Het land van de glimlach

Thailand is naast een populair toeristenoord, met eeuwenoude tempels en een overvloed aan natuurpracht, ook een economisch succesverhaal. Maar het land heeft enkele scherpe kantjes, die beleggers niet mogen negeren.

De Wereldbank noemde Thailand “een van de grote succesverhalen” onder de opkomende markten. Het trekt meer toeristen aan dan enig ander land in Zuidoost-Azië. Ook economisch is het een open land. De export is goed voor twee derde van de Thaise economie. Omdat China, Japan en de Verenigde Staten de belangrijkste handelspartners van Thailand zijn, wordt het minder hard getroffen door de eurocrisis dan andere groeimarkten.

Vooral Japan is een belangrijke investeerder. Hoe nauw de banden tussen de twee landen zijn, werd duidelijk in 2011. Begin dat jaar kampte de Thaise industrie met tekorten aan Japanse onderdelen door de aardbeving en de tsunami die Japan hadden getroffen. En Japan kreeg bevoorradingsproblemen, toen de industriële productie in Thailand in de tweede helft van 2011 met 35 procent zakte na zware overstromingen. De gevolgen van die overstromingen waren ook te voelen in de wereldwijde auto- en elektronicaproductie. Na een sterk 2010, toen de Thaise economie met 7,8 procent vooruitging, bleef de groei in 2011 steken op 0,1 procent. In 2012 hervatte het land zich met een groei van ongeveer 6 procent. Het sterke herstel en het aantrekkelijke investeerdersklimaat trekken steeds meer buitenlandse investeringen aan.

Goede infrastructuur

“Er is nog volop ruimte voor groei en de middenklasse wordt hier steeds sterker en groter”, zegt Kim Chee, die in Thailand werkt voor Muang Thai Life, een dochter van de Belgische verzekeraar Ageas. De overstromingen van 2011 hebben grote schade veroorzaakt — die wordt geschat op 15 miljard euro — maar tegelijk is het besef gegroeid dat er moet worden geïnvesteerd in infrastructuur om overstromingen te vermijden. Voor het overige zijn er de komende jaren geen grote investeringen nodig. In tegenstelling tot een land als Brazilië werkt de Thaise infrastructuur niet remmend op de economische groei.”

Volgens Kim Chee beseft de regering dat een goede infrastructuur nodig is om de overgang van sectoren met een lage toegevoegde waarde, zoals textiel, naar sectoren met een hogere toegevoegde waarde te vergemakkelijken. “Die overgang is al bezig. De textielbedrijven die uit China waren overgekomen, zijn alweer vertrokken, richting de goedkopere buurlanden. Het gros van de buitenlandse investeringen gebeurt in sectoren met een hogere toegevoegde waarde, zoals de machinebouw en de autoproductie. De overheid investeert ook meer in onderwijs en ze biedt belastingvoordelen voor buitenlandse investeringen in sectoren met een hoge toegevoegde waarde.” Zo’n beleid is belangrijk, want de arbeidskosten zijn in Thailand relatief hoog in vergelijking met buurlanden als Cambodja of Maleisië.

Dat die overgang goed verloopt, bewijst de uiterst lage werkloosheid (0,5 procent eind december 2012) en de groei van de middenklasse. De binnenlandse consumptie werd in 2012 gestimuleerd door de verhoging van het minimumloon in Bangkok en zes andere provincies. Dit jaar volgt de rest van het land. Anders dan zijn buurlanden kampt Thailand wel met een toenemende vergrijzing. Binnen tien jaar zullen senioren 30 procent van de bevolking uitmaken. Met een overheidsschuld van 48 procent van het bbp en een sterke economische groei is er wel ruimte om de vergrijzing tijdig op te vangen.

Politieke risico’s

Investeren in de groeilanden is nooit risicoloos. In Thailand is de politieke situatie een bron van instabiliteit. Het land is diep verdeeld tussen de geelhemden (de stedelijke elites) en de roodhemden (de arbeiders en de plattelanders). Kim Chee: “Sinds de laatste verkiezingen in 2011, toen de roodhemden opnieuw aan de macht kwamen, is het politieke klimaat relatief stabiel gebleven in vergelijking met de woelige jaren van voor de verkiezingen. In die periode heeft de economie het goed gedaan, ondanks de zware overstromingen van 2011.”

Het toekomstige politieke klimaat blijft echter onzeker, al heeft de Thaise economie zich in het verleden altijd snel hersteld van politieke troebelen, zoals de militaire coup in 2006, de twee weken durende bezetting van de internationale luchthaven in 2008 en de grimmige betogingen in het centrale zakendistrict in 2010. De terugkeer van Shinawatra Thaksin, de populaire roodhemdenpremier die in 2006 na de militaire coup het land verliet, kan onrust zaaien. Momenteel is zijn zus, Yingluck Shinawatra, premier van Thailand.

Ook de zwakke gezondheid van koning Bhumibol, die al sinds september 2009 bijna permanent in een ziekenhuis verblijft, kan tot instabiliteit leiden. Bhumibol is al meer dan zestig jaar aan de macht. Hij is een belangrijke morele factor voor de eenheid van het land. Zijn zoon heeft niet de morele autoriteit van zijn vader en een opvolging door zijn dochter zou controversieel zijn, hoewel zij meer steun heeft dan haar broer. Het overlijden van Bhumibol zou de politieke strijd aanwakkeren, met op de achtergrond de onberekenbare dreiging van het leger en de bureaucratie.

Samenwerking rendeert

Daarnaast zijn er de conflicten met de buurlanden. Thailand maakt al decennialang ruzie met Cambodja over de Preah Vihea-tempel. In april en mei 2011 leidde dat nog tot een korte militaire clash. Ook met Maleisië zijn er strubbelingen. De drie landen beseffen echter dat een samenwerking meer rendeert dan een conflict. Sinds de nieuwe Thaise regering in 2011 aan de macht kwam, is de spanning dan ook afgenomen. Ook aan de grens met Myanmar doen er zich geregeld problemen voor, maar Thailand heeft aanzienlijke investeringen in de Myanmarese grondstoffensector gedaan en het wil zijn aanwezigheid in het land nog versterken.

Belangrijk is dat de toeristische sector en de economie goed bestand zijn gebleken tegen de conflicten en rampen, zelfs toen in februari 2012 in Bangkok een bomaanslag werd gepleegd. Voor ervaren beleggers die hun portefeuille willen diversifiëren, is deze Zuidoost-Aziatische tijger dan ook een uitstekende keuze.

MATHIAS NUTTIN

De Wereldbank noemde Thailand “een van de grote succesverhalen” onder de opkomende markten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content