‘Het kapitalisme is in Vlaanderen uitgevonden’

“Onze regio was het Silicon Valley van de middeleeuwen”, poneert Fernand Huts. De Antwerpse ondernemer is de drijvende kracht achter de tentoonstelling Voor God & Geld in het Gentse Caermersklooster.

Een dag voor het interview plaatsvindt, belt de secretaresse van Fernand Huts me op. Of ik de post kan meenemen? Mocht u op zoek zijn naar de geheimen van zakelijk succes, tip één: praktisch ingesteld zijn en elke kans benutten. Een eigenschap waarmee Huts zich in de voetsporen plaatst van de middeleeuwse burgerij, waaraan de tentoonstelling is gewijd.

Het golvende landschap van de Engelse provincie Kent is tegenwoordig de vaste uitvalsbasis van de CEO van de logistieke engineeringgroep Katoen Natie. Huts woont er in een manor met een geschiedenis, ingericht met kunstschatten, in een groene omgeving vol oude kerkjes, voetpaden en bridle ways, waar de Antwerpse zakenman ondervoorzitter is van de cricketclub die zich op aanpalende terreinen bevindt. “Ik begrijp nog altijd geen jota van die sport. Maar hen wegjagen? Ik denk dat ik dan eerder zal buitenvliegen. Engelsen hebben respect voor de natuur en houden hun tradities in ere.” De vergelijking met ons land, waar Huts vorig jaar besloot een budget van ruim 8 miljoen euro uit te trekken voor kunst – evenveel als het Vlaamse budget voor musea – mag u zelf maken.

De tentoonstelling Voor God & Geld rekent erop tegen eind dit jaar zowat 100.000 bezoekers over de vloer te hebben gekregen. Op de tentoonstelling is Huts de gids, via het programmaboekje en in de introductievideo. Maar hij financierde ook het kunstboek Gouden Tijden, samengesteld door academici, over de beginperiode van de Vlaamse economie; en een twee-eiig tweelingboek, geschreven door Katharina Van Cauteren en Huts. De twee auteurs beschreven de Vlaamse middeleeuwen, zonder overleg met elkaar. Het resultaat zijn twee boeken over hetzelfde, maar bekeken vanuit het perspectief van de kunsthistorica en de entrepreneur.

Het cultuuroffensief gaat over de elfde tot de zestiende eeuw. In de beginperiode van de Vlaamse economie kweekten abdijen schapen op de zilte gronden die ze wonnen op de zee, de Schelde en de Honte. De schapenwol leverde werk op voor wevers, en resulteerde in handel met vooral Engeland en heel Europa. Die bloeiperiode eindigde met de Val van Antwerpen en de sluiting van de Schelde in 1585.

“Voor mij is dit een economische tentoonstelling”, vindt Huts. “De essentie is dat wij in Vlaanderen het kapitalisme hebben uitgevonden. De beurs in Brugge, de vrije markt en de graven die de omkadering gaven zodat het kapitalisme kon groeien: dat gebeurde voor het eerst hier, niet in Londen of New York. Dat alles leidde tot een nieuw type mens, de ondernemer.”

“Vijf eeuwen lang waren we het epicentrum van de wereld”, zegt Huts. “Die positie is later doorgeschoven naar Genua tot dat failliet ging, Amsterdam, vervolgens Londen en nu New York. Wij hebben het kapitalisme uitgebouwd, de rest heeft het gekopieerd en verfijnd. De hedendaagse kunst in New York haalt hoge bedragen, omdat de kunstscene er wordt gedragen door een sterke economie. Dat was toen bij ons ook het geval.”

“Hier werden de nieuwigheden ontwikkeld. Jan Van Eyck vond de olieverf uit, en Vlaamse schilders en beeldhouwers maakten van kunst voor het eerst een product voor de markt. De burgerij vond de kunstkamers uit. De kunsthandelaren exporteerden ook. Je vindt Vlaamse kunst in heel Europa, in Mexico en Peru.”

Waaraan was dat succes te danken?

FERNAND HUTS. “Bekeken door de bril van de entrepreneur, is er aan de basis geen verschil tussen de middeleeuwse en de hedendaagse economie. De essentie is technologie: het verbeteren van een product voor de markt, en het vervangen van verouderde producten door nieuwe. Iedereen had vijftien jaar geleden een mobilofoon, nu is dat een iPhone. Technologische vernieuwing was in de middeleeuwen niet anders.

“Daarom is het openingsbeeld van deze tentoonstelling Fortuna. Het Lot, maar ook een aansporing dat het leven aan de durvers is. Wie moedig is, zal succesrijk zijn. Fortuna is macht, kracht, mildheid, zeer onstandvastig en wispelturig. Kortom, een echte vrouw.” (lacht)

Toch hebben we het nu blijkbaar moeilijker. Er zijn weinig starters, veel studenten zijn afkerig van ondernemen.

HUTS. “Je moet ook een klimaat hebben dat mogelijkheden biedt om te ondernemen, te investeren en ondernemingen op te bouwen. De graven van Vlaanderen creëerden die omgevingsfactoren, door privileges en vrijheden te geven, die de boeren en de burgers gebruikten om te ondernemen en welvaart te scheppen.

“Nu is het een pijnlijke bedoening om als ondernemer te starten of uit te breiden, gehinderd door groepen die hun belangen beschermen. Kijk naar e-commerce en toegevoegdewaardelogistiek. Die kunnen niet in het havengebied, want dat is afgesloten voor moderne economische activiteit, door de wet-Major. Dus verdwijnen vele duizenden banen naar Nederland, waar dergelijke arbeidsbelemmeringen niet bestaan.

Vroeger was het beter?

HUTS. “In het tweelingboek heb ik twee epilogen geschreven. Een politiek correcte, waarin ik zeg dat wat wij in Vlaanderen doen, goed is. We zijn nog altijd een van de rijkste regio’s in de wereld. En een andere, die zegt dat we op de rand van het verval staan, met een natiestaat die verworden is tot een bureaucratisch monster, met een initiatiefnemende burger die ondergewaardeerd wordt en die belet wordt te ondernemen.

“Ik ben niet negatief. Alles kan nog. Maar ik zou de overheid willen aanraden te stoppen met ondernemers de duvel aan te doen.

“Tegelijk is er een gebrek aan doeners. Velen hebben de mond vol over ondernemen, maar als het moment daar is, doen ze het niet. Nochtans is nú het moment om het te doen: het geld is gratis, de euro is zwak, de olie en de energie goedkoop. Reken niet op subsidies, ga voor je idee en voer het uit. Je hoeft niet de eerste te zijn met een plan. In Vlaanderen zijn er gigantisch veel bedrijven waarvan de zaakvoerder met pensioen wil, maar geen overnemer vindt.”

Waaraan ligt dat?

HUTS. “Veel jongeren willen het niet doen. Dat ligt minstens gedeeltelijk aan de rol van de moderne vrouw. Vroeger lieten die veel meer ruimte aan hun mannen om te ondernemen. Ze zijn veeleisender geworden. Een man moet mee instaan voor het huishouden, thuis zijn, meegaan op citytrip, skiverlof, en liefst nog verlof hebben in de krokus- en paasvakantie, in het groot verlof, met Allerheiligen en tussen kerst en nieuw. Begin dan maar als ondernemer.”

De schuld bij de vrouwen leggen klinkt behoorlijk seksistisch.

HUTS. “Wie vindt dat het niet waar is, hoort bij de happy few. Nu komt quality time together vóór geld verdienen. Sorry, maar zo gaat de wereld niet vooruit. Wat is dat, quality time? Samen in een koetsje door de stad en een wafeltje eten aan het strand?

“De vorige generatie vrouwen heeft zich in de miserie gefeminiseerd: man, kinderen, werk, huishouden, liefdes-leven, bouwen, pensioensparen, enzovoort. Ze deden en konden het allemaal. De huidige generatie vrouwen wil een ‘nieuwe man’, iemand die moet opdraaien voor alle dingen waarvan hij toch geen verstand heeft. Ik heb het nooit gebracht tot ‘nieuwe man’.” (lacht)

“Als ik ‘s ochtends mijn ogen opendoe, dan denk direct aan wat ik die dag ga doen. Waarom? Omdat ik het graag doe en meerwaarde creëer. Niet alleen economisch, ook cultureel, sociaal of maatschappelijk. Mijn vrouw laat mij ruimte om mijn ding te doen, en omgekeerd. Alles wat we samen doen, is soms chaotischer, al is het ook leuker. Misschien komt er ook een tijd dat we samen wafeltjes eten, maar dan zal ik ver in de negentig zijn, denk ik.”

Intussen wordt in België om de haverklap gestaakt voor het behoud van sociale verworvenheden. Wat raadt u de overheid aan?

HUTS. “Ik deel de politieke wereld in twee categorieën in. De behoudsgezinden willen dat niets verandert, de progressieven willen de oude producten vervangen door nieuwe. Zo worden e-commerce en logistiek door conservatisme tegengehouden.

“Alles wat op de politieke agenda staat, is een gevecht tussen die twee groepen. Maar met één constante: de verandering wint altijd. Je verandert mee, of je gaat ten onder. Als jouw land het niet doet, doen de buren het wel.

“Je moet durven zaken ter discussie te stellen. Kijk naar de Nationale Bank: daar staan 1200 mensen op de loonlijst, terwijl de Belgische frank al twintig jaar weg is. Of de Senaat: wat doet die nog? Als er geen geld is, begin dan met de afschaffing van de Senaat en andere overtollige instellingen.

“Er is niemand meer die de leiding neemt. Het gevolg is dat er weinig gebeurt, want er is altijd wel iemand tegen. De files worden almaar langer, maar er is geen spoor van een oplossing.”

U hebt in de staalhandel en -bouw gezeten, bent met een ecologische groente- en fruithandel begonnen, en hebt vervolgens Katoen Natie overgenomen. Leidinggeven in een klein bedrijf vergt andere vaardigheden dan een grote groep met 13.000 werknemers leiden.

HUTS. “Iedereen heeft zijn eigen stijl. In een een- of tweemansbedrijf moet je voor alles een oplossing vinden, zelfs al ken je die niet. Voor een btw-aangifte moet je iemand zoeken die dat kan, om personeel aan te werven, voor de administratie, de financiën, de verkoop, de aankoop. Het voordeel is dat je geen kosten hebt, maar als je geen geld verdient, heb je ook geen loon.

“Als je bedrijf groeit, wordt het eenvoudiger om je toe te spitsen op wat je goed kunt. Katoen Natie draait op mensen die slimmer en verstandiger zijn dan ik. De vraag is: hoe hou je die groep samen, gelukkig en gefocust?

“Mijn voordeel is dat ik graag met mensen omga. Daar vind ik plezier in. Ik probeer te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten. Ik ben amper 2 of 3 procent van mijn tijd bezig met strategie, de rest is peoplemanagement.”

Maar aan het einde van het jaar moeten de resultaten er wel zijn.

HUTS. “Die ken ik meestal nog voor ze worden gerapporteerd. Ik bestuur per telefoon, meestal in het weekend, want dan hebben ze tijd. Met 13.000 mensen moet je aan het management beslissingsmacht geven. De managers met wie ik het meeste contact heb, doen dat ook. In sommige bedrijven vergaderen ze om uiteindelijk alleen te beslissen wanneer ze nog eens vergaderen. Daarvoor pas ik.”

Een tentoonstelling organiseren is ook ondernemen. Wat brengt het u op?

HUTS. “Levensvreugde en naamsbekendheid. Die bekendheid is niet nodig, maar als je ze hebt, is het gemakkelijk. Iedereen doet liever zaken met iemand die een goede naam heeft.

“Ik geef al eens graag een feestje, en dat geeft de indruk dat ik niet echt werk. Ook mijn medewerkers zijn ‘pintenpakkers’. Maar aan het einde van de rit liggen de resultaten er wel. Mijn stijl is meerwaarde creëren. Dat hoeft niet altijd puur economisch te zijn. Het mag ook cultureel.”

Luc Huysmans in Kent

“Veel jongeren willen niet meer ondernemen. Dat ligt aan de rol van de moderne vrouw. Vroeger lieten die veel meer ruimte aan hun mannen om te ondernemen. Ze zijn veeleisender geworden”

“Ik zou de overheid willen aanraden te stoppen met ondernemers de duvel aan te doen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content