Het meest energievriendelijke bedrijf van Vlaanderen

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Met een nieuw logistiek centrum in de Oostkantons pakt verwarmingsspecialist Viessmann Benelux de hoge energieprijzen aan.

Op vrijdag 26 augustus opent Viessmann, de internationale producent van verwarmings- en ventilatiesystemen, een nieuw verkoopkantoor annex magazijn in Welkenraedt (Wallonië).

Net zoals de vestiging in Roeselare is ook dit complex het neusje van de zalm op het vlak van duurzaamheid: zonnepanelen, superisolerende beglazing en betonkernactivering kenmerken het gebouw. De betonmassa wordt gebruikt voor energieopslag, zodat de warmtevraag met veel lagere temperaturen kan worden aangevuld.

Twee jaar geleden won het bedrijf al de Vlaamse prijs voor meest energievriendelijke onderneming. In 2004 kwam daar nog de Groene Pluim van ex-milieuminister Jef Tavernier (Groen!) bij. “Wij trachten economie met ecologie te verzoenen,” zegt Patrick O, zaakvoerder van Viessmann Benelux – en geen familie van het beruchte hoofdpersonage uit het boek van Pauline Réage l’Histoire d’O.

Besparen op energiekosten

Met 6800 medewerkers in 33 landen en een geconsolideerde omzet van 1,16 miljard euro staat Viessmann op de derde plaats in de Europese toptien van de verwarmingssector, na BBT Thermotechnik (Junkers, Buderus) en Hepworth (Vaillant, Renova). Alle aandelen bevinden zich in handen van één persoon, voorzitter dr. Martin Viessmann. Het bedrijf wil jaarlijks op eigen kracht blijven groeien, zonder overnames. In 2004 lukte dat alvast aardig: +9 %.

De hoofdzetel van de groep bevindt zich in het Duitse Allendorf, 120 kilometer ten noorden van Frankfurt, midden in de natuur. Kwaliteit en milieu staan nu eenmaal hoog in het vaandel van het bedrijf. Patrick O: “Zo tracht de onderneming al het transport via de spoorwegen te laten verlopen. Alleen in Roeselare is dat jammer genoeg niet gelukt. Maar vind in Vlaanderen maar eens een industrieterrein – uitgezonderd de haven van Antwerpen – waar je met de trein geraakt.”

Ook de syndicalisatiegraad binnen Viessmann ligt zeer laag als gevolg van de personeelsparticipatie. Patrick O: “Toen het Duitse bedrijf in 1993 – lang vóór Mercedes en Opel – een werktijdverlenging met de arbeiders en bedienden afsprak, ging IG Metall in beroep bij het hooggerechtshof. Maar de machtige vakbond haalde bakzeil. In ruil kregen de werknemers de belofte dat de productie van de wandketels niet naar Oost-Europa zou verhuizen. Dat is ook nooit gebeurd. In 2004 schakelde de vestiging in Allendorf over op de 40-urenweek in ruil voor nieuwe investeringen ter plaatse.”

Viessmann investeert elk jaar 5 % van zijn omzet in onderzoek & ontwikkeling – goed voor 42 miljoen euro in 2004. Dankzij die inspanning blinkt de groep uit in technologische innovaties. “De onderneming introduceerde al in 1946 de eerste stalen vloerketel, toen nog uitsluitend voor stookolie,” aldus Patrick O. “Een van onze meer recente vernieuwingen is de condensatiegasketel van edelstaal.” Het bedrijf gelooft ook sterk in alternatieve energie. Zo lanceerde Viessmann dit jaar de vlakke zonnecollector uit corrosiebestendig materiaal (Vitosol 100). Daarmee kunnen gezinnen jaarlijks flink besparen op hun energierekening. Daarnaast heeft het familiebedrijf ook het initiatief genomen om de emissies van koolstofmonoxides en stikstofoxides voor centrale verwarmingsketels aan banden te leggen. “Tegen 2010 hopen wij toestellen met brandstofcellen (waterstof) op de markt te kunnen brengen.”

Leveringstijd drastisch ingekort

Na de Eerste Wereldoorlog startte Johan Viessmann met de productie van metalen componenten voor de lokale industrie in Nürnberg (Duitsland). Geleidelijk aan specialiseerde de smid zich in kachels en verwarmingsketels. Dertig jaar later nam zijn zoon, dr. Hans Viessmann, het familiebedrijf over. Onder zijn bewind groeide Viessmann uit tot een grote groep met tien productievestigingen (Duitsland, Frankrijk, Polen, Canada en China).

Vanaf 1991 vond de internationalisering van het bedrijf plaats. Het aandeel van de export steeg van 20 % naar 50 %. De basis van die expansie ligt in België. Op 1 juli 1964 nam Viessmann Roger Deswysen, een plaatselijke importeur van kolenkachels uit Verviers, in dienst. Dat was de eerste buitenlandse stap van de groep. De relatief dure, maar duurzame ketels uit Duitsland sloegen aan bij de Belgen, die met een baksteen in de maag geboren zijn (67 % van de bevolking bezit een woning). Vierentwintig jaar later bouwde het familiebedrijf een tweede vestiging in Nossegem, bij Brussel. En in 2003 opende de verwarmingsspecialist een kantoor in Roeselare. Ter vervanging van het oude gebouw in Verviers huldigt Viessmann op 26 augustus zijn nieuwe complex in Welkenraedt in. De totale investering bedraagt 4 miljoen euro.

In 2004 realiseerden de 93 medewerkers van Viessmann in ons land een omzet van 43 miljoen euro (zie cijfertabel). Maar de zaakvoerder van Viessmann Benelux mikt op een groei van minstens 10 % in ons land. Patrick O: “Met een verachtvoudiging van onze ruimte – 1000 vierkante meter kantoren en 4756 vierkante meter magazijnen – in de zogenaamde euregio kunnen we voortaan optimaal inspelen op de vraag van onze klanten uit Wallonië, Nederland en het Ruhrgebied. Bovendien wordt de logistiek in het gebouw uitbesteed aan CRT. Dit zal de leveringstijd in België met 24 uur inkorten.”

In ieder geval bieden de stijgende brandstofprijzen uitstekende perspectieven voor Viessmann. “In Duitsland is de consument traditioneel bereid om meer voor kwaliteit te betalen,” zegt Patrick O. “Belgen en Nederlanders kijken meer naar hun portefeuille. Maar nu de energiekosten de pan uitvliegen, letten ze toch op het verbruik van de toestellen. Daar ligt onze kracht.”

Nederland blijft zorgenkind

Het echte zorgenkind voor O blijft Nederland. “Onze noorderburen zijn in het sukkelstraatje verzeild,” aldus de topman van Viessmann Benelux. “Nederland kampt niet alleen met begrotingsperikelen en bouwfraude, maar ook de eigendomsgraad bedraagt er amper 30 %. De markt wordt gedomineerd door woningmaatschappijen, die systematisch om de dertien jaar alle verwarmingsinstallaties vervangen. Maar onze toestellen gaan een kwarteeuw mee. In de openbare aanbestedingen vallen wij dus dikwijls uit de boot vanwege onze meerprijs.”

Ondanks de 16 miljoen inwoners bedraagt de jaaromzet van Viessmann in Nederland slechts 7 miljoen euro. En het bedrijf maakt er verlies. Patrick O: Mijn taak bestaat er nu in een turnaround te realiseren en tegen 2010 een marktaandeel van 10 %, zoals in België, te veroveren.”

Toch rijken de ambities van de groep nog verder, namelijk Oost-Europa. Patrick O: “Voorbij Berlijn staat de individuele verwarming nog in haar kinderschoenen. In de voormalige sovjetrepublieken domineren nog de grote ketelhuizen, die hele blokken van 10.000 tot 20.000 gezinnen van warm water voorzien. Met de huidige energieprijzen zijn de exploitatiekosten van dergelijke installaties veel te hoog. Ten slotte kent de tuinbouwsector in Oost-Europa een spectaculaire groei. Aangezien Viessmann marktleider is in ketels met een grote waterinhoud die snel op temperatuur gebracht kunnen worden – onontbeerlijk voor serres – lacht ons daar een gouden toekomst tegemoet.”

Eric Pompen

“Tegen 2010 hopen wij verwarmingsketels met waterstof op de markt te brengen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content