‘Het vertrouwen herstellen is minstens zo belangrijk als besparen’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De nieuwe staatssecretaris voor Fraudebestrijding lijkt vooral de vennootschappen te willen aanpakken. Typisch voor een socialist? “Ik heb er een bloedhekel aan als de discussie op die manier gevoerd wordt”, zegt John Crombez.

” John Crombez is een verstandige jongen”, zegt Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie van Intellectuele en Vrije Beroepen (FIVB). “Maar hier vergist hij zich. Hij wekt de indruk dat steeds meer Belgen, en vooral vrije beroepers, een managementvennootschap oprichten alleen maar om minder belastingen en socialezekerheidsbijdragen te betalen.” Sinds Crombez in een interview de oorlog verklaarde aan de ongeoorloofde praktijken bij managementvennootschappen staat de telefoon bij de FIVB niet meer stil, weet Sap.

De staatssecretaris voor de Bestrijding van Sociale en Fiscale Fraude reageert rustig: “Er wordt een perceptie gecreëerd alsof ik tegen managementvennootschappen zou zijn, vooral door financiële en fiscale experts. Ik begrijp die mensen wel, het gaat om hun broodwinning. Zij raden die managementvennootschappen aan voor hun klanten. De realiteit is dat ik niets heb tegen managementvennootschappen of zelfstandigen. Integendeel, ik heb oren naar hun klachten over de hoge lasten en de vele administratieve verplichtingen. Ik hoop die twee elementen te kunnen verzoenen. Maar ik heb wel een probleem met de excessen van managementvennootschappen, en die wil ik aanpakken.”

Het zijn trouwens vaak zelfstandigen, vrije beroepen en kaderleden die bij hem klagen over de misbruiken, beweert Crombez: “Weet je, heel wat mails die ik van de bevolking krijg, gaan over de managementvennootschappen. Vaak wijzen precies die mensen mij erop dat de toename van excessen een bedreiging vormt voor wie op een correcte manier werkt.”

De excessen die hij wil aanpakken zijn bekend en talrijk: vruchtgebruik, inbreng van een tweede woning of appartement, het verhogen van kosten, feestjes die als fictieve beroepskosten geboekt worden, en ga zo maar door. Crombez: “Via de managementvennootschap kan iemand met een hoog inkomen op een oneigenlijke manier een situatie creëren waardoor hij rechten verwerft die verbonden zijn aan een laag inkomen. Daar heb ik een groot probleem mee.”

“Diezelfde mensen vinden het erg dat ons socialezekerheidsmodel te veel kost of dat de lasten in dit land hoog zijn”, gaat Crombez voort. “En allicht hebben ze tot op zekere hoogte gelijk. Maar net zij verhogen de kostprijs en zorgen ervoor dat het steeds moeilijker wordt om de lasten te verlagen. Ironisch genoeg zijn het vaak degenen die ‘het systeem’ bekritiseren omdat het te duur is, die ervoor zorgen dat het onbetaalbaar dreigt te worden. Daarom heb ik zo’n hekel aan fraude.”

Is de kern van het probleem niet dat de belastingdruk te hoog is? Vroeger hadden alleen topmanagers een managementvennootschap. Nu zijn er steeds meer kaderleden die een beroep doen op een vennootschapsvorm. “Ik zeg al jaren dat de lasten op arbeid in dit land te hoog zijn”, reageert Crombez. “Zonder bankencrisis en begrotingstekort was een lastenverlaging een belangrijk deel van het regeerakkoord geworden. Maar we kampen momenteel met een grote budgettaire schaarste. Aan de bevolking wordt een inspanning van 11 miljard euro gevraagd. Dan lijkt het mij logisch dat die kleine groep die het systeem op een economisch irrealistische manier bezwaart, een halt toegeroepen wordt.”

De managementvennootschap wordt ook getroffen door andere regeringsmaatregelen, zoals de hogere roerende voorheffing op dividenden (nu betalen de meeste managementvennootschappen 15 procent, dat wordt 21 procent) en de beperking van de notionele-intrestaftrek. Crombez kan zich vinden in die maatregelen: “Wanneer keert een managementvennootschap dividenden uit? Als het uitgekeerde loon in verhouding tot de economische realiteit laag is. Anders gebeurt het bij liquidatie. Maar het loon is natuurlijk vaak hoger belast dan de dividenden. Daarom zeg ik: als de band met de economische realiteit zoek is, stopt het.”

Twee prioriteiten

Ter bestrijding van de sociale en fiscale fraude staan in het regeerakkoord 38 lijnen van maatregelen die uitgevoerd moeten worden. Crombez ziet twee prioriteiten: de aanpak van de grote fraude door de inzet van multidisciplinaire teams en het versterken van de interactie tussen Financiën en Justitie. En het koppelen en gebruiken van databanken ( datamining), zowel op Financiën als Sociale Zaken.

De staatssecretaris beseft dat zijn opdracht maar een succes kan zijn als de samenwerking met andere ministers goed is: “Fraudebestrijding is voor het eerst een volwaardige bevoegdheid. Maar het klopt dat ik veel andere bevoegdheden binnentreedt: Financiën, Werk, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken, Justitie. Dat hoeft geen nadeel te zijn. Ik heb met de meeste van die mensen bijzonder goede en intensieve contacten. Een pluspunt is dat de maatregelen heel concreet en gedetailleerd in het regeerakkoord beschreven staan – daardoor worden ze niet betwist.”

Fraudebestrijding moet geld opbrengen: 720 miljoen in 2012, een miljard een jaar later en 1,5 miljard in 2014. Dat is niet niks, in het laatste jaar van de legislatuur spreken we al van 10 procent van de begrotingsinspanning. “De doelstellingen zijn realistisch. Ze liggen niet ver van de bouwstenen van mijn voorganger Carl Devlies”, vindt Crombez. “Maar de maatregelen die ik ga uitvoeren, viseren vooral ontwijking en ontduiking. Als ik succesvol ben, zal dat blijken uit een toename van de geïnde belastingen en sociale bijdragen ( lacht). Hoe beter ik mijn job doe, hoe meer inkomsten voor Steven Vanackere, Laurette Onkelinx en Monica De Coninck. Mij niet gelaten, als we maar resultaat boeken.”

“In de huidige precaire omstandig-heden zijn we als regeringsploeg gedwongen goed en snel samen te werken”, oordeelt Crombez, “Het zou ontoelaatbaar zijn om na een periode van vier jaar stilstand onderling ruzie te maken of spelletjes te spelen.”

Vooral de economische vooruitzichten baren hem zorgen: “Het vertrouwen van ondernemingen en gezinnen zit zeer diep. Volgens mij is het vooral van belang dat we onze economische basis in stand houden. We moeten volgend jaar 11 miljard besparen en toch het perspectief op groei behouden. Dat is een kwestie van vertrouwen. In 2009 hebben de federale en regionale overheden meer maatregelen genomen dan onze buurlanden om het vertrouwen te bestendigen: tijdelijke werkloosheid, meebetalen aan de leningen bij jobverlies… Die strategie heeft gewerkt: we zijn minder diep in recessie gegaan en we zijn er sneller uitgekomen dan onze buurlanden.”

“We staan voor een grotere uitdaging dan drie jaar geleden”, denkt Crombez. “Er is behoefte aan sterke signalen. Als er geen vertrouwen is, neemt niemand nog langetermijnbeslissingen en dat kan nefast zijn. De overheid moet heel goed haar houding bepalen. Indien we begin volgend jaar alleen maar de nadruk leggen op de begrotingscontroles, creëren we misschien een nog groter probleem in de daaropvolgende kwartalen We hebben vertrouwenwekkende of -ondersteunende maatregelen nodig.”

En dan haalt de socialist in de West-Vlaming het op de econoom: “Zoals de index, die de koopkracht van de gezinnen op peil houdt. Zoals de tijdelijke werkloosheid, die ondernemingen in 2009 ademruimte gaf. Maar ik denk ook aan het toekennen van overheidswaarborgen op het spaargeld van gezinnen dat gebruikt wordt om projecten te starten of investeringen te doen. We moeten er alles aan doen om het vertrouwen van de binnenlandse actoren te herstellen op een moment dat de overheid zelf moet besparen. Ik hoor de critici al zeggen: dat zal opnieuw de staatsschuld bezwaren. Maar er zijn manieren waarbij dat niet zo is, en uitzonderlijke periodes vergen nu eenmaal uitzonderlijke maatregelen.”

Van een belasting op het vermogen is Crombez dan weer geen groot voorstander: “Dat kan ongunstige macro-economische gevolgen hebben, zoals de verplaatsing van kapitaal. Maar ik vind wel dat de belastingen op de inkomsten uit kapitaal en die uit arbeid beter op elkaar afgestemd moeten worden. Het liefst zou ik die twee inkomens samen bekijken. Mij maakt het niet uit of je heel veel verdient met kapitaal of met arbeid, als je maar een extra inspanning levert. Gelukkig snappen steeds meer mensen met een hoog inkomen dat. Het is geen toeval dat de miljonairs in Frankrijk en de VS vonden dat een extra taks gerechtvaardigd was.”

Grijze zone

Veel burgers begrijpen niet dat de grote ondernemingen van dit land zo weinig belastingen betalen. Daarbij wordt vaak verwezen naar de notionele-intrestaftrek. Maar er is meer dan dat, vindt Crombez: “De overgedragen verliezen van de banken drukken ook de inkomsten. Een debacle als Fortis, dat sleep je jaren mee.”

Een bijkomend probleem is dat ons fiscaal systeem complex is. Crombez: “De voorbije tien jaar zijn er heel veel aftrekposten bij gekomen, waardoor het systeem aan transparantie ingeboet heeft. Dat maakt het moeilijker om te bepalen wat eigenlijk en oneigenlijk gebruik is. Er zal altijd discussie zijn, je zit altijd met een grijze zone. Maar vereenvoudigen heeft het voordeel dat de grijze zone verkleind wordt.”

PATRICK CLAERHOUT

“Mij maakt het niet uit of je heel veel verdient met kapitaal of met arbeid, als je maar een extra inspanning levert”

“Ik heb niets tegen managementvennootschappen, ik wil enkel de excessen aanpakken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content