Het Vlaamse klimaatplan stinkt

In ruil voor een vrijstelling van energietaksen moeten ruim honderd bedrijven tegen 2012 tot de wereldtop in energie-efficiëntie te behoren. Maar er bestaat geen energietaks. En dit is maar één van de onzinnigheden in het Vlaamse klimaatplan.

Ondanks alle hoogdravende verklaringen blijft het Vlaamse klimaatbeleid dode letter. Behalve de groenen trekt niemand zich iets aan van de strijd tegen het broeikaseffect. Tijdens de parlementaire commissie over het Vlaamse klimaatplan vorige week las Vlaams minister van Energie Steve Stevaert ( SP.A) zonder enig animo zijn verklaring in een sneltreintempo voor. Het was voor iedereen duidelijk dat de minister niet wist waarover hij sprak.

Nochtans ratificeerde België op 12 juli het Kyoto-protocol. Ons land moet tegen 2010 de uitstoot van kooldioxide terugdringen tot 7,5% onder het niveau van 1990. Maar dat is onmogelijk, aldus het federale milieudepartement. Vandaag lozen wij immers 13% meer dan in 1990. Dat betekent een nettoreductie van 20% om onze doelstelling te halen. Zelfs als alle geplande maatregelen worden goedgekeurd, blijft de mogelijke daling volgens de administratie beperkt tot 6%. We komen dus 14% tekort. Hier moeten onder meer de verhandelbare emissierechten een oplossing bieden. De Europese Commissie broedt op een systeem waarbij ook bedrijven emissierechten kunnen verhandelen. Ondertussen kijken de nationale en regionale regeringen de kat uit de boom.

De industrie staat immers huiverig tegenover een te grote overheidsinterventie. Vooral de chemische sector vreest concurrentieverlies. Vorige maand stak de topman van het Duitse chemieconcern Degussa, Jan Van den Bergh, bij de inhuldiging van een nieuwe fabriek zijn afkeer voor het Kyoto-protocol niet onder stoelen of banken. Volgens Van den Bergh dreigt een bijkomende emissieverlaging de rentabiliteit van de sector onderuit te halen. “Bovendien besteedde België tot nog toe alleen maar aandacht aan de industrie, terwijl de moed ontbrak om ook de transport- en de energiesector aan te pakken.” Als repliek verwees economieminister Jaak Gabriëls ( VLD) naar het Vlaamse klimaatplan. Dat ontwerp bevat 33 concrete maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2005 te stabiliseren op het niveau van 1990.

De wereldtop in energie-efficiëntie

Maar er is nog niet veel gebeurd. Begin dit jaar werden wel groenestroomcertificaten voor hernieuwbare energie ingevoerd. En vrijdag 22 november zal de regering haar definitieve zegen geven aan het zogenaamde benchmarkingconvenant. Dan zullen 105 energie-intensieve bedrijven – die samen 74% van het industriële energiegebruik voor hun rekening nemen – een vrijstelling van alle bijkomende lasten op energie (zoals een CO2-taks) kunnen genieten, op voorwaarde dat ze tegen 2012 tot de wereldtop van energie-efficiëntie behoren.

Peter Van Humbeeck, adviseur van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, noemt het convenant de beste manier om de emissies significant te verminderen. “Tezelfdertijd kunnen we de concurrentiepositie, de ontwikkelingskansen en de werkgelegenheid voor een aantal specifieke bedrijven in Vlaanderen vrijwaren.”

“Een maat voor niets,” vindt professor Rudy Verheyen, voorzitter van de Milieu- en Natuurraad (Mina). “Een stimulans voor de energie-intensieve bedrijven om het convenant te onderschrijven ontbreekt. De federale regering heeft namelijk nog altijd geen energieheffing ingevoerd. De overheid heeft dus geen stok achter de deur om de ondernemingen tot actie aan te zetten.”

“Onzin,” repliceert Hubert Van den Bergh van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek ( Vito). “De overeenkomst geeft de energie-intensieve bedrijven juist de kans geleidelijk aan de nodige maatregelen te nemen. Anders lopen ze het gevaar in 2008 verregaande verplichtingen door de overheid opgelegd te krijgen.”

Maar zijn collega Jan Kretzschmar, onderzoeksdirecteur van Vito, waarschuwt voor al te veel optimisme over het convenant. “In Nederland, waar zulke overeenkomsten al sinds 1998 bestaan, vallen de resultaten tegen. Oorspronkelijk hadden ze tegen 2012 een emissieverlaging van 5 à 10 miljoen ton aan CO2-equivalenten voorzien. Uit onderzoek blijkt nu dat op het einde van de rit slechts een reductie van 3,7 miljoen ton bereikt zal worden. De meeste van die energie-intensieve bedrijven behoren namelijk al tot de wereldtop in energie-efficiëntie. Willen we echt de Kyoto-doelstelling bereiken, dan moeten we ons levenspatroon dringend aanpassen. Vooral energiebesparingen in woningen en mobiliteit bieden de beste oplossingen. Maar kunnen of willen de mensen dat wel?”

Kritiek op het klimaatplan

Vorige week uitten de Serv en de Mina-raad hun kritiek op het Vlaamse klimaatplan in het parlement. Beide organisaties zijn blij dat er eindelijk iets op papier staat, maar hekelen het gebrek aan een coherente beleidsvisie en concrete maatregelen.

“Het wettelijke kader ontbreekt,” zegt Serv-adviseur Peter Van Humbeeck. “Als er morgen een nieuwe regering komt, kan alles op de helling komen te staan. Bovendien kunnen alle maatregelen in het klimaatplan maar 37% van de doelstelling voor 2005 realiseren. Hoe de rest opgevuld moet worden, staat niet in het plan.”

In een gemeenschappelijk standpunt drukken de werkgevers en werknemers hun ergernis uit over het getreuzel van de regering. Van Humbeeck: “Het overgrote deel van de maatregelen zijn voorstellen die al jarenlang bestaan. Het benchmarkingconvenant lag meer dan een halfjaar in de lade van Stevaert vooraleer ons advies gevraagd werd.” De Serv dringt aan op snelle actie. De huidige onzekerheid is nefast voor het bedrijfsleven.

Er rijst ook een probleem in de coördinatie, vindt Van Humbeeck. “Op dit ogenblik bereiden de gewesten samen met de federale overheid een samenwerkingsakkoord voor. Maar er is grote onenigheid over de regionale verdeling van de lasten. Wallonië vindt dat elk gewest moet streven naar -7,5%, Vlaanderen verkiest voor gedifferentieerde inspanningen op basis van kosteneffectiviteit. Bovendien zal de nationale klimaatcommissie, waarin ook de gewesten zullen zetelen, zich vooral over de grote lijnen buigen, terwijl juist een goede samenwerking en strikte opvolging bij de uitvoering van de diverse maatregelen nodig is.”

De Vlaamse regering koppelt haar plan ook aan de voorwaarde dat de federale overheid begeleidende acties onderneemt, zoals de invoering van een energietaks. Maar die acties zijn lang niet zeker en zo zet de regering het hele project op de helling.

Eric Pompen [{ssquf}]

“Willen we echt de Kyoto-doelstelling bereiken, dan moeten we zelf ons levenspatroon aanpassen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content