. Het oorspronkelijke ontwerp liet de ontvangstlanden al toe om de eigen arbeidsregels aan te houden voor dienstverleners met personeel en om de naleving daarvan te controleren. Dat is ook nu het geval. Niets nieuws onder de zon.”

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content