Het net volgt niet

Het opwekken van hernieuwbare energie wordt zo populair, dat het elektriciteitsnet niet kan volgen.

Laten we groene stroom opwekken en wat we niet zelf gebruiken, injecteren op het net. Het lijkt een goed idee, maar in de praktijk blijkt het niet meer zo eenvoudig.

In heel wat regio’s – de kust, de Noorderkempen, rond Mechelen, de streek van Lommel en Bree – komt een verzadiging van het elektriciteitsnet in zicht en bijgevolg worden hier en daar wachtlijsten voor groenestroominstallaties aangelegd.

De problemen kwamen aan het licht toen steeds meer bedrijven in de kuststreek een weigering ontvingen voor hun groenestroomproject. De Organisatie Duurzame Energie (ODE) en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen gingen op zoek naar de oorzaak. “Blijkbaar kon de distributienetbeheerder die projecten niet meer aansluiten op het elektriciteitsnet, omdat dat zijn theoretische capaciteit had bereikt”, legt Francies Van Gijzeghem van de ODE uit. “De oorzaak is dat er nooit een structureel overleg geweest is tussen de federale overheid – die de concessies voor de windmolenparken op zee heeft uitgeschreven – en de Vlaamse overheid. Er was 900 MW voor het project op zee gereserveerd en dus kregen de andere groenestroomprojecten een weigering. Het elektriciteitsnet moest eerst uitgebreid worden voor ze aangesloten konden worden. Het klopt dat Elia werkt aan een nieuwe hoogspanningslijn van Eeklo tot Zeebrugge, het Stevin-project, maar in het beste geval komt die lijn er in 2014.”

Oplossing voor de kust

ODE en de POM West-Vlaanderen klopten aan bij minister Freya Van den Bossche, en in overleg met Elia, de VREG en de distributienetbeheerders werd nu toch een oplossing gevonden. Van Gijzeghem: “Daarvoor is gekeken naar de reële elektriciteitsproductie en niet naar de gereserveerde waarde. Om een concreet voorbeeld te geven, er staan momenteel slechts 61 windmolens op zee en die leveren samen 120 MW. Dat is lang niet de 900 MW die gereserveerd werd. Daarna zijn we gaan kijken wat de kans is dat – als die 27 projecten toch worden aangesloten – het net overbelast wordt.”

“De kans blijkt 5 tot 8 procent te zijn, afhankelijk van de weersomstandigheden. Tijdens een winderig, zonnig weekend wordt er zowel door het windmolenpark als door de zonnepanelen veel energie geleverd, dan kan er een probleem zijn. Het antwoord is flexibele toegang: de projecten worden aangesloten, maar Elia zal over een ‘knop’ beschikken zodat een paar productiesites losgekoppeld worden als dat nodig blijkt. Ook distributienetbeheerders zullen mee toezicht houden op het net. De VREG giet dit alles nu in een nieuw technisch reglement, en vanaf mei is er dan weer een instapmogelijkheid voor klanten. Het is te zeggen, voor de 27 projecten die voor september 2010 al geweigerd werden. Nieuwe aanvragen voor de kust belanden opnieuw op een wachtlijst.”

Minder verbruiken

Ook in andere regio’s kunnen problemen opduiken. Van Gijzeghem pleit dan ook voor een degelijk sectoroverleg. “Elia onderneemt de nodige acties en trekt kabels bij waar mogelijk, maar wachtlijsten zijn niet uit te sluiten. Al moet er wel een groot onderscheid gemaakt worden tussen de theoretische productie en de werkelijke. Men mag de verschillende projecten niet gewoon optellen, want misschien een op de vijf wordt effectief gebouwd.”

Toch is er een heel simpele oplossing voor al deze problemen. “Als iedereen – ook de industrie – zijn energieverbruik met 10 procent vermindert, dan is er niets aan de hand. En zo’n besparing is zeker niet onmogelijk.”

ANNICK CLAUS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content