Het sprookje van de Superboom

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Zo’n zeven jaar geleden begon men overal ter wereld Superzaad te verkopen. Sommige zaadjes waren spotgoedkoop en de verkopers toonden de kopers enkele foto’s, zelfs video’s, van exotische bomen die onwaarschijnlijk hoog waren gegroeid. Uit bepaalde hoeken leken de foto’s van die bomen wel bossen te vormen. Sommigen spraken van een Nieuwe Boscultuur. En landbouwdeskundigen bevestigden dat door genetisch gemodificeerde zaden er wel degelijk nieuwe boomsoorten waren ontstaan.

Koop voor het te laat is. Toen wou iedereen, ook de niet-professionele bosaanplanters, Superzaad kopen. Niet omdat men enig verstand had van bomen of bossen, laat staan van selectief rooien, aanplanten, mesten of van plantgenetica. Maar men kocht goedkoop en overal doken nieuwe kopers op die nog veel meer wilden betalen.

Aanvankelijk waren er nog veel sceptici. En de gespecialiseerde pers, behalve het overenthousiaste Fortuin-boom, bleef erg sceptisch. Nog nooit waren er in de loop van de geschiedenis bomen geweest die tot in de hemel groeiden. Welnu, schreef Fortuin-boom, dat bewijst juist hoe verstandig het is nu het Nieuwe Zaad te kopen. De nieuwe biotechnologie maakt dingen mogelijk waarover we vroeger alleen in sciencefiction konden schrijven. Koop voor het te laat is! En steeds meer mensen kochten het superzaad.

Maar, zo schreven enkele sceptici, buiten wat bamboescheuten hebben we nog niet veel gezien. Inderdaad, reageerde men nu ook al in Financiële Boom, reken eens uit wat één zaadje kost en wat één boom kan opbrengen. Geduld, beste mensen, eerst investeren en dan pas hakken en zagen. En dat investeren viel best mee. De prijs van het zaad vertienvoudigde. Wie vroeg had gekocht, was al rijk geworden. Wat zou dat worden als de bomen echt zouden groeien?

Toch bleven er enkele sceptici. Vooral Economische Boom waarschuwde voor onzachte landingen. Maar die stem werd weggehoond. Sommigen oordeelden zelfs dat het woord boom alleen nog in de Engelse betekenis van economic boom zou mogen worden gebruikt. En toen ook Economische Boom en zelfs Boom Trends beseften dat ze voortdurend lezers aan het verliezen waren aan nieuwe tijdschriften zoals N-Boom en Hemelboom, waren ze wel verplicht zowat de helft van hun pagina’s te wijden aan de Nieuwe Boom.

Peren van een kilo. Niet alleen kopers en journalisten bewezen het grote gelijk, maar stilletjes aan waren er ook ervaren fruittelers die het beu waren elk jaar zo hard te moeten werken om zo weinig fruit te oogsten. Ze verlieten de boomgaarden van de oude fruitbomen en gingen in de Nieuwe Plantages werken. Het aantal sceptici nam nog meer af. Een of andere droogstoppel merkte op dat tijdens de goldrush vooral de leveranciers van schoppen rijk geworden waren. Maar dat was praat voor de vaak. Gerenommeerde boomscholen organiseerden seminaries over Nieuwe Boom. Er werden leerstoelen rond dit onderwerp opgericht. Heel zwak weerklonk soms de vraag: uit welk hout is die leerstoel gemaakt?

Het hek was helemaal van de dam toen zelfs zeer gerenommeerde boomadviseurs zich niet langer lieten uitbetalen in dollars of euro, maar in zaden van de nieuwste soort. Er waren ook al indicaties dat de Nieuwe Fruitboom peren zou dragen van een kleine kilo. Volgens sommige verpakkingsdeskundigen zelfs al voorverpakt in schijfjes en verrijkt met vitamine A2 en B12. Vitamine B12? Dat bestaat helemaal niet. En voorverpakte peren? Dat is toch al te gek. Maar ja, wie nog vasthangt aan het verleden en de schitterende beloftes van de toekomst niet wil zien, is gedoemd arm te blijven. Wie te veel nadenkt over elke stap, staat zijn leven lang op één been.

En er zouden nieuwe industrieën ontstaan: houten huizen, houten boten, houten karren. Industrieën die waren vergaan en vervangen door milieubelastende alternatieven omdat de bomen nu eenmaal niet groot genoeg waren en minder buigbaar. Met de Superboom zou het anders worden: lang, soepel en stevig. En bovenal: milieuvriendelijk.

Waar is het hout? Maar helaas kosten plantages veel geld. Je moet irrigatiesystemen aanleggen, je moet arbeiders in dienst nemen, je moet toch nog selectief telen, je moet vermijden dat het zaad uit de bodem wordt gestolen of gewoon wegspoelt, je moet mensen betalen om je boekhouding te voeren, en je moet die heel zorgvuldig controleren, en bovenal moet je klanten vinden voor je Superhout. En die klanten wisten alleen nog maar dat x of y of z het superzaad had. Maar tientallen anderen hadden het ook. Dus moest iedereen gaan adverteren, verkopers in dienst nemen, pr-activiteiten organiseren. En dat bleek ook al veel geld te kosten. En de eerste rechtszaken doken op: jij hebt mijn formule van Superzaad gekopieerd met behulp van reverse bio-engineering. Niemand begreep wat dat was, zeker de rechters niet. Dus duurden de processen lang.

Toen begon de twijfel binnen te sluipen. De reden was heel eenvoudig. Buiten wat kiekjes van sequoiabomen in Californië en spectaculaire groeicijfers van bamboe kon bijna niemand mooie bomen tonen, hout zagen en het verkopen. Steeds luider klonk de roep: waar is het hout? Mensen gingen in hun kelders kijken waar ze het zaad hadden opgestapeld. Hier was het beschimmeld, daar was het verrot. Niemand wilde het nog kopen.

Beschaamd vroegen de houthakkers, de fruittelers en zelfs Masters in Boom Administratie of ze weer in de gewone plantages mochten gaan werken. Er werd weer naar biologen geluisterd, die nog maar eens uitlegden dat je wel degelijk grotere bomen kan kweken, dat ze heel grote stappen voorwaarts hadden gerealiseerd. Maar zo voegde de bekende bioloog professor Spangreen er glimlachend aan toe: “Zelfs deze bomen groeien niet tot in de hemel.” Zijn verklaring stond op de eerste pagina van elke boomkrant.

Minder aandacht kreeg een berichtje op pagina vier: “Canadees bedrijf beweert pil te hebben gevonden die de menselijke creativiteit verviervoudigt.” Maar sommigen waren er snel bij en kochten als eersten aandelen van het Canadese Superdrug Inc, dat de volgende jaren ongetwijfeld gensters zou slaan.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content