Het failliet van de diensteneconomie

Geert Noels Geert Noels is chief economist van Econopolis.

Er is een verband tussen Portugal, Griekenland, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Deze vier landen hebben te hoge schulden, een groot financieringstekort en… een overwicht in de diensteneconomie. Geen toeval, want deze drie karakteristieken hebben ook een verband. Zo’n landen zijn kwetsbaar, zoals Griekenland aan het bewijzen is. De andere drie, en de rest van de wereld, zijn gewaarschuwd.

Een groot stuk van de bevolking houdt van fictie. De dagelijkse portie soap, met geromantiseerde verhalen, met de stereotype helden en slechterikken. Voor hen wordt het Griekse schulddrama elke dag creatief vertaald: ‘Griekenland leefde in pijs en vree. Toen kwamen de speculanten uit het westen, en ze vielen het arme land aan. Ze vroegen hulp aan de Teutonen, maar hun leidster Angela weigerde onverhoeds te hulp te snellen. De kredietwaardigheidsbureaus vuurden net dan pijlen af op de de wankele stellingen van de Grieken. Nu konden de andere Europeanen niet anders dan hun beste jongens naar Griekenland te sturen. ‘ Binnen enkele jaren zal het slot erbij geschreven worden: ‘Geen enkele keerde ooit uit het verre Hellas levend terug. ‘

Bedrog als olympische sport

Van de fictie naar de werkelijkheid. Zelfs met een stevige lening tegen een lage rente, zal deze crisis voor Griekenland niet afgelopen zijn. Alle euro’s die nu worden gegeven, zullen maar gedeeltelijk worden terugbetaald in euro’s, of in het slechtste geval in nieuwe drachmes. De reden is eenvoudig: de Griekse economie heeft niet de draagkracht voor deze enorme schuldenberg. Het land is door jarenlange corruptie verrot, heeft bijna geen hoogwaardige industrie en leeft van het toerisme, en in de afgelopen jaren van de financiële zeepbel. Het kreeg van Europa reeds 4 procent van zijn bbp toegeschoven. Europa betaalde in feite de Olympische Spelen, waar de Grieken vooral opvielen met het bedrog van hun topatleten Konstantinos Kenteris en Ekaterini Thanou, gevolgd door een vakkundige doofpotoperatie. Hun begrotingstaktiek op olympisch niveau.

Toerisme is een leuke sector, maar met sirtaki’s en ouzo’s betaal je geen schulden in euro’s terug. Griekenland lijkt met zijn tekort van 14 procent van het bbp, bankenproblemen en eindeloze stakingen erg veel op Argentinië in 2002. Dat land trachtte de dollar vanaf 1998 tot elke prijs te volgen, maar ging tenslotte failliet.

Zwakke industrie = zwakke schuldenaar

Griekenland heeft de symptomen van een uitgeholde economie: een kleine maaksector, met een buitenmaatse dienstensector. Andere landen hebben dezelfde kenmerken: Portugal, Spanje, de VS, het VK en Frankrijk. België en Italië scoren net iets beter, maar bevinden zich nabij de gevarenzone.

Landen met een te kleine maakindustrie, genereren te weinig export. Ze hebben een zwakke handelsbalans en daardoor meestal ook een zwakke lopende rekening. Hun financieringscapaciteit is daardoor zwak. Als ze dan in een schuldenspiraal terechtkomen, zijn de opties beperkt. We beleven het failliet van de doctrine van de diensteneconomie, maar helaas ook het pijnlijke failliet van een aantal diensteneconomieën…

DE AUTEUR IS CEO EN CHIEF ECONOMIST VAN ECONOPOLIS.

REACTIES ZIJN WELKOM OP trends@econopolis.be

Geert Noels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content