HET POKERSPELLETJE VAN EVONIK

De chemiegroep Evonik Degussa Antwerpen geeft haar arbeiders 3 procent loonsverhoging bovenop de index. Daarmee strijkt het zijn concullega’s tegen de haren in.

BERT LAUWERS

Evonik Degussa is daarmee de eerste onder de groten om de cao-onderhandelingen op bedrijfsniveau voor zijn arbeiders af te ronden. Dat akkoord dient bijna traditioneel als leidraad en precedent voor cao-gesprekken bij andere bedrijven in de Antwerpse chemiecluster.

Dat Evonik 3 procent bovenop de index toekent, is opmerkelijk, omdat de bonden in het globaal cao-akkoord voor de sector enkele maanden geleden een maximale loonsverhoging van 0,3 procent hadden afgesproken. Maar wat bij Evonik is gelukt, moet ongetwijfeld ook kans op slagen hebben bij de andere chemiebedrijven, mogen de vakbonden nu denken. Een gentlemen’s agreement was hier dus zeker op zijn plaats geweest.

De vakbonden voeren aan dat na de moeilijke jaren 2008 en 2009 de tijd rijp is om de werknemers mee te laten genieten van de betere tijden in de sector. Evonik verdedigt zich dan weer door te stellen dat het geen keuze heeft, door het nijpende personeelstekort in de sector. De komende vijf jaar moeten in de Vlaamse chemie 10.000 van de 65.000 werknemers vervangen worden. Evonik wil naar eigen zeggen met de loonsverhoging de aantrekkelijkheid van de firma voor nieuwe werknemers bevorderen, de huidige werknemers aan zich binden en ouderen stimuleren om langer aan het werk te blijven.

De houding van Evonik is helaas kortzichtig omdat de groter dan verwachte loonsverhoging mogelijk de aanzet geeft tot een nodeloos opbod tussen bedrijven die allemaal in hetzelfde vijvertje van werknemers vissen.

Yves Verschueren, de topman van de sectorfederatie essenscia, ondermijnt bovendien de argumentatie van Evonik. Hij wijst terecht op het gevaar dat hoofdzetels van bedrijven gaan zoeken naar manieren om de totale loonmassa bij hun vestigingen in ons land toch stabiel te houden. Hij vreest dat minder voltijdse equivalenten uiteindelijk moeten zorgen voor meer productiviteit. Werknemers worden zeer goed betaald, maar komen ook onder gigantische druk te staan.

Dat het ook anders kan, bewijzen de kunststofverwerkers. Die hebben al wél verscheidene provinciale cao-akkoorden bereikt op basis van de eerder afgesproken 0,3 procent. Helaas blijkt zo’n akkoord in de Antwerpse chemiecluster nog altijd utopisch. Een bindend akkoord voor de hele sector bleek niet haalbaar.

Evonik had natuurlijk kunnen verwachten dat zijn loonakkoord op onbegrip zou stuiten. Vooral ook omdat het betekent dat, samen met de te verwachten indexsprongen, de arbeiders-lonen bij Evonik nog voor het einde van het cao-akkoord met zowat 10 procent toegenomen zullen zijn. En dat terwijl geweten is dat de chemiecluster zijn personeel al op een meer dan correcte wijze vergoedt.

En hoewel de vakbonden het gevaar nog altijd weglachen, hangen de hoge loonkosten heel wat groepen steeds strakker als een molensteen om de hals. De buitenlandse hoofdkwartieren nemen de aanhoudende loonkostenstijging zeker ook mee in de discussies over investeringen. Dat door zulke beslissingen het risico stijgt dat chemiekleppers hier ooit de biezen pakken, is niet denkbeeldig.

Lees Loonsverhoging Evonik ergert chemiesector,

blz. 8 inside

De groter dan verwachte loonsverhoging geeft mogelijk de aanzet tot een nodeloos opbod tussen bedrijven die allemaal in hetzelfde vijvertje van werknemers vissen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content