Hoe bestrijdt u getreiter op het werk?

“Pesten? Bij ons gebeurt dat niet. En trouwens, ze lokken het zelf uit.” Als het over pesten op het werk gaat, vertonen veel managers een opmerkelijk struisvogelgedrag. Toch overkomt het één op tien werknemers. En lijdt ook de werkgever onder het toenemende absenteïsme en verloop. Maar u kunt het voorkomen en bestrijden.

De voorbije maanden zijn heel wat verhalen over pesterijen op het werk opgedoken. Eerst was er het trieste verhaal van de postbode uit Wezembeek-Oppem die het gepest van zijn collega’s niet meer aankon en zelfmoord pleegde. Een postbode uit Berendrecht diende bij het Brusselse gerecht klacht in tegen zijn Antwerpse dienstchefs en de gedelegeerd bestuurder van De Post, Frans Rombouts. De postbode klaagt al vijf jaar over pesterijen in het kantoor van Antwerpen-Groenplaats.

Bij matrassenfabrikant Artilat in Nijlen maakte een afdelingschef het leven van een zestigtal vrouwelijke medewerkers jarenlang zuur met seksistische opmerkingen. De vrouwelijke werkneemsters waren het getalm van de directie om in te grijpen beu en legden eind april het werk neer, samen met hun mannelijke collega’s. Enkele uren later werd de man tijdelijk uit zijn functie ontheven.

Kop in het zand

Een wijdverspreide misvatting is dat het slachtoffer de plagerijen zelf uitlokt, hetzij door zijn gedrag, hetzij door zijn persoonlijkheid. De Zweedse psychiater Heinz Leymann, gespecialiseerd in pesten, noemt dit de mythe van het slachtoffer. Om de sociale uitsluiting van een gepeste collega te verschonen, legt men de schuld bij het slachtoffer zelf. “Hij doet moeilijk” of “zij kan niet met anderen samenwerken”. Al te dikwijls vergeten de collega’s dat ze vroeger wel goed met het slachtoffer konden opschieten. De pesterijen veranderen het oorspronkelijke beeld dat de werknemers van elkaar hebben. Het gaat zoals bij gescheiden koppels. Ook zij lijken te vergeten dat ze ooit van elkaar hebben gehouden.

Bovendien maken collega’s geen onderscheid tussen het karakter van het slachtoffer en de manier waarop die reageert op de pesterijen. Een heftige reactie op pesterijen wordt dan toegeschreven aan het zogenaamde lichtgeraakte of agressieve karakter van het slachtoffer. Bedrijfsarts Philip Mommens van de bank KBC: “Medewerkers die op de een of andere manier uit de toon vallen, lopen het meeste risico om gepest te worden. Het typevoorbeeld daarvan is een andere dan heteroseksuele geaardheid. Maar het kunnen soms ook kleine details zijn, zoals een klein en tenger postuur hebben, met kop en schouders boven de andere medewerkers uitsteken of zwaarlijvig zijn.”

Mommens heeft al vastgesteld dat pesterijen doorgaans gebeuren op afdelingen met een zwak management. In bijna elk pestverhaal blijkt dat de manager niet reageert. Niet alleen omdat die niet weet wat er gaande is, maar dikwijls omdat het hem ontbreekt aan de moed om op te treden.

Hoe voorkomen?

Pesten, seksuele intimidatie of psychische terreur komt in alle bedrijven voor. Afhankelijk van de gebruikte definitie wordt 8% tot 10% van de werknemers gepest. Toch ontkennen de meeste betrokkenen het probleem. Niet alleen de werkgevers houden de lippen op elkaar, ook de slachtoffers en hun collega’s zwijgen als vermoord.

Toch groeit de bereidheid om preventief maatregelen te nemen. KBC werkt momenteel aan een actieplan om pesten te voorkomen en slachtoffers op te vangen. Philip Mommens legt uit hoe het werkt: “Een multidisciplinaire werkgroep, met vertegenwoordigers van de personeelsdienst, de juridische dienst, de vormingsdienst, de medische dienst en de vakbonden, werkt sinds januari een actieplan uit. De nadruk ligt daarbij op preventie, sensibilisatie en het vroegtijdig opsporen van pesterijen.”

Er zal ook aandacht worden besteed aan de opvang van slachtoffers van treiterende collega’s. De bank gaat een netwerk van vertrouwenspersonen ontwikkelen die dichtbij de werknemers staan. In eerste instantie komen de regionale personeelsconsulenten in aanmerking. Die staan immers al in voor de eerste opvang na overvallen. Maar ook verpleegkundigen, bedrijfsartsen of syndicaal afgevaardigden zijn gekwalificeerd om slachtoffers bij te staan. De bedoeling is dat degene die zijn verhaal kwijt wil, zelf kan kiezen bij wie hij dat kan doen.

Hoe de plagerijen bij KBC worden aangepakt, gebeurt in samenspraak met het slachtoffer. Allereerst zal de vertrouwenspersoon de directe chef of de personeelsdienst op de hoogte brengen. Mommens: “Niet alle slachtoffers zijn daarvoor te vinden. Soms volstaat het voor hen hun hart te luchten. We leven dat dan ook na.”

De bank hanteert een ruime definitie van pesten op het werk, namelijk het systematisch uitoefenen van psychisch, fysiek, verbaal of seksueel geweld door één persoon of een groep mensen, meestal tegen één andere persoon, die niet meer in staat is zichzelf te verdedigen. Tegen het einde van het jaar moet de informatiecampagne starten. De sensibilisatiecampagne richt zich zowel naar gepesten als naar hun collega’s. Die laatsten worden aangespoord om alert te zijn voor de signalen en te reageren.

Hoeveel meldingen de bank mag verwachten is onduidelijk. “Ik vermoed dat het aantal meldingen zal stijgen,” zegt Philip Mommens. “Trouwens, zodra bekend werd dat we een werkgroep rond pesten hadden opgericht, kwamen de eerste verhalen al aan de oppervlakte.” Toch gaat KBC geen onderzoek naar de omvang van het probleem verrichten. Op geregelde tijdstippen wordt wel het aantal meldingen geëvalueerd. Half april gebeurde de eerste inventarisatie, in het najaar komt er nog één en enkele maanden na de start van de informatiecampagne doet het antipestteam nog een evaluatie. Op die manier kunnen ze de effectiviteit van het actieplan controleren.

Dure grap

Minister van Arbeid en Gelijke Kansen Laurette Onkelinx ( PS) heeft een wetsontwerp om pesten op het werk te bestrijden. De minister besteedt in het ontwerp aandacht aan preventie en bemiddeling, maar ook aan de bestraffing van de dader.

Elke onderneming moet een preventieplan opstellen. Ook dient een preventieadviseur aangeduid te worden, die tevens de rol van bemiddelaar krijgt. Deze adviseur moet een licentiaat psychologie zijn. Mislukt de bemiddeling van de preventieadviseur, dan wordt de arbeidsgeneesheer ingeschakeld. Slaagt ook hij er niet in om de problemen op te lossen, dan kan de arbeidsgeneesheer de klacht doorsturen naar de arbeidsarbiteur, die een laatste verzoeningspoging onderneemt. Als al deze middelen zijn uitgeput, moet de correctionele rechtbank uitkomst bieden. Bedrijven met minder dan vijftig personeelsleden kunnen een preventieadviseur inhuren bij een externe preventiedienst.

Jaagt Onkelinx met haar wetsontwerp de ondernemingen andermaal op extra kosten? Misschien wel, maar ook niets doen is duur. Gepest op het werk veroorzaakt absenteïsme, een groter verloop, lagere productiviteit, minder flexibiliteit en een gebrek aan motivatie. Ook rechtstreekse aanslagen tegen de organisatie, zoals sabotage en diefstal, nemen toe ten gevolge van pesterijen.

U betaalt mee

Een lange afwezigheid wegens ziekte kost bovendien niet alleen het bedrijf een hoop geld, maar ook de maatschappij. U en ik betalen mee. Oudere werknemers die worden gepest gaan vroeger met pensioen, wat alweer een maatschappelijke tol eist. De Stichting Anti Stalking Anti Mobbing ( SASAM), een nationale organisatie die pesten in het algemeen en in al zijn vormen bestrijdt, berekende dat één slachtoffer van pestende collega’s de samenleving tussen 400.000 en 2 miljoen frank kost. Het aantal slachtoffers in België wordt geschat op een half miljoen. “Een onderneming kan makkelijk vaststellen dat een gepeste medewerker niet meer presteert. Maar men mag niet uit het oog verliezen dat de pester ook niet goed werkt”, zegt Josy Claes, een van de initiatiefnemers achter de zelfhulpgroep Helpende Handen. Deze vzw kreeg in de drie eerste maanden van haar bestaan 180 meldingen van pesterijen op het werk.

Onderzoek naar de omvang van het fenomeen in België is karig. Zweden daarentegen heeft wel een onderzoekstraditie op dit vlak. Daar blijkt 3,5% van de beroepsbevolking gepest te worden en wordt één op tien zelfdodingen toegeschreven aan treiteren op het werk. In Nederland zouden jaarlijks naar schatting 100.000 tot 250.000 personen ten prooi vallen aan sociale terreur op het werk. De meest recente studie over pesten op het werk werd vorig jaar uitgevoerd door Ina D’Haene. Zij schreef een licentiaatsverhandeling over dit onderwerp aan de Vrije Universiteit Brussel. D’Haene ondervroeg een aselecte steekproef uit de Vlaamse populatie en uit tien afdelingen van het ministerie van Economische Zaken. In totaal werden 176 vragenlijsten ingevuld teruggestuurd. Uit de resultaten blijkt dat pesten op het werk ook in Vlaanderen vaak voorkomt.

Bijna een vijfde van de respondenten (19,3%) meldt dat ze in meerdere of mindere mate worden gepest. Ook het aantal getuigen van plagerijen (20,5%) en het aantal respondenten dat op de hoogte is van pesten op het werk (24,4%) wijzen op het veelvuldig voorkomen van pesterijen. Het percentage ligt opmerkelijk hoger dan dit in gelijkaardige onderzoeken in de ons omringende landen. De meeste studies rapporteren een cijfer tussen 8% en 10%. Ina D’Haene: “Dat hoge percentage van 19% is waarschijnlijk te verklaren door de vraagstelling. De respondenten konden aangeven in welke mate ze worden gepest. Zouden ze alleen kunnen kiezen tussen ja en nee, dan zouden slachtoffers die zelden worden gepest veeleer nee antwoorden. Een andere verklaring voor het hoge percentage is de brede definitie van pesten op het werk. Ook sporadische pesterijen werden meegeteld.”

Hilde Vereecken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content