Het zwartboek van de horeca

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

D e Zaak Kooistra, van Joost Van Kleef en Henk Willem Smits, doet toch wel even schrikken. Het duo journalisten, verbonden aan het Nederlandse rijkemensenblad Quote, brengt in het boek de handel en wandel van de Nederlandse horecabaas Sjoerd Kooistra in kaart. De Groninger pleegde eind juni 2010 zelfmoord, nadat steeds duidelijker was geworden dat zijn horecarijkje aan de schulden ten onder ging.

Maar wat voor een wereld wordt in dit boek geschetst. De faam van de Nederlandse horeca is al even besmeurd als die in België. In deze wereld wordt gekonkeld, gefraudeerd, zwartgewerkt, geprocedeerd, gefactureerd noch betaald dat het een lieve lust is. “Zolang ik Sjoerd ken, zolang was hij bezig met het niet betalen van mensen. Tientallen aannemers, leveranciers en andere aanpalende bedrijven heeft hij gehad, ik heb ze allemaal voorbij zien komen”, meldt een voormalige timmerman in dienst van Plassania, de vennootschap van de horecazakenman. “Sjoerd klaagde altijd dat ze hem een poot wilden uitdraaien. Dan denk ik: ja, jij denkt dat, omdat jij zelf altijd iedereen een poot probeert uit te draaien”. Een voormalige medewerker zou hem getypeerd hebben als “Sjoerd de ploert”.

Het boek is uiteraard bijzonder Nederlands. Met in Nederland wellicht zeer bekende cafés, maar waarvan de namen voor een Belg niet altijd vertrouwd in de oren klinken. Maar het werk is veel meer dan dat. De Zaak Kooistra werpt een schunnig en schuins licht op de mechanismen in de horecawereld. Horecabazen sluiten riante kortingdeals, gebaseerd op volumes, met brouwers. Maar die kortingen belanden niet bij de uitbaters. Zij betalen dan, naast huur, een percentage op de omzet. Sjoerd Kooistra zou tot dertig procent hebben gevraagd. Voor de horecabaas was omzetcreatie – zoveel mogelijk bier en andere drank laten vloeien – dan ook het hoogste doel. Op die manier won hij drie keer. Sjoerd kreeg steeds hogere kortingen bij de brouwer, door hogere volumes. De stijgende omzet verhoogde de bijdrages van de uitbaters. En de succesvolle horecazaak deed ook de handelswaarde van de zaak bij een eventuele verkoop klimmen. Veel horeca-uitbaters gingen dan ook over de kop, omdat zo’n zakenmodel voor hen structureel onrendabel bleek.

Toch sloot het net zich rond de zakenman. Niet alleen de relaties met steeds meer gefailleerde horeca-uitbaters raakten vertroebeld. Ook met de brouwers liep het niet lekker. In 2010 keek Sjoerd Kooistra volgens een medewerker aan tegen 75 rechtszaken. Ook InBev Nederland, dat bij het faillissement van Plassania 30 miljoen euro vorderde, is een van die partijen. Maar vooral de Nederlandse marktleider Heineken leidde de dans. De onderneming verstrekte voor 70 miljoen euro middelen aan de horecabaas. Voor Sjoerd Kooistra werd het te veel. Hij was toch al op de terugweg, met vaak verkeerd gekozen interieurvernieuwingen in cafés. In de nacht van 27 op 28 juni 2010 slikte hij een overdosis pillen.

Joost Van Kleef en Henk Willem Smits. De zaak Kooistra. Opkomst en ondergang van een horecamagnaat. Uitgeverij L.J. Veen, 2011. 320 blz, 19,95 euro

WOLFGANG RIEPL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content