Het einde van de bank zoals we die kennen

Het Franse telecombedrijf Orange (het vroegere France Télécom) wil volgend jaar een mobiele bank lanceren in Frankrijk en België. De intrede van nieuwe spelers in de financiële dienstverlening baart de klassieke banken grote zorgen.

Waar liggen de Belgische banken het meest van wakker? Vooral van de technologische omwenteling en de digitalisering, blijkt uit de studie Banking Banana Skins 2015, die de consultant PwC eind vorig jaar publiceerde. Enkel de toenemende regulering wordt als een grotere bedreiging gezien.

Maar de bezorgdheid over technologie is aan een spectaculaire opmars bezig. Waar die twee jaar geleden nog maar op de achttiende plaats van ingeschatte risico’s stond, is ze voor de Belgische banken nu een echte prioriteit. Ze vrezen vooral dat ze geen gelijke tred kunnen houden met alle technologische veranderingen. En de bankiers vragen zich af of hun klassieke businessmodel levensvatbaar is in een context van veranderend consumentengedrag en digitalisering.

De aandacht voor technologie is in België opmerkelijk hoger dan in andere landen, blijkt uit de studie. “Nogal wat Belgische bankiers beseffen dat hun IT-infrastructuur en backoffice niet aangepast zijn aan de eisen van een doorgedreven digitale dienstverlening. Daarnaast duiken er in snel tempo nieuwe spelers op, die geen IT-erfenis meeslepen en kunnen focussen op niches. Sinds kort beseffen de banken hoe uitdagend die omgeving is”, zegt Roland Jeanquart van PwC Belgium.

Het verleden is voorbij

De intrede van nieuwe spelers in de financiële dienstverlening is de voorbije jaren in een stroomversnelling gekomen. Reuzen zoals Google, Amazon, Facebook en Apple hebben zich op het betalingsverkeer gegooid, en breiden hun terrein uit naar het verstrekken van leningen. Kleinere start-ups worden actief op alle mogelijke terreinen van financiële dienstverlening: kredietverstrekking, spaardeposito’s, internationale geldtransfers en handelsplatformen (zie illustratie).

Volgens een studie van The Economist is de voorbije vijf jaar meer dan 25 miljard dollar in de ontwikkeling van de fintech-sector geïnvesteerd, waarvan het gros in 2014 en 2015. Wereldwijd zouden er al 4000 bedrijven zijn die zich opwerpen als uitdagers voor de banksector. “And they all want to eat our lunch”, beseft Jamie Dimon, de CEO van JP Morgan.

In vergelijking met de VS, het VK en zelfs Nederland komt de fintech-trein in België traag op gang. “Er worden her en der goede initiatieven genomen, zoals het ecosysteem Eggsplore, maar er is nood aan meer digitale competenties en dynamiek”, zegt professor Bjorn Cumps van de Vlerick Business School. “We teren te veel op het verleden. Ons land was ooit voortrekker in betaalsystemen en marktinfrastructuur, maar het lijkt alsof we de nieuwe fintech-boot aan het missen zijn.”

Dat ligt niet aan de banken, want die zien wel brood in de ontwikkeling van kleine fintech-bedrijfjes. Cumps: “De banken doen grote investeringen om hun IT-infrastructuur aan te passen. Maar dat is een werk van lange adem. Alle kanalen in de backoffice integreren, vergt zware inspanningen en gaat zeer traag. Omdat ze begrijpen dat ze sneller moeten inspelen op de digitalisering, stimuleren ze de ontwikkeling van fintech-bedrijven, en kopen ze zich in. Op die manier maken ze zich de manier van werken van de fintechs eigen en verhogen ze de druk op de eigen organisatie om sneller te evolueren.”

Complementaire activiteiten

Volgens het ratingbureau Standard & Poor’s kan technologie een sector ontregelen (zoals gebeurde in de media, de reissector en de distributie), maar in de financiële sector is dat vooralsnog niet het geval. Instellingen als banken zijn sterk gereguleerd, wat de marktintroductie van nieuwkomers bemoeilijkt. Daarnaast hebben banken een stevige klantenbasis, die gebaseerd is op vertrouwelijkheid en een langetermijnrelatie.

Standard & Poor’s stelt vast dat de fintech-bedrijven de banken vooral aanvallen in segmenten waar er weinig of geen kapitaalverplichtingen gelden, en waar technologie of infrastructuur de nieuwe spelers een onbetwistbaar voordeel oplevert in de vorm van een lagere kostprijs of een betere dienstverlening. Betaalverkeer is daarvan het beste voorbeeld. In kredietverstrekking zorgen ze ervoor dat ze enkel als tussenpersoon optreden en geen risico’s op de eigen balans nemen (denk aan peer-to-peer lending en crowdfunding). In die zin zijn de activiteiten van fintech-bedrijven vandaag nog vaak complementair aan die van de banken, concludeert S&P.

Daar is professor Cumps het mee eens: “Met het disruptieve effect valt het voorlopig mee, zeker in België. Weinig fintech-starters vallen de banken frontaal aan. Ik merk integendeel een mentaliteitswijziging: sommige starters hopen snel opgekocht te worden door een financiële instelling. Ik denk dat de banken niet zo veel schrik hebben van de vele fintech-starters. Banken hebben geld, de interessantste fintechs kunnen ze opkopen.”

Toch blijft de opkomst van technologiebedrijven in de financiële sector niet zonder gevolgen voor de klassieke banken. De nieuwe spelers hanteren vaak lagere prijzen. Daardoor dreigt margeverlies. Cumps: “Hier en daar gaan de nieuwe spelers met stukjes business lopen, maar vooral de druk op de marges baart de banken zorgen. Dat dwingt hen ertoe efficiënter te worden en hun businessmodel te herdenken. De digitalisering zal niet het einde van de bank betekenen, maar wel het einde van de bank zoals we die kennen.”

Daar zijn de telecoms

Het voornemen van Orange (het vroegere France Télécom) om een mobiele bank te lanceren, toont dat ook telecomoperatoren een plaatsje in de financiële sector willen veroveren. Orange neemt het bankfiliaal van de verzekeraar Groupama over en wil dat tegen 2017 omvormen tot Orange Bank, met activiteiten in Frankrijk en later ook in België en Spanje.

Voor Orange is dat een belangrijke stap in de realisatie van zijn nieuwe strategie. Die bestaat erin dat het telecombedrijf zijn activiteiten de komende jaren wil diversifiëren in financiële dienstverlening. De inkomsten uit de klassieke telecomactiviteiten staan onder druk en daarom wil Orange zich meer toeleggen op fintech-activiteiten. Tegen 2018 mikt de Franse groep op 400 miljoen euro inkomsten uit financiële diensten.

Orange-baas Stéphane Richard voelt zich daarin gesteund door een enquête die hij liet uitvoeren. 19 procent van de Fransen verklaarde zich bereid om, mocht de telecomonderneming ook bancaire diensten aanbieden, bankklant te worden bij Orange. Dat is meer dan de scores die de grote technologiebedrijven halen op dezelfde vraag (Google 18 %, Amazon en Facebook elk 16 %, Apple 15 %).

Het is weinig waarschijnlijk dat die bedrijven de ambitie van Orange delen om een complete bank met een uitgebreide dienstverlening in de markt te zetten. Apple en Google beperken zich voorlopig, met respectievelijk Apple Pay en Android Pay, tot het faciliteren van betalingen. Facebook heeft in de Verenigde Staten een platform gelanceerd dat geldtransfers tussen Facebook-contacten mogelijk maakt, maar dat is in Europa nog niet beschikbaar. Enkel Amazon en Paypal hebben hun activiteiten gediversifieerd naar het verstrekken van kleine businessleningen en werkkapitaal, vooral aan internetbedrijfjes.

Orange ziet het breder en wil zich profileren als een complete mobiele bank, inclusief de verstrekking van kredieten en de verkoop van verzekeringsproducten. Het telecombedrijf deed ervaring op met het mobiel aanbieden van financiële diensten in Afrika (vooral geldtransfers en betalingen) en in Polen (Orange Finance).

“Orange Bank wordt een heel interessante case”, vindt professor Cumps. “Iedereen beseft dat niet zozeer de technologie bepalend zal zijn voor succes bij de consument, maar wel de integratie van diensten. En dat is precies wat Orange wil bewerkstelligen door de bank te integreren op zijn mobiel platform.”

Vertrouwen is veel

Integratie wordt dus de cruciale factor, en dat hebben ze in China goed begrepen. Daar werken internetgiganten aan een eengemaakt platform dat consumenten toelaat producten te kopen, kranten en magazines te lezen, televisie te kijken én te bankieren. Daarom lanceerde de boodschappendienst WeChat de onlinebank WeBank, die in enkele maanden tijd meer dan 400 miljoen euro aantrok. Ook Alibaba (e-commerce) en Baido (zoekmachine) lanceerden in 2015 onlinebanken. Dat gebeurde steevast in samenwerking met traditionele bankreuzen.

Een belangrijke troef van de banken is dat zij nog altijd meer vertrouwen genereren dan technologie- en telecomspelers. Slechts 16 procent van de Fransen zegt geldtransfers aan vrienden te overwegen mocht Facebook die dienst aanbieden. Maar als Facebook daarvoor in zee zou gaan met een bank, dan stijgt het aantal geïnteresseerden tot 30 procent. Dat toont dat internetbedrijven misschien wel veel sympathie genieten bij het grote publiek, maar als het over de discretie van transacties en de veiligheid van de centen gaat, genieten banken een groter vertrouwen.

Ten opzichte van fintech-starters hebben banken ook het voordeel van de klantenbasis. Doorgaans nemen fintech-starters een vliegende start, maar doorgroeien lukt niet zo vlot. “Schaal is ontzettend belangrijk voor deze bedrijfjes. Daarom zijn ze vaak aangewezen op partnerships met financiële instellingen of grotere techspelers”, stipt Cumps aan. “Ik vermoed dat op termijn maar 5 procent van al die start-ups overleeft. Dat zou al mooi zijn.”

Het voordeel van de klantenbasis genieten de banken evenwel niet ten opzichte van internetgiganten en telecomoperatoren. Orange bijvoorbeeld heeft in Frankrijk een grote naambekendheid en telt 28 miljoen klanten (exclusief de geplande overname van Bouygues Telecom). Bovendien is mobiele dienstverlening de kernactiviteit van Orange. Als mobiel uitgroeit tot het belangrijkste contactkanaal voor bancaire diensten, zit de groep gebeiteld.

“Voor de Belgische banken dreigt het gevaar dat ze achter de feiten aanlopen”, waarschuwt Cumps. “De zware investeringen in de modernisering van hun IT-apparaat zijn niet meer dan een inhaalbeweging. Ze zullen het mogelijk maken dat klanten hun transacties in real time en via verschillende kanalen uitvoeren. Maar eigenlijk is dat het minimum wat de klant verwacht. Wat bieden de banken extra? Met welke dingen pakken ze uit die de klant echt verblijden en verrassen? Dat zie ik te weinig. De grote uitdaging is de digitalisering als innovatiemotor in te bouwen in hun bedrijfsmodel. Daarvoor is, nog veel meer dan vandaag, visie en leiderschap op het vlak van digitale ontwikkelingen cruciaal. Misschien is dat wel de grootste uitdaging voor de banken.”

Patrick Claerhout, fotografie Emy Elleboog

De nieuwe spelers hanteren lagere prijzen. Daardoor dreigt margeverlies voor de klassieke banken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content