“Het verleden is geen uitdaging meer. De toekomst is dat wel”

De liberale vakbond ACLVB stelt zaterdag op zijn congres een nieuwe voorzitter aan. Guy Haaze nam eind oktober immers ontslag. Een donderslag bij heldere hemel leek het. Waarom dat ontslag? En wat nu?

Het interview met Guy Haaze van 20 april 2006 in onze reeks gesprekken met vakbondsleiders.

T waalf jaar lang was de nu 53-jarige Guy Haaze voorzitter van de liberale vakbond ACLVB, het kleine broertje in het syndicale landschap. Eind oktober 2006 kwam het bericht dat de Gentse syndicalist ontslag had genomen. En dat aan de vooravond van de interprofessionele onderhandelingen, waar hij al zes keer de liberale vakbond had vertegenwoordigd. Verschil van visie en een te eigengereid optreden werden aangehaald als reden.

Haaze zelf reageerde nauwelijks. Hij trok zich terug in zijn huis in Drongen, op 300 meter van de drukke Deinsesteenweg en toch bijna landelijk stil. Het modern ingerichte huis moest zich even aanpassen aan de veelvuldige aanwezigheid van een man die twaalf jaar lang veertien uur per dag, zeven dagen op zeven, had gewerkt voor zijn ideaal: de liberale vakbond.

GUY HAAZE. “Voor de buitenwereld was het ontslag onverwacht, maar de discussie was al ruim twee jaar bezig. Ik heb altijd de zaken op middellange termijn bekeken en ben niet alleen met dagjespolitiek bezig geweest. De komende vijf jaren zullen niet gemakkelijk zijn voor de syndicale beweging. De situatie op de arbeidsmarkt is grondig aan het veranderen. Niet alleen door de demografie, maar ook door de verschuiving van de werkgelegenheid van de industrie naar de dienstensectoren. Bij de arbeiders is 80-90 % gesyndiceerd, bij de bedienden maar 20-25 %. Hoe kunnen we de aantrekkingskracht die we hadden bij de arbeiders vertalen naar de bedienden?

“Voorts kampt een vakbond met de regionalisering. Hij heeft het moeilijk zich daarin te positioneren. Op internationaal niveau is er de globalisering en de grotere macht van multinationale ondernemingen. De mogelijkheden van nationale organisaties – vakbonden, werkgeversorganisaties, maar ook nationale regeringen – verminderen. Ten slotte hebben de vakbonden in gans West-Europa al veel leden verloren. In België hebben we dat kunnen tegenhouden. Maar hoe lang nog?

“In die context moeten we ons aanpassen. Op dit ogenblik is de ACLVB een goed gestructureerde organisatie, maar de laatste stap moet nog worden gedaan, met name de aanpassing van de lokale werkmethodes. Mijn idee was meer gedecentraliseerd te werken. Maar je kunt geen autonomie geven als je geen verantwoordelijkheid rond resultaten organiseert. Daarover waren we de voorbije twee jaar aan het discussiëren.”

En die discussie is fataal afgelopen voor u?

HAAZE. “Mijn visie botste met de ideeën van anderen dat we ons vooral moesten bezighouden met de problemen van vandaag. En dus was er twijfel om die bijkomende stap te doen. Als sommigen daartoe niet bereid zijn, dan heb je drie mogelijkheden: ofwel laat je de strijd tussen de twee visies voortgaan, ofwel word je een passieve voorzitter, ofwel stap je op. Samen met de collega’s heb ik die laatste keuze gemaakt. Ik wil geen passieve voorzitter zijn en ik geloof in mijn visie.”

U spreekt van een strijd tussen twee visies, maar in een van de schaarse reacties zei de interim-voorzitter, Luk De Vos, dat hij wel voort wil gaan met de vernieuwing, maar dat het trager moet gaan.

HAAZE. “We hebben ruim twee jaar gepraat over nieuwe methodes. Als het dan nog trager moet gaan, dan heeft het geen zin meer voor mij. Als voorzitter heb ik in al mijn externe contacten veel signalen gekregen die mensen die intern werken niet krijgen. De evolutie van de maatschappij gaat steeds sneller. Je hebt niet meer zoals vroeger veel tijd om beslissingen te nemen en te implementeren. Je kunt niet jaren nadenken over wat moet gebeuren. Want dan word je ingehaald en voorbijgestoken. Dat geldt ook voor het bedrijfsleven en de overheid.

“Met de liberale vakbond hebben we lange tijd vooropgelopen tegenover de andere syndicale organisaties. Dankzij een structuur met korte lijnen en zeer efficiënte en eenvoudige beslissingsprocedures konden wij sneller reageren. Maar de collega’s passen zich ook aan. Ik ben niet overtuigd dat de liberale vakbond nog een voorsprong heeft. We zijn de kleinste van de drie en dus de meest kwetsbare.”

Men verweet u eigengereid optreden. In de krant ‘Het Laatste Nieuws’ werd gesproken over een sponsoring van 1 miljoen euro voor de wielerploeg Yawadoo, die u op uw eentje zou beslist hebben.

HAAZE. “Dat is totaal fout. Het ging over 25.000 euro, dat is 1 miljoen frank. Men verwart dat met 1 miljoen euro. Ten tweede ging het om de wielerploeg ACLVB-Kelly, die tot vier keer per week actief was in kermiskoersen. Die beslissing werd eind 2005 genomen in het uitvoerend comité. Het ging om een contract voor drie jaar. 25.000 euro is peanuts voor de return die we kregen. De ploegleider heeft dit jaar beslist om te stoppen en hij is naar Yawadoo gegaan. Ons contract is daarmee vervallen. Ik heb met Yawadoo geen enkel contact gehad. Dit is volledig uit de lucht gegrepen.

In de wandelgangen is te horen dat u de beslissingen rond de stichting van de internationale vakbond, begin november in Wenen, helemaal naar u trok.

HAAZE. “Ik stond aan het hoofd van het internationaal departement van de ACLVB. En die was hiervoor verantwoordelijk. Dit is in het nationaal bureau in juni besproken. Er was maar één kandidaat om mee te gaan, een secretaris van La Louvière.”

Er wordt gezegd dat u uw kinderen een job in de vakbond heeft bezorgd.

HAAZE. “Mijn oudste zoon heeft zes jaar geleden een functie in de vzw Beweging voor Internationale Solidariteit gekregen. Dat is in het uitvoerend comité beslist. De functie werd toen vacant verklaard en er waren maar twee kandidaten: de dochter van een secretaris van Antwerpen en mijn zoon. Mijn zoon werd gekozen en de andere kandidaat werd aangeworven in Brussel en is daar zes maand later vertrokken.”

De functie was enkel intern vacant verklaard?

HAAZE. “Dat was vroeger de procedure. Pas als er intern geen valabele kandidaten waren, ging men extern zoeken.”

Uw zoon werkt daar nu nog?

HAAZE. “Hij blijft daar werken omdat men vindt dat hij goed werkt. Mijn jongste zoon was mijn chauffeur. Een chauffeur wordt altijd aangeworven door de directe chef en moet een vertrouwenspersoon zijn. Als je denkt dat die jongen daar echt gelukkig mee was of dat chauffeur van zijn vader zijn toekomst was… Die functie bestond en bestaat nog. Dat is niet het creëren van posten. Mijn jongste zoon heeft nu een job gevonden bij een Nederlandse firma die in Vlaanderen werkt.”

Bent u in een zwart gat gevallen?

HAAZE. “Neen. Het is niet van de ene dag op de andere gebeurd. Ik was al een jaar bezig met vragen stellen over de zin van 14-15 uren per dag werken, zeven dagen in de week en bijna geen vakantie nemen. Ik had geen gezinsleven meer. Ik ben bereid dergelijke offers te brengen, maar alleen als het evolueert zoals ik denk dat het moet evolueren. Ik heb voor het eerst sinds zeer lang een paar weken kunnen ontstressen.”

En dat is u goed bevallen?

HAAZE. “Het was nodig. Ik kijk nu uit naar een nieuwe uitdaging. Het is niet de bedoeling al op vervroegd pensioen te gaan. Met het Generatiepact moet iedereen tot zijn 70 jaar werken (lacht). Ik heb nog zeventien jaar te gaan. Ik heb enkele contacten. Mijn basisopleiding, economie, is nog altijd interessant. Ik ben ook altijd veel dingen zelf blijven doen: personeelsbeleid, informatica, investeringen. Dat voordeel heb ik nu.”

Er wordt gezegd dat u in de politiek zou gaan. Klopt dat?

HAAZE. “Er is contact geweest met VLD-voorzitter Bart Somers. Als ik kan deelnemen aan de visie van de partij, dan wil ik wel op een lijst staan. Als het is om alleen maar misbruik te maken van mijn bekendheid, dan niet. Maar ik ben meer een doener dan een belover. Ik heb nu vooral contacten in het bedrijfsleven. Met beloftes geraak je daar niet ver. Het gaat om het nemen van beslissingen.”

U gaat naar de andere kant van de barrière?

HAAZE. “Ik heb dat nooit zo beschouwd. Bedrijven hebben dezelfde moeilijkheden als de vakbonden. Ook zij worden geconfronteerd met het verlies aan beslissingsbevoegdheid. Ze moeten ook een aantal dingen ondergaan, terwijl ze vroeger meer konden sturen. Ze moeten beter leren inspelen op nieuwe omgevingsfactoren.”

Bent u gecontacteerd of hebt u zelf het initiatief genomen?

HAAZE. “Het zijn allemaal mensen die mij gebeld en gevraagd hebben mijn cv op te sturen omdat ze in hun bedrijf iemand kunnen gebruiken met een ervaring als de mijne. Mijn nieuwe functie zal te maken hebben met vertegenwoordiging en communicatie, nationaal of internationaal. Of met het begeleiden van structuurveranderingen in bedrijven.”

Wanneer tekent u ergens een contract?

HAAZE. “Tegen eind maart moet een en ander duidelijk worden. Een contract in de privésector maakt de grootste kans.”

U hebt op maatschappelijk vlak gewogen. Als u voor een bedrijf kiest, dan gaat u meer micro werken. Zal u dat erg missen?

HAAZE. “Het zal een hele aanpassing zijn. Het enge micro-effect zal moeilijk zijn. Mijn nieuwe functie zal zich dus altijd in een breder kader moeten situeren. Maar geen enkele organisatie, bedrijf of partij kan het zich nog veroorloven om alleen naar zichzelf te kijken. Een helikopterzicht is nodig, ook voor een bedrijf.”

Er zijn twee kandidaten voor uw opvolging: de Vlaming Jan Vercamst en de Brusselaar Frederic De Clerck. De grote favoriet is Vercamst, van wie wordt gezegd dat hij uw grootste tegenstander was.

GUY HAAZE. “Dat was hij inderdaad. De verantwoordelijkheid ligt bij het congres. Wie het ook wordt, de nieuwe voorzitter zal blijk moeten geven van dossierkennis en visie.”

Was Frederic De Clerck iemand die u steunde?

GUY HAAZE. “Hij komt vanuit de basis. Hij was een van de voornaamste vakbondsafgevaardigden van Sabena en hij doet de luchtvaartsector, die altijd een belangrijke sector is geweest voor de liberale vakbond. Door Sabena is hij zeker op de hoogte van de snelle veranderingen in de maatschappij.”

Vreest u dat deze episode een achteruitgang kan betekenen voor de ACLVB?

GUY HAAZE. “Laat ons hopen van niet. Als de nieuwe voorzitter op een andere manier een grotere vooruitgang kan verwezenlijken, dan zal ik dat zeker toejuichen. Ik vond dat we nu een grotere sprong konden maken dan in het verleden. Ik heb de ACLVB op de kaart gezet de voorbije twaalf jaar. We zijn elk jaar vooruitgegaan en ik ben erin geslaagd om vanaf 2000 toegang te krijgen tot de internationale organisaties. Daarvoor hielden de andere vakbonden ons tegen. Ook in de media zijn we erop vooruitgegaan. Het voordeel van de nieuwe voorzitter is dat hij met een gezonde en modern gestructureerde vakbond kan starten. Hij heeft alle middelen om er het beste van te maken. Er zal geen verontschuldiging zijn om na enkele jaren te zeggen dat de resultaten niet goed zijn.”

Hebt u gefaald? Zijn er punten waar u het beter anders had gedaan?

GUY HAAZE. (denkt even na) “Men zegt altijd dat je voor 20 % met je werk moet bezig zijn en voor 80 % kijken wat anderen doen. Ik ben altijd 90 % met het werk bezig geweest. Die verhouding was niet gezond. Ik heb aan den lijve ondervonden dat het beter is iets meer tijd te besteden aan het in het oog houden van uw omgeving. Ik had iets minder moeten doen en iets meer de interne relaties verzorgen. Ik rekende op een cascadesysteem. Maar als je collega’s de zaken niet doorgeven op dezelfde manier, dan loop je vast. Je moet ervoor zorgen dat je ideeën in de hele organisatie doorgang vinden en niet tot op bepaalde niveaus alleen.”

Het is toch bijna een levenswerk, een ideaal dat niet gelukt is.

GUY HAAZE. “Ik heb 18 jaar een topfunctie gehad: zes jaar directeur, twaalf jaar voorzitter. 18 jaar van de 30. Op den duur krijg je een soort déjà vu-effect. Ik heb zes keer het interprofessioneel overleg gedaan. Ik heb alles meegemaakt wat je kunt meemaken, zowel intern als extern. Misschien is het niet slecht dat er eens iemand anders de kans krijgt. Misschien is een snellere rotatie beter voor de toekomst. Je mag niet teren op wat je verwezenlijkt hebt. Je moet steeds opnieuw een uitdaging zoeken. Daarom moest ik naar de middellange termijn kijken. Dan zijn er uitdagingen genoeg. Het verleden is geen uitdaging meer. De toekomst is dat wel.”

EXTRA INFORMATIE OP WWW.TRENDS.BE

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content