Het tweede leven van Creafund

66 Vlaamse zakenlui hebben 25 miljoen euro, de toegang tot hun netwerk en hun industriële ervaring veil voor Belgische groeiondernemingen. Creafund-voorzitter Tony Vandewiele neemt het roer over van wijlen Aimé Desimpel.

Het durfkapitaalfonds Creafund II is uit de startblokken geschoten. De afgelopen negen maanden werd tussen de 25 en 30 miljoen euro vers geld opgehaald, en de eerste investeringen zijn rond. Het leven na het voortijdige overlijden van ondernemer, VLD- parlementslid en voormalig Creafundvoorzitter Aimé Desimpel gaat gewoon verder.

“Het overlijden van Aimé vinden we heel betreurenswaardig. Het was voor iedereen hier een groot verlies, maar het meervoudige aandeelhoudersschap is zeker in staat om die plotse leegte op te vullen,” klinkt het bij Dirk Haerinck (35) en Herman Wielfaert (35), de gedelegeerd bestuurders van Creafund. Sinds Creafund I in 1997 het licht zag, werd het fonds in de pers en in de volksmond vaak beschreven als ‘het fonds van Aimé Desimpel’ of ‘het fonds van de West-Vlaamse ondernemers.’ Klopt niet (meer), vinden de beheerders.

“Zes jaar geleden stonden tien ondernemers aan de wieg van Creafund I, die elk één tiende van het kapitaal inbrachten,” zegt Haerinck. “Toegegeven, Desimpel was voorzitter en later werd hij met 7% een van de zes grote aandeelhouders – maar niet de grootste. Ook niet in Creafund II. Het kapitaal van Creafund I groeide van 2,5 miljoen euro tot ongeveer 34 miljoen euro en 56 aandeelhouders sloten zich aan.” Ook de mythe dat de aandeelhouders allemaal West-Vlamingen zijn, wordt ontkracht. Wielfaert: “60% van onze aandeelhouders is West-Vlaming. De andere komen uit alle andere hoeken van het gewest.”

Een veilig gevoel

Tony Vandewiele (56) is galant, de rust zelve en discreet als bijna elke andere West-Vlaming. Nog nooit vertoefde hij zo lang in de aanwezigheid van de pers, en wat onwennig laat de nieuwe voorzitter van Creafund zich voor het eerst in zijn carrière fotograferen. Christophe Desimpel nam wel zijn vaders plaats in als bestuurslid, maar het voorzitterschap werd door de aandeelhouders toevertrouwd aan Creafundaandeelhouder van het eerste uur Antoine ‘Tony’ Vandewiele. De telg uit de West-Vlaamse familie Vandewiele stond mee aan het roer van het familiebedrijf Weefgetouwen Vandewiele, tot aan de verkoop in 1993 aan de familie Beauduin. Na de verkoop werd Vandewiele bestuurder van enkele vennootschappen en was hij medeoprichter van Creafund I.

Het voorzitterschap geeft Vandewiele een veilig gevoel. “Ondernemen is gevaarlijk. Van de tien pogingen leidt er misschien één tot succes,” legt hij uit. “Bij Creafund zijn we omringd door professionele collega’s die twee of drie keer nadenken vooraleer ze een beslissing nemen. Ik heb me voorgenomen geen investeringen meer op eigen houtje te doen. Van Aimé Desimpel heb ik geleerd dat je moet kunnen delen, zowel de winsten als de verliezen.”

Creafund kan bogen op de ervaring van klinkende namen uit diverse industriële sectoren. In de raad van bestuur van Creafund II zetelen naast de twee bestuurders en de voorzitter, (gewezen) ondernemers als Didier Wybo ( Wymar Plastics), Gino De Raedt, Bernard Dossche, Philippe Vande Vyvere ( Bouwgroep Matexi), Christophe Desimpel, Leo Watteeuw ( Tandwielconstructie Watteeuw), Marc de Hantsetters ( Western Diamond Tool), Jacques Pollet, Phillipe d’Heyghere ( Stow) en Marc Dewaele ( Lomat). De Hantsetters en Dewaele zetelen ook in het directiecomité. Het managementteam is intussen uitgebouwd tot vier mensen, en daar komt in de volgende maanden een nieuwe investeringsmanager bij.

Creafund II heeft het statuut aangenomen van een commanditaire vennootschap op aandelen, waardoor het fonds flexibel nieuw kapitaal en nieuwe aandeelhouders kan aantrekken. “Amper drie aandeelhouders van Creafund I zijn niet in het tweede fonds gestapt,” zegt Wielfaert. “Daarentegen heeft Creafund II wel een twintigtal nieuwe partners verwelkomd. In de toekomst kunnen er nog kapitaalverhogingen volgen, afhankelijk van de economische behoefte.” Bij de oprichting van Creafund II werd het toegestane kapitaal op 50 miljoen euro vastgelegd.

Van ondernemers voor ondernemers

De resultaten van Creafund I staan in schril contrast met de rode cijfers die sommige andere durfkapitaalfondsen optekenen. In 2001 werd beslist om het fonds stop te zetten en de meerwaarden geleidelijk aan om te zetten in cash. Eind 2001 werd al 7,5 miljoen euro of 743 euro per aandeel uitgekeerd. Afhankelijk van het moment van instap bedroeg het rendement voor de aandeelhouders toen tussen de 8% en 24,8%.

Ook in het moeilijke jaar 2002 presteerde Creafund I in vergelijking met de sector goed, en moest het management slechts 12% waardevermindering op zijn portefeuille prijsgeven. Die noteert nog altijd 45% boven haar oorspronkelijke inbrengwaarde. De succesfactor heet ‘industriële begeleiding’. Aandeelhouders van Creafundfondsen zijn geenszins stille vennoten. Van hen wordt verwacht dat ze optreden als een soort pro-Deoadvocaten. Heeft een van de participaties een probleem, dan doorploegt het management van Creafund zijn databank op zoek naar de geschikte aandeelhouder om de knoop te ontwarren. Aandeelhouders wordt gevraagd om hun contacten te gebruiken en hun kennis en ervaring ten dienste te stellen tijdens onderhandelingen met leveranciers en klanten.

“De meeste aandeelhouders houden zich aan die regel,” zegt Haerinck. “Ook bij het screenen van een potentiële participatie rekenen we op hun expertise. Telkens als een dossier in vergevorderde staat van acceptatie is, contacteert het managementteam aandeelhouders om het dossier door te lichten en mee bedrijfsbezoeken af te leggen.” Ooit ondernamen ze een trip van driehonderd kilometer met maar liefst acht Creafundvertegenwoordigers. “Wees maar zeker dat dat indruk maakt,” lacht Vandewiele.

Maar ook de constante gedrevenheid naar de optimalisatie van aandeelhouderswaarde verklaart het succes. Faillissementen worden bijna niet getolereerd. Wielfaert: “In 2002 hebben we al onze tijd gestoken in het managen van de overgebleven participaties, waarvan enkele – mede door het slechte economische klimaat – in een kritiek stadium beland waren.” Voor het management van Creafund loont elke mogelijke recuperatie van het ingelegde geld de moeite om het management van de participatie te helpen bij een herstructurering, ook al is Creafund vaak maar een minderheidsaandeelhouder. De voorbeelden zijn legio: E-Port NV-Call It (inpassen binnen de USG-groep), WH Selfinvest (actieve medewerking aan de omvorming van de strategie, nadat bleek dat het originele businessplan niet opkon tegen de concurrentie van Keytrade), Bullinger-Butterei (concentratie op de kernbusiness na een mislukte marktpenetratie) enzovoort.

Starters worden groeiers

Terwijl met Creafund I ongeveer 32 miljoen euro werd geïnvesteerd in 41 (voornamelijk startende) ondernemingen, wordt met Creafund II alleen uitgekeken naar participaties in innoverende en groeiende ondernemingen met een sterk management. “We richten ons naar ondernemingen waarvan de eigen kasstroom onvoldoende is om verdere expansie te bekostigen,” licht Haerinck toe. De investeringsbedragen zullen tussen de één en de 2,5 miljoen euro schommelen, waarmee Creafund een plaats inneemt in de onderste regionen van het middensegment.

De strategiewijziging is een gevolg van de mogelijkheden die Creafund ziet in het grote KMO-potentieel dat België heeft, maar waarin veel KMO’s kampen met de gevolgen van de kredietschaarste of met een opvolgingsproblematiek. “Bovendien heeft het eerste fonds ons geleerd dat we onze ervaring en kennis beter kunnen toepassen op ondernemingen die al een product hebben ontwikkeld en op de markt hebben gebracht, dan op startende ondernemingen,” aldus Wielfaert. “Ten slotte is het ook belangrijk dat een participatie in een groeiondernemingen sneller gevaloriseerd kan worden dan in een startend bedrijfje.”

Drie investeringen zijn al rond, een dossier uit de transportsector staat op het punt getekend te worden, en twee andere dossiers zijn in ver gevorderd onderzoeksstadium. De eerste investering van Creafund II komt uit eigen huis. Transics, een producent van boordcomputers voor vrachtwagens, wordt overgenomen uit Creafund I. Daarenboven trekt Creafund II 1 miljoen euro uit voor de nakende kapitaalverhoging bij het bedrijf. De twee andere financieringen zijn participaties in het Nesbic Buy Out Fund (2 miljoen euro) en in IBt ‘B’(1,25 miljoen euro), een producent van radiotherapeutische implantaten voor lokale kankers.

“Het is de bedoeling om per jaar drie of vier participaties te nemen,” aldus Wielfaert. “Vervolgens kijken we ook of we een handje kunnen helpen in de participaties van bevriende fondsen in moeilijkheden.”

Maar dringen de Vlaamse industriëlen de al felgeplaagde Belgische starters niet nog meer in het nauw door die strategieverandering? “Niet noodzakelijk,” vindt Vandewiele. “Via het Flanders Business Netwerk dat we met de GOM West-Vlaanderen hebben opgericht, vangen we dat marktsegment op. Bovendien staat het elke aandeelhouder vrij om zelf als business angel op te treden. En wees maar zeker dat sommigen van hen dat doen.”

An Goovaerts [{ssquf}]

An.goovaerts@trends.be

In 2001 bedroeg het rendement voor de Creafundaandeelhouders tussen de 8% en 24,8%.

Creafund II trekt 1 miljoen euro uit voor een kapitaalverhoging bij Transics.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content