Het spaarboekje, uw redder in nood

Ondanks de negatieve reële rente staat er een recordbedrag van 230 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. Door de crisis ziet de consument geen veilige alternatieven meer voor het vertrouwde spaarboekje. Het aantal Belgen dat niet meer aan sparen toekomt, stijgt. Dat blijkt uit een enquête van Roularta en Centea/Landbouwkrediet.

Als u geld op een spaarrekening zet, krijgt u een basisrente aangevuld met een getrouwheidspremie voor de bedragen die minstens twaalf opeenvolgende maanden op het boekje staan. Een spaarrekening brengt gemiddeld nog maar 1,25 procent op (basisrente plus getrouwheidspremie). Een aantal nichespelers als Fortuneo, NIBC en MoneYou geven 2,65 procent. De inflatie op jaarbasis bedraagt 2,75 procent: de Belgen verliezen dus koopkracht door bedragen op hun spaarboekje te zetten.

Zoeken naar veiligheid

In oktober organiseerde Roularta samen met Centea/Landbouwkrediet een online-enquête over sparen, waaraan bijna 3500 Belgen hebben deelgenomen. De respondenten blijken zeer ontevreden over het rendement van hun spaarboekje. Ze zijn zich er ook van bewust dat hun koopkracht wordt aangetast door geld op een spaarrekening te laten staan.

Toch houdt de meerderheid vast aan haar vertrouwde spaarrekening. De respondenten geven daar verscheidene redenen voor. De crisis heeft een grote risicoaversie doen ontstaan. De voorbije jaren hebben heel wat spaarders massa’s geld verloren aan risicovolle beleggingen als aandelen, aandelenfondsen en gestructureerde producten. Spaarboekjes daarentegen bieden een kapitaalgarantie. Er zijn geen kosten aan verbonden, het geld is altijd beschikbaar en ze hebben een vast rendement. In het slechtste geval verliest de houder een deel van de getrouwheidspremie als hij geld binnen het jaar van zijn rekening haalt.

78 procent van de deelnemers aan de enquête houdt omwille van de veiligheid vast aan zijn spaarboekje – ondanks de negatieve reële rente. Slechts 26 procent belegt in aandelen en 36 procent in beleggingsfondsen. Ook een investering in vastgoed wordt beschouwd als een veilige belegging. Op de vraag ‘Stel dat u morgen 100.000 euro mag sparen of beleggen. Voor welke spaar- of beleggingsvorm zou u dan kiezen?’ kiest 39 procent ervoor om het geld te besteden aan een huis. Ook beleggingsfondsen met kapitaalbescherming scoren goed op die vraag.

Consumenten die zweren bij het spaarboekje, kiezen het beste voor een formule met een hoge getrouwheidspremie. De basispremie kan op elk moment worden aangepast. Dat is niet het geval voor de getrouwheidspremie: die ligt vast vanaf de storting en geldt voor de volledige twaalf maanden dat het geld op het spaarboekje blijft staan. Er zijn zes spaarrekeningen die een getrouwheidspremie van 1,50 procent geven: BKCP Loyalty Spaarrekening, Fortuneo Plus Fidelity, Keytrade High Fidelity, NIBC Direct getrouwheidsrekening en Rabobank.be Plus Account. Een volledig overzicht van de tarieven vindt u op www.spaargids.be.

Spaargeld spreiden

Sinds de bankencrisis, waarin grootbanken zoals Fortis, KBC en Dexia in de problemen kwamen, is de consument er zich van bewust dat een bank over de kop kan gaan. In geval van zo’n faillissement biedt de overheid een garantie tot 100.000 euro per spaarder en per bank. Uit de enquête blijkt dat 70 procent van de respondenten klant bij minstens twee banken is. Dat is ongetwijfeld een gevolg van de bankencrisis: door hun geld te spreiden over meer dan één bank kunnen spaarders per bank aanspraak maken op de bescherming tot 100.000 euro (zie kader Het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten).

Het spaarboekje heeft ook een fiscaal voordeel tegenover andere beleggingsproducten, vooral na de verhoging van de roerende voorheffing van 15 naar 21 procent en de invoering van een extra belasting van 4 procent boven op de voorheffing van 21 procent voor wie per jaar meer dan 20.020 euro aan roerende inkomsten heeft. De eerste schijf van 1830 euro intresten op een spaarboekje is vrijgesteld van roerende voorheffing, al denkt de regering eraan die vrijstelling af te schaffen. Belgen zijn erg gevoelig voor de belasting op de opbrengst van hun beleggingen. Dat is ook merkbaar bij tak21-verzekeringen en beleggingsfondsen van het kapitalisatietype, die zijn ontsnapt aan de verhoging van de roerende voorheffing: in 2012 hebben die meer spaargeld aangetrokken.

De klap van de crisis

Door de economische crisis spaart de Belg minder dan vroeger. Zes op de tien zeggen dat ze minder kunnen sparen dan een jaar geleden. Eén op de vijf deelnemers aan de enquête komt niet meer aan sparen toe. 32 procent van de mensen die wel nog geld kunnen opzijzetten, spaart 100 à 300 euro per maand.

Als we peilen naar de motieven van spaarders, zegt 57 procent dat ze geld opzijzetten om een reserve aan te leggen voor tegenslagen en slechtere tijden. Vooral in de leeftijdscategorie tussen 45 en 55 jaar wordt gespaard voor een aanvullend pensioen. De Belg wordt er zich dus meer en meer van bewust dat hij zelf iets moet ondernemen om zijn levensstandaard na zijn pensionering hoog te houden.

De economische crisis heeft ook een weerslag op het bestedingspatroon van de Belgen. Bijna 60 procent van de respondenten heeft de afgelopen maanden bespaard op zijn uitgaven. Ze beknibbelen vooral op energie, vakanties, hobby’s, geschenken, restaurantbezoeken en kleding. Ze kopen niet zozeer minder kleding, maar wel minder dure merken.

Financiële ongeletterdheid

De enquête onderzocht ook de relatie die de Belg onderhoudt met zijn bank. Een minderheid – 30 procent – is slechts klant bij één bank. De Belgen gaan steeds minder langs bij hun bankkantoor. 41 procent gaat slechts een paar keer per jaar, vooral om geld van een rekening te halen. Een minderheid (28 %) vraagt beleggingsadvies aan zijn bankier.

Op de vraag welke kwaliteiten belangrijk zijn voor een bank, antwoordt 82 procent van de respondenten dat ze verwachten dat hun bankier hen spontaan op de hoogte brengt van interessante beleggingen, leningen en andere manieren om hun geld beter te doen renderen. De Belg verlangt ook transparantie van zijn bank. Ze moet duidelijk communiceren over de aangeboden rendementen en de aangerekende kosten. Op dat gebied hebben de banken nog werk voor de boeg. Maar ook de spaarder heeft hier een taak: initiatieven tot meer transparantie hebben alleen succes als de financiële kennis van de consument verhoogt. De financiële ongeletterdheid van de Belgen blijft groot. Gebrek aan financiële kennis houdt de spaarder en de belegger klein. Ook de overheid moet meer initiatieven nemen om de transparantie van de financiële instellingen te verhogen. Vooral de fiscale regelgeving voor spaar- en beleggingsproducten kan duidelijker en eenvoudiger.

89 procent van de deelnemers vindt ook het positieve imago een belangrijke eigenschap van een bank. Banken die niet hebben geleden onder de schuldencrisis en niet in het nieuws komen omdat ze het spaargeld van hun klanten slecht hebben beheerd, boezemen nu eenmaal meer vertrouwen in.

JOHAN STEENACKERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content