HET LOON VAN MESSI EN DAT VAN DE CEO

Pierre Rondeau, professor aan de universiteit van Parijs en de Sport Management School, is een econoom die bezeten is door voetbal. “Toen ik jonger was, speelde ik met mijn vrienden, maar wat me vooral boeide, waren de geruchten in de wandelgangen, de mercato”, geeft hij toe.

Waarom is voetbal zo geschikt om de economie uit te leggen?

“Het voetbal is een sociale en economische microkosmos. Naar mijn gevoel kan bijna alles uitgelegd worden aan de hand van voorbeelden uit het voetbal. We beschikken over een ontelbaar aantal gegevens: het is de populairste sport ter wereld (naar de jongste Wereldbekerfinale Duitsland-Argentinië keken 3 miljard mensen), 200 miljoen spelers zijn aangesloten bij een voetbalbond en daarnaast wordt de sport nog beoefend door een miljard mensen die niet aangesloten zijn. Er bestaat een echte spelersmarkt.”

Welke voorbeelden werken het best?

“Een voorbeeld dat ik vaak aanhaal, is de arbeidsmarkt, namelijk het verband tussen de lonen en de marginale productiviteit. Hoe performanter een speler, hoe meer hij bijdraagt aan de productiviteit van zijn team en hoe beter hij betaald wordt.

“Maar daarnaast bepalen ook minder rationale elementen het loon. Een Braziliaan wordt beter betaald, omdat die afkomstig is van een land dat beschouwd wordt als een bakermat van het voetbal. De arbeidsmarkt is een onvolmaakte markt. Men kan aannemen dat bij gelijke kwaliteit een Franse speler een beter loon krijgt dan een Belg. De piepjonge Anthony Martial werd bijvoorbeeld naar Manchester United getransfereerd voor 80 miljoen euro, terwijl Eden Hazard voor 40 miljoen euro van Lille naar Chelsea verkaste… Maar bij Martial gaat het om een wissel op de toekomst, een beetje zoals investeren in een start-up.

“Bovendien is er ook een symbolische, immateriële kant. Het is bewezen dat er een verband bestaat tussen de digitale bekendheid (het aantal volgers op Facebook bijvoorbeeld) en de waarde van een speler.”

Zijn de fenomenale lonen van de superspelers te verantwoorden? Net als die van de topondernemers?

“Brengt de CEO van een grote onderneming dezelfde toegevoegde waarde aan als Lionel Messi? Ik weet het niet. Als de grote baas opstapt, dan stort de onderneming niet in. Anderen kunnen het roer overnemen. Maar als Messi of Ronaldo stopt, dan wordt het team uit evenwicht gebracht en dreigt het minder goede resultaten neer te zetten… De verloning van de managers van beursgenoteerde bedrijven is tegenwoordig transparant en als aangenomen wordt dat hun salaris overeenstemt met hun competentie, dan krijgen we dus een concurrentiële hiërarchie. Wil een onderneming haar imago opkrikken, dan moet ze de investeerders ervan overtuigen dat haar baas competent is en dus zijn salaris verhogen. Dan ontstaat een spiraal die we ook in het voetbal zien: Messi en Ronaldo willen allebei beschouwd worden als de beste speler ter wereld. Als Messi 20 miljoen euro krijgt, dan zal Ronaldo 22 miljoen willen. En dan zal Messi op zijn beurt 23 miljoen willen.”

Streven naar budgettair evenwicht is tegenwoordig het credo van veel landen, en de topclubs volgen.

“Veel topclubs bouwden een gigantisch deficit op om hun beste spelers te verwerven of te behouden. In het Spaanse voetbal liep de schuld vorig jaar op tot naar schatting 3 miljard euro. Maar sinds 2013 legt de UEFA de zogenaamde Financial Fair Play-regels op: een club mag niet meer uitgeven dan ze verdient. Die UEFA-regels werden aanbevolen door de Europese Commissie.

“Clubs die de voorbije jaren structurele hervormingen doorvoerden, zullen daar binnenkort van profiteren. Olympique Lyon is een mooi voorbeeld. Zeven jaar lang was de club kampioen in Frankrijk. Maar het ging ogenschijnlijk bergaf omdat ze geen enkele sterspeler aankocht en enkel jonge spelers opleidde die ze voor veel geld verkocht aan buitenlandse clubs. Maar daardoor kon ze kapitaal opstapelen en een nieuw stadion bouwen. Dat nam vijftien jaar in beslag. Vanaf volgend jaar zal dat stadion een ticketverkoop van 80 miljoen euro voor de club genereren. We kunnen dat trouwens vergelijken met de structurele arbeidsmarkthervormingen in Duitsland, die ook pas jaren later vruchten afwierpen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content