Het leven volgens de Braziliaanse InBevbrouwers

Brazilië is het land van de toekomst. En dat zal altijd zo blijven, wordt wel eens schamper gezegd. Maar de eeuwige belofte heeft wel degelijk puike bedrijven. Trends ging zelf poolshoogte nemen. Onze man in Rio zag hoe InBevdochter AmBev groot werd in een land dat nog veel weg heeft van een derderangs ontwikkelingsland.

Zondag 11 mei, Rio de Janeiro

16.30 u. Het is vochtig warm aan Copacabana. Het allicht beroemdste strand van de wereld is toch wel een afknapper. Wat palmbomen en ruisende golven, maar de verwachte charme ontbreekt. Het decor wordt aangevuld met wat eet- en drankstandjes. Eén heet Vienna. Of all places.

19.30 u. In Bar Velosa aan de Rua Aristides Espinola heerst volop ambiance. Brazilianen zijn hartelijke, warme, zonnige mensen. Bar Veloso levert een puik voorbeeld van het uitgekiende zakenmodel van AmBev. Bier wordt in emmers vol ijs en in een volume van drie flessen van 600 milliliter per emmer aangevoerd. Brazilianen drinken in gezelschap, de kleine glaasjes zijn gauw leeg. En niet dat het gerstenat hier echt goedkoop wordt geprijsd. Voor een emmer met het luxemerk Antarctica Original wordt wel tien reais (3,84 euro) neergeteld. Maar de goedlachse sfeer wordt die avond vooral ondergaan. De vlucht van veertien uur, van Brussel, via Lissabon, steekt in de kleren. Nog vóór 22 uur gaat het richting hotel. Net op dat moment komen drie muzikanten aandraven. Lachend, met tamtamgeroffel en bijzonder gitaarwerk.

Maandag 12 mei, Campo Grande

10.30 u. Na een ruim twee uur durende rit in een benauwd busje, voelt de buitenlucht aangenaam koel aan. In Campo Grande, even buiten de vijfmiljoenenstad Rio de Janeiro, ligt de belangrijkste brouwerij van AmBev. Nova Rio is de naam. De bijna één vierkante kilometer grote site oogt vreemd modern. Want de tocht erheen leidde door ellendig fileverkeer, langs sloppenwijken, half afgewerkte en armoedige huizen, en modderwegen. Met overal door hekken omheinde gebouwen, toonzalen, woningen. Een Carrefour siert het landschap – steeds de laagste prijzen, luidt de huisslogan van de Franse grootgrutter. Maar de rijsnelheid wordt vooral geremd door verbazend hoge verkeersdrempels.

Campo Grande is de tegenpool van die vrij rudimentaire Braziliaanse infrastructuur. Met gloednieuwe stalen silo’s, ultrasnelle verpakkingslijnen, hypermoderne brouwprocédés. De maximale productiecapaciteit van 23 miljoen hectoliter overtreft de hele Belgische bierproductie. Het water komt via pijpleidingen van de 15 kilometer verder gelegen rivier Guandu. Het waterverbruik stemt overeen met dat van een stad van 280.000 inwoners. Efficiënter lijkt nauwelijks mogelijk. In de honderd meter lange productiehal met de afvullijnen stromen tienduizenden blikjes van het biermerk Skol. Per uur worden 120.000 blikjes gevuld. “Wel, het kan nog beter”, klinkt het verbazend nuchter na het bedrijfsbezoek bij Luis Roberto Vidigal, afdelingshoofd van de afvullijnen. “We zijn er nog niet. Maar we werken eraan.”

Veel werknemers vallen overigens niet te bespeuren op het bedrijfsterrein. Al werken er 1515 mensen. Zeven dagen per week, het etmaal rond. De aanwezige werknemers beantwoorden vooral aan het zuiderse cliché. Zij doden de tijd met tafelvoetbal, biljart, pingpong. Daarbij luid aangemoedigd door de collega’s. Vanuit de drukbezette cafetaria klinkt aanhoudend en veelvuldig schatergelach. Een werkweek duurt op die manier 44 uren. Met een uurloon dat voor een bandarbeider begint vanaf 4,2 reais (1,6 euro).

13.00 u. We stappen opnieuw in het beknellende busje. Maar deze keer is de rit kort. Naast de brouwerij ligt de gloednieuwe Vidros Rioglasfabriek. AmBev maakt hier de eigen flessen. Merkwaardig, en een belangrijk verschil met het voormalige Interbrew. De Zuid-Amerikanen van AmBev geloven in verticale integratie en nevenactiviteiten. AmBev produceert in huis mout, glas, kroonkurken, etiketten, frisdrankconcentraten. Het voormalige Interbrew hanteerde de voorbije decennia het omgekeerde procédé. Alle niet-kernactiviteiten werden afgestoten. Interbrew focust op wat het kan: brouwen en bier verkopen.

Aan de ingang van Vidros Rio staat een breed lachende Braziliaan met een Stella Artois-T-shirt. Ariovaldo Cruppe junior is zijn naam. Samen met Rodrigo Ninow leidt hij de glasfabriek. Beide heren zijn duidelijk technici. En trots op hun productiefiliaal, volgestouwd met gloednieuwe technologie. Het wordt een één uur durende voordracht, doorspekt met allerlei technische details. “Het gasverbruik zal in 2020 hoger zijn dan in 2008, gezien de slijtage van het productieapparaat”, registreert de kurkdroge techneut Rodrigo Ninow.

Beide heren zijn apetrots op het milieubewuste karakter van Vidros Rio. De koeling van de nieuwbakken flessen, bij 600 tot 800°C, gebeurt grotendeels met gerecycleerd regenwater. Het wordt verzameld tijdens de maanden van lange zware regenval in Rio de Janeiro, tussen maart en juli. Maar in deze meimaand – toch al laat najaar voor Brazilië – straalt een felle zon. Een gaanderij, die langs de gloednieuwe productiehal loopt, beschermt tegen al te felle zonnegloed. Ook hier gaat het er gemoedelijk aan toe. Met werknemers die pingpongen, biljarten, tafelvoetballen. Maar zelfs in het BRIC-land Brazilië worden werknemers schaars. Ook dit topduo klaagt over het vinden van de juiste technisch geschoolde mensen.

16.30u. De Boeing 737 van de lagekostenmaatschappij GOL klimt gezwind in het zwerk. De binnenlandse vlucht van Rio de Janeiro naar São Paolo duurt nog geen uur. De afdaling verloopt vrij snel. We landen in een zee van beton, tussen de wolkenkrabbers, midden in een van de grootste metropolen van de wereld (het aantal inwoners varieert naargelang van de bron van 10,5 tot 20 miljoen). Flikkerende bakens op de dakterrassen van de wolkenkrabbers loodsen het vliegtuig naar de landingsbaan. Twee minibussen – één voor de bezoekers, één voor de bagage – voeren ons door de avondspits. Hier en daar valt toch groen te bespeuren.

20.00u. ‘s Avonds voert het diner naar een sushibar. Via een exclusief binnenhof, voorbij drie bewakingsposten, komen we in een ruim uitgevallen restaurant. Aan een wand hurkt een vier meter hoge, bedachtzaam glimlachende Boeddha. Er wordt Stella Artois van de tap geschonken. 13 reais (5 euro) voor een chopp. Maar de Belgische delegatie krijgt Quilmes voorgeschoteld. De Argentijnse pilsmarktleider smaakt verrassend en aangenaam meer gehopt dan zijn Braziliaanse broertjes.

Dinsdag 13 mei, São Paolo

6.00 u. Capital Flat, twaalfde verdieping. Het hotel ligt erg functioneel, op een steenworp van het hoofdkantoor van AmBev. De horizon biedt een eindeloos zicht van ontelbare wolkenkrabbers. Op de begane grond raast het ochtendverkeer. In het vervuilde São Paolo, het financieel-economische machtscentrum van het BRIC-land, hangt de weezoete, prikkelende stank van biobrandstoffen.

9.00 u. Aan de ingang van het hoofdkantoor van AmBev tronen twee bewakers. De ontvangstruimte van de Zuid-Amerikaanse drankenreus heeft veel weg van een bar. Aan tapstoeltjes en ronde tafels schetteren de medewerkers. Vooral koffie en frisdranken gaan door de kelen. Bier minder. Via de rua da Cerveja komen we in de vergaderruimte Sala Chopp Brahma. Daar wacht investeringmanager Michael Findlay. Ook de Vlaming Olivier Lambrecht, in het AmBevdirectiecomité verantwoordelijk voor het personeelsbeleid, schaart zich achter de tafel. Het wordt een lange voorstelling van AmBev, en zijn Amerikaanse aanwezigheid. Nieuws bevat de presentatie niet, het is informatie die ook in de jaarverslagen staat. Lambrecht: “Mensen die niet vertrouwd zijn met ons bedrijf, staan steeds verbaasd hoe openhartig het er hier aan toe gaat. We zullen elkaar steeds verbeteren. Aansporen om beter te doen. Wie slecht presteert, wordt dat zeker één jaar vooraf duidelijk gemaakt.”

Die openhartigheid wordt doorgetrokken tot de kantoorstijl. “Niemand heeft een eigen kantoor. Zelfs Brito niet”, weet Olivier Lambrecht. “Ons wereldwijde directiecomité zit rond een tafel zoals wij nu.” En de openhartige communicatie naar de buitenwereld dan? Het blijft nog altijd wachten op het eerste interview met CEO Carlos Brito, ruim twee jaar aan het roer. “Akkoord. Maar voor de buitenwereld hebben we onze dienst externe communicatie.”

12.00u. In de bar van het kantoor heerst nu een joviale drukte. Het gekwetter klimt boven de ruisende fontein in het midden van de open ruimte. Praça da Sol luidt de naam. Of Zonneplein. Het lekkere middagmaal vindt plaats in een restaurant aan de overkant. Belle-Vue, Hoegaarden en Stella Artois worden geschonken. De muren zijn bezaaid met bieransichtkaarten uit de oude doos, en diverse leuke gadgets.

14.30u. Terug naar het hoofdkantoor. Vivian Serebrinic vergast op een betoog over innovatieve producten bij AmBev. Brahma lanceerde een ambervariant. Bohemia werd, naast een pils, ook een witbier en een abdijbier. “Bohemia komt uit Petropolis. Het is het oudste biermerk in Brazilië. Er is weliswaar geen abdij in Petropolis, maar abdijbier heeft een mysterieuze, ambachtelijke connotatie. Mensen grijpen terug naar het verleden.” Speciale bieren leveren een winstmarge die een vijfde hoger ligt dan pilsbieren. “Innovaties gebeuren niet enkel in volwassen markten, zoals West-Europa. Ook in groeimarkten zoeken consumenten naar originaliteit.”

Woensdag 14 mei, Sao Paolo

6.00u. Het verkeer in de betonstad is hels. We vertrekken vroeg, vóór de files, naar het distributiecentrum van Diadema, een buitenwijk van São Paolo. Om half acht demonstreert verkoopmanager Fernando Correa Domiciano hoe hij zijn dertig vertegenwoordigers oppept. “Militaire discipline”, meldt later een videofilmpje. De 26-jarige Fernando schreeuwt zich hees. Hij loopt voortdurend heen en weer, onderstreept zijn uithalen met een op en neer gaande rechtervuist. Lachend en zingend beantwoorden de vertegenwoordigers de aanmoedigingskreten. De heupen wiegen heen en weer, de handpalmen slaan ritmisch op de tafel. Een enkeling begeleidt met tamtamgeroffel het strijdlied.

Fernando herhaalt zijn tafereel elke ochtend. Van maandag tot zaterdag. Na de ochtendkuur, stuiven de vertegenwoordigers op hun brommertjes naar de betonnen grootstad. Elke vertegenwoordiger bezoekt gemiddeld 42 verdeelpunten per dag. Aan de rua Da Caetano wordt het minutieuze werk gedemonstreerd. Bij cafébaas Flavio Lacerdea wordt elk blikje en flesje afzonderlijk gecheckt en via de barcode in de PDA opgeslagen. Het apparaatje bevat de ganse voorraadbeheerhistoriek per verdeelpunt. Ook de gehanteerde verkoopprijs per klant én diens kredietwaardigheid. Een dag later wordt de voorraad aangevuld via vrachtwagens. Indien nodig, onder gewapende begeleiding. São Paolo is een gevaarlijke stad, overvallen op dranktransporten zijn geen uitzondering. En het aantal verdeelpunten – van bakkers, via bars, tot restaurants – bedraagt 120.000. AmBev giet jaarlijks vier miljoen hectoliter in de kelen van de Paulistanos.

14.45u. De twee uur durende rit in het kleine, warme busje maakt loom. Maar in het Centrum voor Technologische Ontwikkeling is het aangenaam groen, rustig, verfrissend. Het onderzoekcentrum ligt in Guarulhos, niet zo ver van de gelijknamige internationale luchthaven van São Paolo. Meesterbrouwer Gabriel Galembeck steekt van wal over de Braziliaanse biergeschiedenis. De oudste pils in het BRIC-land dateert van 1853. Bohemia pils uit Petropolis.

In zijn microbrouwerij produceert Gabriel Galembeck het hele jaar door nieuwe brouwsels. Zijn meest succesvolle bier was een Brahma light voor Venezuela. “90 % van de productie mislukt. En slechts één procent blijft na vijf jaar nog overeind.” Drie tot vier keer komt Gabriel Galembeck naar het wereldwijde innovatiecentrum van InBev in Leuven. “Als ik in België ben, drink ik liefst geen Stella Artois. Er is zoveel keuze. Jullie Belgen hebben een zeer brede bierportefeuille. Maar diverse markten hebben nu eenmaal diverse smaken.”

16.30u. Het traject van amper 50 kilometer terug naar het hotel duurt ruim twee uur. Het verkeer op de vijf rijstroken in São Paolo kruipt slechts langzaam vooruit. Tussen de auto’s snellen voortdurend brommers. Met korte, venijnige claxonstoten snorren de motorrijders langs het autoverkeer.

Donderdag 15 mei, São Paolo

9.30u. De afsluiter van het bezoek is een ontbijtsessie met Luiz Fernando Edmond. Hij is als lid van het directiecomité van InBev verantwoordelijk voor Latijns-Amerika. We zitten opnieuw in de vertrouwde AmBevvergaderzaal. Buiten straalt een vlekkeloze blauwe hemel tussen de wolkenkrabbers. Af en toe klimt een helikopter van op de dakterrassen richting internationale luchthaven Guarulhos. “Heeft een Braziliaan een boodschap aan Belgisch bier? Wel, eerlijk gezegd, ik denk het niet. De referentie voor een Braziliaan is Duits bier. Vanwege de Duitse immigranten. Maar België geldt niet als referentiekader voor bier. Hoewel, we zijn vorig jaar begonnen met de import van Hoegaarden en Leffe. Die verkopen heel goed. In het bijzonder hier in São Paolo.” (T)

Door Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content