Het Web aan banden?

Het internet wordt beangstigend. Pornosites duiken uit het niets op. Virussen. Toenemende reclame. E-mails komen steeds talrijker aan en kunnen niet gestopt worden. Je klikt op OK bij een aankoop via het Web en hoopt dat je geld niet in een bankrekening van een elektronische misdadiger in Lagos verdwijnt. Binnenkort dreigt aanloggen op het internet even gevaarlijk te worden als een nachtelijke wandeling in een buurt die het daglicht schuwt. Is dit doembeeld een overdrijving? Niet wanneer je naar Robert Cailliau luistert. Deze Tongerenaar is in Genève verantwoordelijk voor de internet- en intranet-toepassingen van Cern, het pan-Europees researchcentrum voor deeltjesonderzoek. Hij is één van de grondleggers van het World Wide Web.

TRENDS. Is de chaos op het internet echt zo erg en is dat eigenlijk een probleem?

In het begin ging het er op het internet ordelijk aan toe. De gebruikers waren een homogene gemeenschap, die beschaafde normen hanteerde. Dat is niet langer het geval. Op dit ogenblik heerst de chaos. Misschien zal het weer in zijn plooi vallen. Maar het risico is niet denkbeeldig dat het internet totaal zal instorten en onbruikbaar wordt. Dat zou een regelrechte ramp zijn. Daarom moeten we het internet reglementeren. En het wordt een dringende aangelegenheid.

Een groot deel van uw tijd gaat naar het International World Wide Web Consortium, dat in grote mate de standaarden voor internetgebruik neerlegt. Hoe wilt u het WWW beveiligen?

Televisie is ongenietbaar geworden, omdat het overdreven afhankelijk geworden is van reclame. Dat moeten we op het net tot elke prijs voorkomen. Maar om uit de kosten te komen, hebben de meeste on line-informatieverschaffers advertenties nodig. Schermen worden overbevolkt door reclamevenstertjes en daardoor verloopt het binnenhalen van informatie trager. Ik maak me echter niet te veel zorgen over de snelheidsprobleem. Dat kan je met een grotere bandbreedte oplossen.

Blijft dan nog de toevloed aan reclame. Wat stelt u voor om dat probleem uit te schakelen?

Dat kan je slechts indien je een alternatief vindt om de kosten van de informatieverschaffer te betalen. Misschien moeten we kijken naar een microbetalingssysteem, waarbij iedere internetgebruiker telkens hij of zij een pagina oproept, een nominaal bedrag neertelt. Ik maak me sterk dat de meeste gebruikers bereid zijn te betalen voor informatie, op voorwaarde dat ze een service ontvangen van hoogstaande kwaliteit die ingaat op hun noden.

Hoe moet zo’n systeem concreet werken?

Een internetgebruiker wil bijvoorbeeld een krant of tijdschrift raadplegen. De aanbieder van het artikel kan zelf de prijs bepalen en dan besluit de verbruiker of hij al dan niet bereid is dat bedrag te betalen. Een gewoon artikel zou een halve frank kunnen kosten. Maar wanneer je een echt goed achtergrondartikel wil lezen, betaal je aanzienlijk meer. Indien een site te duur is, zal de aanbieder dat snel ondervinden. Het aantal bezoekers zal immers snel dalen.

Zijn er al soortgelijke systemen in de wereld?

Je kan het enigszins vergelijken met het Franse Minitel-systeem. Minitel maakt gebruik van de telefonie-infrastructuur van France Télécom. De consument kan vanuit zijn luie stoel of vanop een publieke plaats te weten komen welke film in welke bioscoop draait, of welk restaurant een goede rating heeft gekregen in een culinair tijdschrift. Alles tegen bescheiden betaling en zonder ook maar één advertentie.

Gaat de vergelijking wel helemaal op? Bij Minitel betaal je per minuut, en niet per opgevraagde bladzijde?

Inderdaad, en op dat gebied zou je het Minitel-systeem best aanpassen. Maar zelfs deze commerciële fout heeft het succes van Minitel niet belemmerd. Ik ben ervan overtuigd dat indien er geen Europese telecommunicatiemonopolies bestonden ten tijde van de introductie van Minitel, het systeem algemeen verspreid zou zijn. De tweede versie van Minitel kon makkelijk gegroeid zijn tot wat het Internet nu is.

Een verschuiving van het kostenplaatje naar de verbruiker lost het andere probleem – het gedrag van internetgebruikers – niet op.

Neen, daarom stel ik voor dat iedere gebruiker van het WWW een licentie moet ontvangen. Op de openbare weg is het niet anders: iedere chauffeur moet een rijbewijs hebben. En dan kan je een aantal gebruiksvoorwaarden opleggen, parallel met het verkeersreglement.

Aan welke voorwaarden denkt u?

Internetgebruikers moeten weten hoe ze zich moeten gedragen, hoe ze een service provider moeten kiezen, hoe ze zich op het Web kunnen aansluiten, hoe ze e-mails kunnen opstellen, versturen en ontvangen, hoe ze zelf een computerprobleem kunnen diagnosticeren, hoe ze aan zelfcensuur moeten doen en een eigen homepage opstellen. Maar nog belangrijker dan dit alles: weten welke gevaren om de hoek gluren en hoe het internet anderen kan beïnvloeden. Reglementering mag niet ontaarden in het beknotten van de vrijheid van het individu. Ze moet erop gericht zijn het individu te beschermen tegen misbruik. Iedereen is het erover eens dat rijbewijzen op de weg nodig zijn, omdat je anders nog meer doden en gewonden krijgt. Het verspreiden van valse en gevaarlijke informatie kan ook schade toebrengen. Als het zo verder gaat, zullen we ooit moeten vaststellen dat het internet rechtstreeks aanleiding heeft gegeven tot de dood van een persoon. Als dat al niet gebeurd is. Moeten we wachten tot het kalf verdronken is?

forbes stijn depreter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content