EU-gezant Gerard de Graaf in Silicon Valley: ‘Internet moet veilig zijn’
“Regelgeving staat innovatie niet in de weg. Integendeel”, zegt Gerard de Graaf. Als speciale gezant van de Europese Unie in Silicon Valley moet hij de karikaturen over de Europese regulitis counteren.
Europees diplomaat Gerard de Graaf gaat met een rijkgevuld cv naar de Verenigde Staten. Als topambtenaar bij de Europese Commissie zat hij mee rond de onderhandelingstafel bij de behandeling van dossiers met een grote impact op het leven van de Europeanen, zoals de afschaffing van de roamingtarieven voor mobiel surfen, de draagbaarheid van content (of hoe u op vakantie in het buitenland toch nog op Belgische apps Remco Evenepoel de Vuelta kon zien winnen) en de verplichtingen voor bigtechplatformen om illegale content te weren en gebruikers beter te beschermen.
“Toen ik in Brussel werkte, kon ik iets gemakkelijker aan vrienden en familie vertellen wat ik precies deed. Ik werkte mee aan Europese regelgeving die ervoor moet zorgen dat technologie de mens dient, en niet andersom”, zegt De Graaf. Hij vertrok vorige zomer naar San Francisco, om er voor de Europese Unie een nieuwe delegatie op te zetten. Zijn officiële titel is ‘Senior Envoy for Digital to the US,’ een speciale gezant die de banden met Silicon Valley en vooral de techgiganten moet aanhalen. Het lijkt een ondankbare taak in tijden van miljardenboetes en regelgeving die de macht van big tech moet inperken.
Facebook en andere grote techbedrijven hebben een cruciale rol in onze maatschappij opgenomen, en daar horen extra verantwoordelijkheden bij
“We hoeven ons niet te verontschuldigen omdat we regels aannemen om technologie ten dienste van de mens te stellen”, vertelt De Graaf. “Er zijn drie grote modellen om het internet te reguleren. Er is het autoritaire model, zoals in China en Rusland, waar het internet en technologie gebruikt worden om de eigen bevolking te onderdrukken. Er is ook het laissez-fairemodel van de Verenigde Staten, waar mensen niet genoeg beschermd zijn door een gebrek aan regelgeving. En dan is er de Europese Unie, die fundamentele waarden centraal stelt en alle misbruik wil vermijden: het internet moet een veilige plaats zijn, zonder illegale haatspraak, kinderporno of andere illegale content. Het moet ook een open markt zijn, dus geen concentratie van de macht bij enkele grote spelers, met gebrekkige concurrentie, waardoor de consument te veel betaalt voor diensten. Die boodschap is ondertussen aangekomen.”
De grote Europese privacy-hervorming, de GDPR, zou in Californië en andere staten een tegenhanger krijgen.
GERARD DE GRAAF. “Ons beleid werkt hier inspirerend, maar er doen ook veel karikaturen over de Europese Unie de ronde, genre: de unie reguleert alles wat beweegt en technologisch zitten ze daardoor in het stenen tijdperk. Dat is natuurlijk niet juist. De Verenigde Staten zijn nog altijd de grootste magneet voor durfkapitaal, maar in Europa zijn vorig jaar meer unicorns (beloftevolle techbedrijven met een waardering van meer dan 1 miljard dollar, nvdr.) gecreëerd dan in de Verenigde Staten. Toegegeven: in Amerika liggen de waarderingen nog een stuk hoger. Maar de Europese Unie heeft een fantastisch dynamisch landschap van innovatieve bedrijven en onderzoeksinstellingen, die wereldtop zijn in e-health, fintech, cybersecurity, artificiële intelligentie, quantumcomputing enzovoort.
“Regelgeving staat innovatie niet in de weg, integendeel. In de Verenigde Staten is het nog gebruikelijk facturen te betalen met papieren cheques. Mijn kinderen, twintigers, hebben nog nooit een cheque in handen gehad. Ik kan hier maar uit één energieleverancier kiezen, en ook in de telecom is het aanbod in San Francisco heel beperkt. Voor hetzelfde datavolumne betaalde ik in België drie keer minder. Dat is geen toeval. Het is het resultaat van een beleid om de concurrentie te verzekeren.”
Zal u in de Verenigde Staten vooral met Google en andere giganten werken?
DE GRAAF. “Die komen vanzelf al aankloppen, en ze zijn ook al erg aanwezig in Brussel. We kijken naar het hele landschap, dus ook naar kleine bedrijven, academische instellingen en lokale wetgevers. De staat Californië, waar de regio Silicon Valley ligt, is heel wat techbeleid aan het uitwerken. Dat kan een interessante kruisbestuiving worden. Het internet heeft de beleidsmakers destijds wat overvallen, zeker omdat veel techbedrijven de attitude ‘move fast and break things’ hanteerden. Een bedrijf als Facebook bestaat intussen achttien jaar. In België ben je dan een jongvolwassene en word je als een matuur persoon gezien. Hetzelfde geldt voor Facebook en andere grote techbedrijven: ze hebben een cruciale rol in onze maatschappij opgenomen, en daar horen extra verantwoordelijkheden bij.
“Ik ben hier om te leren en te discussiëren, niet om partijen de les te lezen. En deze keer hebben we tijd, toch zeker wat het metaverse betreft (de opvolger van het huidige internet, dat onder meer virtual reality integreert, nvdr). Het is belangrijk dat we niet alleen over technologische vraagstukken van het metaverse praten, maar er ook voor zorgen dat mensen het veilig kunnen gebruiken, dat ze er veilig kunnen shoppen, dat de aansprakelijkheid bij fraude of diefstal juist is geregeld, of dat de verschillende metaverses met elkaar kunnen werken. Daar moet nu diep over nagedacht worden.”
Er is tijd, maar de Europese besluitvorming gaat meestal heel traag en is complex.
DE GRAAF. “In een eenpartijstelsel als China gaat het natuurlijk altijd sneller. De relatieve traagheid is de prijs die je betaalt voor een democratische en open besluitvorming. De Europese besluitvorming is niet zo moeilijk. De Europese Commissie heeft het initiatiefrecht voor nieuwe regelgeving en daarna is er een systeem van checks-and-balances, waarbij tegelijk op het niveau van de lidstaten in de Raad van Ministers en in het Europees Parlement onderhandeld wordt. Meestal duurt het zo’n anderhalf tot twee jaar om die twee partijen met elkaar te verzoenen, met de Commissie als begeleidende partij in die zogenoemde trialoog. Dat lijkt log, maar dat het heeft veel voordelen. Het zorgt ervoor dat het zeer moeilijk is iets doms te doen.
“In de Verenigde Staten zijn de voorbije 25 jaar op federaal niveau slechts twee wetten over digitaal beleid aangenomen, en dat waren dan nog kleine aanpassingen. De Amerikaanse consument is veel minder beschermd en kan veel minder zijn rechten doen gelden. De GDPR liet wat langer op zich wachten, maar de Digital Services Act (regelgeving om burgers online te beschermen op internetplatformen als Facebook, nvdr) en de Digital Markets Act (vrijwaren van de concurrentie op het internet) zijn in ongeveer anderhalf jaar goedgekeurd. Dat is razendsnel voor de Europese Unie” (glimlacht).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier