“Het is niet slecht om met je voeten op de grond te worden gezet”

Waarom Francine Swiggers machtig is? Omdat ze eind-verantwoordelijke is voor het wel en wee van 4,5 miljard euro eigen middelen. En omdat ze een doorslaggevende stem heeft in wie eventueel mag huwen met de financiële instelling Dexia.

Het is een mooie dag om machtig te zijn. De lentezon verwarmt in hartje Brussel een kantoor op de negende verdieping. Een groot kantoor voor een kleine dame. Letterlijk dan, dat klein, want Francine Swiggers (55) stoot als voorzitter van het directiecomité van de financiële holding Arco topvrouw bij De Lijn Ingrid Lieten na zeven jaar van haar troon als machtigste zakenvrouw van België.

Er gaan dagelijks heel wat euro’s door Swiggers’ vingers. Arco telt 4,5 miljard aan eigen middelen en is onder meer grootaandeelhouder van Dexia. Hoewel ze vaak als bescheiden omschreven wordt, ontkent Swiggers haar macht in het Belgische bedrijfsleven niet. “De financiële sector is van enorm belang voor de economie van een land. Wanneer Arco Dexia zou aanmoedigen om innovatiever te zijn op het vlak van bijvoorbeeld bedrijven die duurzame energieprojecten opstarten, of in de social-profitsector, zal Dexia daar oren naar hebben omdat Arco 18 % van de aandelen in handen heeft en daarom een belangrijke rol speelt in de raden van bestuur. De Belgische wet verbiedt wel dat we tussenkomen in de operationele beslissingen van de bank.” Swiggers is niet van plan haar verworven plaats aan het hoofd van onze lijst gauw weer af te staan. Ze beseft dat ze met haar 55 jaar levenservaring tot de categorie mensen behoort die in het arbeidscircuit vaak al afgeschreven worden of een baan krijgen toegeschoven om er nooit meer vanaf te geraken. “De oudere generatie bankiers kan de jonge garde nog economische reflexen bijbrengen. Iemand die dertig jaar geleden actief was in de banksector wist ook al dat je geen kredieten moet verlenen aan wie tot 70 % van zijn inkomen moet gebruiken om die af te betalen. Dat is wel net wat er aan de basis ligt van de huidige kredietcrisis.” Swiggers had vandaag nog verder kunnen staan mocht ze ambitieuzer zijn geweest. Tenminste dat zeggen de geruchten.

TRENDS. Is ambitie u vreemd?

FRANCINE SWIGGERS (ARCO). “Mijn carrière startte bij Bacob waar ik tot een groep universitairen behoorde die werd aangeworven om de leiding over de verschillende departementen op zich te nemen. Niet alleen was ik een van de eerste vrouwen met een universitair diploma die er aan de slag ging, ik moest ook opboksen tegen een generatie van mensen die gegroeid waren in hun baan en ze dus on the spot hadden geleerd.

“Daar kwam ik als baas van 28 boven te staan. Ik moest van de mensen onder me leren en dat wisten zij ook. Op een agressieve manier de kennis naar me toe trekken en dan strikt en rigoureus de leiding nemen, was toen niet de juiste keuze geweest. Misschien zien anderen dat als een gebrek aan ambitie, terwijl ik ambitie toch zie als een positieve eigenschap waar elke gezonde mens over moet beschikken. De weg die mijn carrière nam, was wel niet altijd de weg die mijn voorkeur kreeg.”

U werd toch steeds bevorderd?

SWIGGERS. “Zo lijkt het misschien voor de buitenwereld. Mijn carrière was er echter een met ups en downs. Soms benijd ik mensen die een stabiele loopbaan hebben wel eens, al waren die hoogtes en laagtes altijd interessante leerscholen. Het is niet slecht om eens met je voeten op de grond te worden gezet. Alleen is het jammer dat het niet altijd mijn keuze was.

“Zo werd ik bij herstructureringen binnen Bacob als vrouw niet altijd als een volwaardige kandidaat aanzien. Er waren assessments waar ik niet aan mocht deelnemen. Daarmee verloor ik onmiddellijk een deel van mijn kansen. Ja, ik vond dat erg. Ik heb dat zelfs een paar keer op papier gezet, maar meestal kon ik dat relativeren. Er een grote revolutie van maken, was niets voor mij.

“Welke lessen ik eruit trok? Dat je niet uitsluitend moet kijken naar welke bijdrage je kunt leveren voor je departement, maar ook naar wat je kan betekenen voor de totale groei van het bedrijf. Dat besef je des te beter wanneer je een stap terug moet doen in de hiërarchie.”

Voelen de aanstelling als voorzitter van het directiecomité van Arco en het behalen van de eerste plaats in onze lijst van machtigste zakenvrouwen van België dan aan als een overwinning?

SWIGGERS. “Wel ten opzichte van zij die twijfelden aan mijn competenties omdat ik een vrouw ben. Eerlijkheidshalve moet ik wel zeggen dat ik veel te danken heb aan mijn voorganger, Rik Branson, die heel vrouwminded was: het directiecomité bestaat vandaag uit twee mannen en twee vrouwen. Je positie hangt dus samen met je capaciteiten, maar evengoed met geluk en de steun die je krijgt van invloedrijke mensen.

“Ik ben indertijd bij Bacob aangeworven door de voorzitter, Hubert Detremmerie. Wie hem kent, weet hoe hij mensen kan enthousiasmeren en weet dat de mensen die hij goed vond carrière konden maken. Het was dus een kwestie van geluk dat ik zijn visie over bepaalde thema’s deelde.

“Wanneer ik later met Dirk Bruneel, die nu in het directiecomité van Dexia zetelt, sprak over mijn visie op de manier waarop Bacob kon groeien, speelde hij waarschijnlijk net met het idee om een departement strategie op te richten waarvoor hij me, door dat gesprek, de geschikte kandidaat vond. Je kan vooraf dus moeilijk een gedetailleerd stappenplan uittekenen voor je loopbaan.”

Wordt u als voorzitter anders bejegend dan vroeger?

SWIGGERS. “Er wordt op een andere manier naar me opgekeken omdat ik als laatste in de lijn sta. De jongste maanden heb ik voor veel moeilijke beslissingen de knoop moeten doorhakken. Ons directiecomité heeft wel goed gefunctioneerd als een college, want we hebben toch een paar moedige stappen moeten doen.

“Zoals nieuwe aandelen van Dexia kopen bijvoorbeeld. Dat werd door sommigen kritisch onthaald, maar kopen we niet als de aandelenkoers van Dexia rond de 15 euro schommelt, krijgen we – als de aandelen weer voor 24 euro worden verhandeld – zeker de vraag waarom we het niet deden.

“Ik ontvang ook meer uitnodigingen voor recepties. Daar durf ik momenteel nog niet goed in snoeien omdat ik bang ben dat mensen zullen denken dat ik die feesten beneden mijn waardigheid vind. Of de discrete financiële netwerken mythe of waarheid zijn, weet ik nog niet. Als ze bestaan zullen eerder de voorzitters van de directiecomités van de banken daarin omgaan.

“Mijnheer Lippens nodigde me alleszins nog niet uit. Mocht dat ooit toch het geval zijn, zou mijn belangrijkste vraag aan hem zijn om in de corporate governance van de raden van bestuur meer aandacht te hebben voor vrouwen. Van het invoeren van quota ben ik geen voorstander, al denk ik wel dat ze in een overgangsfase op korte termijn wel nuttig kunnen zijn. Zodra er een aantal vrouwen in de raden van bestuur zetelen, vormen zij een stimulans voor anderen.”

U heeft zelf twee dochters. Durft u beweren dat ze gelijke kansen hebben op de arbeidsmarkt?

SWIGGERS. “In de financiële sector vrees ik van niet. Wil je het daarin maken, moet je nog steeds een groot deel van je privéleven opofferen, iets wat jonge mannen tegenwoordig ook moeilijker valt.”

Zou u uw dochters aanraden om in uw voetsporen te treden of heeft u spijt van bepaalde beslissingen?

SWIGGERS. “Omdat mijn vader vroeg gestorven is, heb ik mijn eigen weg moeten maken. Ik heb het vrij goed gered, dus je eigen weg vinden, is mijn voornaamste advies. Dat ik niet langer dan twee jaar na mijn studies in de academische wereld heb

gewerkt, daar heb ik soms spijt van. Ik zag toen niet in dat ik er een serieuze basis kon leggen om later door te groeien.

“Mijn dochters mogen niet krampachtig bezig zijn met het uitstippelen van hun loopbaan, maar te veel jobhoppen raad ik ook niet aan. Je moet geduld hebben en je bedrijf tonen dat je trouw bent. Bij Arco zitten er op managementniveau heel valabele mensen die ik geen promotie kan beloven omdat we een vrij platte hiërarchische structuur hebben. Er zullen voor hen nog wel kansen komen. Is het niet om op te klimmen, dan is het om wat anders te gaan doen.”

Wordt u graag toegejuicht door uw management?

SWIGGERS. “Ik heb nood aan een klankbord vooraleer ik iets doorduw. Zodra ik een visie heb, draag ik die wel uit. Ik ben nogal praktisch aangelegd.”

Hoe kijkt u aan tegen het falen van het bancaire en financiële systeem?

SWIGGERS: “Falen is een te groot woord. De banken in de Verenigde Staten zijn naar mijn mening inderdaad roekeloos te werk gegaan, hoewel het toestaan van leningen daar in eerste instantie door makelaars gebeurt. “De ratingbureaus zijn ook gedeeltelijk in de fout gegaan door te hoge ratings te geven aan portefeuilles die dat niet verdienden. Door hun modellen nu aan te passen, geven ze toe dat ze wat structurele producten betreft, niet helemaal bij de les waren. Ik ken de ratingbureaus vrij goed. Bij Bacob verzorgde ik vijftien jaar lang de relaties met hen. Als kleine bank en de eerste spaarkas die een commercialpaperprogramma opzette en een internationale euroobligatie-emissie deed, moesten wij een rating krijgen.

“Dat was niet eenvoudig, daar gingen zware discussies aan vooraf. De hele werking van de bank en de manier waarop we kredieten verleenden in de verschillende kantoren moesten we elk jaar laten doornemen. En regelmatig werden we aan de telefoon ondervraagd. We werden als kleine bank door de ratingbureaus strenger beoordeeld omdat ons systeemrisico zogezegd groter was.

“De huidige kredietcrisis bevestigt mijn vroegere opinie dat er meer tolerantie is tegenover grote banken. Daarbij vertrekt men van de redenering dat de overheid grote banken niet failliet laat gaan, dan zou het hele systeem in elkaar vallen. “De bankregulatoren in de Verenigde Staten leggen mijns inziens hun prioriteiten ook niet altijd correct. Ik heb de indruk dat ze onder meer soms meer bezig zijn met de zorg te voorkomen dat een grote Europese aandeelhoudersgroep een Amerikaans bedrijf zou dicteren dan met de controle op de goede werking van de bancaire markt. Dat doet de Belgische Bankcommissie beter.”

De kredietcrisis geeft ook opportuniteiten. Bij het door fraude geplaagde Société Générale bijvoorbeeld.

SWIGGERS. “Het lijkt alsof de Franse autoriteiten Société Générale liever in Franse handen houden. Europa zou daar eigenlijk tegen moeten optreden. Dexia is dan wel een Frans-Belgische groep, maar de vraag blijft of het overwegend Belgische aandeelhouderschap een breekpunt zou zijn.

“Binnen de raden van bestuur van Dexia is er absoluut nog niet over zo’n overname gesproken, wat niet wegneemt dat bepaalde delen van Société Générale interessant kunnen zijn voor de bank. Investeringsbanken die wild denken, stellen dat bijvoorbeeld het retailnet van de Franse bank in het model van Dexia kan passen.”

Wat zijn de uitdagingen voor Dexia en Arco?

SWIGGERS. “De financiële sector is een van de enige waarin we als Belgische groep internationaal iets kunnen betekenen, maar voor Arco blijft diversificatie in de openbare nutssectoren belangrijk. Die zijn maatschappelijk erg relevant, hoewel ze niet altijd een toprendement halen. Arco is daarnaast actief in de sociale economie, waar we bij de start soms al tevreden zijn met een dividendrendement van 2 %. “Dexia moet als marktleider in de publieke sector haar productengamma uitbreiden en de geografische expansie voortzetten. In de particuliere sector behoren acquisities op vlak van assetmanagement of voor de verzekeringstak tot de mogelijkheden. Arco hoopt dat Dexia ook de socialprofitsector en de startende bedrijven die duurzaam bezig zijn, niet uit het oog verliest.”

Een voorbeeld van zo’n bedrijf was Lernout & Hauspie. Ligt u daar ‘s nachts wakker van?

SWIGGERS. “Het dossier dateert uit de Artesiaperiode. Ik heb het de laatste jaren maar van op een afstand gevolgd. Ik ben er wel van overtuigd dat de fundamentele reden waarom Dexia, of toen nog Artesia, het bedrijf steunde, was omdat werd gedacht dat L&H iets kon betekenen voor de Vlaamse economie.

“Het verhaal eindigde eerder ongelukkig. Dat mag geen reden zijn om niets meer te doen voor groeibedrijven. Dan gaat het de verkeerde kant uit met onze economie, zeker nu heel wat bedrijven al in buitenlandse handen zijn, de energieprijzen stijgen en de vergrijzing op ons afkomt.”

Speelt u in uw privéleven ook graag met veel geld?

SWIGGERS. “Voor onze vergoedingen hanteren we binnen ons directiecomité dezelfde maatstaf die wordt gehanteerd voor federale ambtenaren en mensen in topfuncties in kabinetten. Het is hypocriet te zeggen dat geld niet belangrijk is. Zodra je een bepaald niveau hebt bereikt, wordt het surplus wel minder belangrijk. Ja, (overtuigd) ik heb dat niveau bereikt. Ik ben niet het type dat veel geld uitgeeft. Ik zou het trouwens beter kunnen beleggen als ik meer tijd had.” (T)

Door An Goovaerts en Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content