Het geheim van de patattenkeizer

Vijftien jaar geleden ging Roger Mylle zich eens bemoeien met de aardappel. Hij maakte er frieten, diepvriesfrieten, chips en aardappelvlokken van, en verdiende er een fortuin mee. Zijn geheim: leveren aan private labels.

R oger Mylle, gewezen groothandelaar in landbouwproducten, herinnert zich 1988 alsof het gisteren was. Als een ambitieuze vijftiger stapte hij het kantoor van de toenmalige Kortrijkse burgemeester binnen. Mylle had een droom: al sinds zijn jeugd wilde hij een industrieel worden. De man had een startkapitaaltje, maar vooral veel knowhow en de steun van zijn eigen familie achter de hand. Bleef de vraag: waar zich te vestigen?

De eerste burger van Kortrijk vroeg enkele maanden bedenktijd. “Dus trok ik met dezelfde vraag naar Moeskroen,” zegt Mylle. “Een dik kwartier later stond burgemeester Detremmerie hier in mijn kantoor. Hoe en waar kunnen we u helpen starten, vroeg hij.” De hulp kwam snel, het enthousiasme was duidelijk. Een week later kon Mylle al aan de slag op een terrein van zeven hectare. “In al die tijd is het nog nooit anders geweest in Moeskroen. Het stadsbestuur voelt sterk mee met de noden en de vragen van de lokale bedrijven.”

Bij Mydibel draait alles om ‘s lands natuurproduct nummer één: de aardappel. Het bedrijf koopt ze aan en prepareert ze als diepvriesfriet, verse friet, aardappelvlokken, chips en aardappelspecialiteiten. In de voorbije vijftien jaar groeide de omzet van nul naar 65 miljoen euro. Er werken vandaag 250 mensen.

Vanuit Moeskroen worden ruim zestig landen beleverd met Mylles producten. Serge Kubla, Waals minister van Economie (MR), vond dat voldoende om Mydibel vorig jaar de tweejaarlijkse Exportprijs te geven. Aan de rand van Moeskroen heeft het familiebedrijf inmiddels zeven hectare bebouwde oppervlakte. En nog is de woede niet over. Alles wordt in voorbereiding gebracht voor alweer een nieuwe fabriek.

Chips geven je vleugels

Mydibel begon destijds met de productie van diepvriesfriet en verse friet. Vandaag maakt het bedrijf jaarlijks 100.000 ton friet, die aan de grote Europese distributeurs worden geleverd. Namen? Liever niet, maar iedereen kan ze zo invullen. Het zijn de groepen die zich tot de massa richten met private labels. “Bij die grote distributeurs kom je alleen het pand binnen onder welbepaalde voorwaarden,” zegt Roger Mylle. “We hebben er alles aan gedaan om de belangrijkste kwaliteitsattesten te behalen. Dat boezemde heel wat vertrouwen in.”

Ruim tien jaar had het management nodig om zich te manifesteren als nieuwkomer. Voor Roger Mylle was het eind jaren negentig overduidelijk. In zijn frietbusiness zat nog veel meer potentieel. Samen met zijn zonen – Roger Mylle is inmiddels een zestiger – stichtte hij in 1997 Pomcobel, in 1999 Roger & Roger en rond deze tijd staat Gramybel in de steigers. Alle bedrijven passen in een strategie van verticale integratie.

Pomcobel legt zich toe op de productie van 35 verschillende soorten aardappelpreparaten, goed voor een jaarproductie van 15.000 ton. Klanten zijn de cateringbedrijven, de grootdistributie en de industriële bedrijven zelf.

Maar het is vooral Roger & Roger dat de familiegroep vleugels heeft gegeven. Roger & Roger is genoemd naar zijn stichters en hoofdaandeelhouders, Roger Mylle en Roger Dick. Zij richtten zich met Roger & Roger op de chipsproductie. “Dat was dicht bij onze roots,” zegt Mylle. Zijn er dan niet genoeg chipsproducenten op de markt? Mylle: “De chipsmarkt is vooral een aangelegenheid van grote multinationals. Wereldwijd kan je zelfs spreken van één dominante speler, het Amerikaanse Lays. Maar wij wilden geen plaats veroveren via een merk, wel door aan private labels te leveren. Veel grootdistributeurs willen met een eigen product uitpakken.”

Elk uur vertrekt er zowat drie ton chips per vrachtwagen vanuit Moeskroen. De eerste productielijn uit het startjaar 2000 kreeg er al een broertje bij.

Begin dit jaar beslisten de beide Rogers dat het nog niet genoeg was. Na friet, chips en aardappelpreparaten, is er nog een plaats te veroveren in het segment van de aardappelgranulaten. Vanaf september wil Mylle machines horen draaien die deze voedseladditieven afleveren. “Wereldwijd is er maar een beperkt aantal spelers actief op deze markt,” zegt Mylle. “Bovendien is dit een sterk groeiende markt.”

Moeskroen haalde weer zijn troeven boven: het investeringsdossier werd snel afgehandeld, de grond prompt beschikbaar gesteld en Mylle kreeg vijf jaar vrijstelling van grondlasten.

Elke dag 65 dertigtonners

Elke dag komen 2 miljoen kilo aardappelen ergens in Moeskroen op een bedrijfsvloer van de familie Mylle terecht. Dat zijn 65 dertigtonners. Een eigen transportbedrijf – Transmyl – staat in voor de logistiek. Het gros van de aanvoer is afkomstig van lokale boeren, die zich in principe met jaarcontracten binden. Ook Nederlandse en Franse landbouwbedrijven zorgen voor een permanente bevoorradingsstroom. Dertig procent wordt geleverd op basis van contracten, de rest komt van de spotmarkt.

Mylle: “We hebben een volledig geïntegreerde agrodienst, die het product volgt van in de grond tot aan de levering. Zo kunnen we onze klanten, waar ook ter wereld, volledige traceerbaarheid garanderen.”

Uit het huwelijk van tonnen water en tonnen aardappelen ontstaat tijdens het productieproces wel veel geurhinder. De vrijkomende dampen van Mydibel zijn meer dan eens het voorwerp van hevige debatten geweest in het grensgebied tussen Kortrijk en Moeskroen. “We springen zo zuinig om met grondwater als maar kan en we hebben tot 600.000 euro geïnvesteerd in een ontgeurinstallatie,” zegt Mylle.

Wie nu nog klaagt, zet maar een wasknijper op zijn neus.

Karel Cambien

“Wij wilden geen plaats veroveren via een merk, wel door aan private labels te leveren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content