HET LEVEN BEGINT OP VIJFTIG

Voor vakantie – een bezoek aan de vrienden van vroeger in Brazilië – had Jean-Marie Biot deze zomer nog net de tijd. Maar voor de Gentse Feesten moest deze geboren en getogen Gentenaar ditmaal bedanken. “Ik had alle energie en tijd nodig om me voor te bereiden op mijn nieuwe job.” Vanaf 1 augustus is hij gedelegeerd bestuurder van Fedichem, de zopas herdoopte Federatie der Chemische Nijverheid in België. “Ik was gelijktijdig verrast en vereerd dat men mij kwam vragen om boegbeeld Paul Smets op te volgen,” zegt Jean-Marie Biot, die volmondig de stelling beaamt dat het échte leven pas voorbij de vijftig begint. Biot is zelf net een halve eeuw ver en maakt dezer dagen, na een kwarteeuw dienst bij Bayer, een omwenteling mee in zijn loopbaan. In zijn nieuwe werkomgeving in Brussel, waar hij ruim 700 bedrijven met een gezamenlijke omzet van 1324 miljard frank vertegenwoordigt, wil Vlaming Biot vooral twee accenten leggen. Een: de chemie in een beter daglicht plaatsen. “Ik blijf mij ergeren aan de vaak negatieve berichtgeving rond onze sector,” zegt Biot. “Chemie domineert onrechtstreeks ons hele leven: onze kleding, ons sportleven, onze gezondheid, onze voeding en ga zo maar door.” Twee: een bijdrage leveren aan een bedrijfsvriendelijker klimaat in België. “Ik denk daarbij vooral aan een soort deregulering van de investeringsprocedure, die nu te lang en te log uitvalt,” zegt Biot.

Jean-Marie Biot is de oudste zoon uit een ambtenarengezin met drie kinderen; vader was directeur bij de toenmalige RTT. De Arteveldestad heeft zijn hele jeugd bepaald: eerst aan het jezuïetencollege Sint-Barbara, nadien aan de Gentse universiteit, waar hij als doctor in de scheikunde afzwaaide. Op z’n allereerste werkdag, in de herfst van ’73, bij Bayer in Antwerpen, kreeg hij van Pol Bamelis (de Vlaming die vandaag mee aan de top van de Duitse chemiereus staat), meteen een opdracht mee: een waterzuiveringsstation opstarten op de Bayer-site van Linkeroever. “Ik gooi je in het afvalwater, zorg dat je er weer uitkomt,” droeg Bamelis de jonge rekruut op. Zo gebeurde ook. Jean-Marie Biot maakte snel carrière bij de Duitse groep: eerst als plantmanager in het Antwerpse (van 1973 tot ’86), vervolgens in een gelijkaardige functie in Rio de Janeiro (van ’86 tot ’89). “Beroepshalve beleefde ik er een fantastische tijd,” zegt Biot. “Ook mijn gezin voelde er zich helemaal thuis. En ik maakte er vrienden voor het leven.” In de jaren negentig volgde, benevens Antwerpen waar hij afdelingsleider werd, nog een periode op het hoofdkwartier in Leverkusen (strategische planning).

Jean-Marie Biot is gehuwd – “Mijn vrouw is mijn ruggensteun, ook beroepsmatig” – en vader van drie kinderen die inmiddels al de universitaire toer zijn opgegaan. De nieuwe Fedichem-voorman noemt zichzelf graag een echte natuurliefhebber, en weet ook fotografie en klassieke muziek naar waarde te schatten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content