Het economische wonder middel van Edmund Phelps

“Ik weet niet of jullie vakorganisaties zich ervan bewust zijn, maar de ondernemingsraden en de hoge ontslagvergoedingen in België hebben zwaar bijgedragen tot de sociaal-economische malaise in jullie land.” De Amerikaanse topeconoom Edmund Phelps over hoe het is en hoe het zou kúnnen zijn als de Belgische overheid oren had naar zijn vernieuwende strategie.

Heeft het zin om, zoals de Europese Commissie vandaag voorstelt, halsoverkop een pak infrastructuurwerken te doen om onze economie weer aan de praat te krijgen? Kunnen meer bruggen en tunnels de economische problemen werkelijk oplossen? Met die vragen trokken we naar Edmund Phelps (70), een van de éminences grises van Columbia University in New York en een man die binnen het internationale economenvolk tot de absolute top behoort (zie kader: Sir Edmund). Zijn visie op de plannen van de Commissie is vernietigend. “Er is maar één mogelijkheid voor Europa om er weer bovenop te komen en dat is via economisch dynamisme. Jullie hebben vooral instituties nodig die op innovatie zijn gericht, die ondernemerschap actiever stimuleren en ook de mogelijkheden creëren voor de ontwikkeling van een financiële sector die zelf kan kiezen welke innovaties, ondernemingen en investeringen hij wil steunen.”

Laat de welvaartsstaat ongemoeid

Nogal wat Belgische ondernemers en zakenlui vinden dat de mindere prestatie van de economie hier nauw samenhangt met de grotere risicoafkerigheid, zeker in vergelijking met de Verenigde Staten en de meeste Aziatische landen. Het is ook Phelps opgevallen hoe ons onderwijssysteem er bijna op is gericht om jongeren weg te houden van het verderfelijke ondernemersmilieu. Dat wekt het vermoeden dat de mindere economische prestaties op het Europese vasteland in de eerste plaats voortvloeien uit culturele eigenheden, een stelling waar de economieprof toch twijfels bij heeft. “Europa loopt economisch achter, niet vanwege een aangeboren cultureel défaut, maar wel omdat het niet over voldoende instituties beschikt om een dynamische economie te voeden. En daar kan snel en doortastend aan worden gewerkt.”

Voor Edmund Phelps staat het buiten kijf dat er met de sociaal-economische prestaties van continentaal Europa iets fundamenteels fout zit. “Dat de economische groei systematisch achterblijft op de VS, Engeland, Australië en Azië is misschien nog niet eens de belangrijkste vaststelling. Ik vind de achterstand die het Europese vasteland heeft op het vlak van de productiviteit en de tewerkstellingsgraad veel betekenisvoller. De lage tewerkstellingsgraad hier heeft zeker te maken met het feit dat de mensen te veel jobs onvoldoende interessant vinden. Ik ben ervan overtuigd dat een sterke economische groei, een hoge tewerkstellingsgraad en een stevige productiviteitstoename meetbare uitingen vormen van het feit dat we ons goed in ons vel voelen. En dus verbaast het me niet dat België op geen van die drie genoemde criteria goed scoort en dat de klachten over ongenoegen en maatschappelijke verzuring almaar toenemen.”

Om die situatie structureel te veranderen, verwacht de Columbia-econoom niet veel heil van wat hij “het liberaal-conservatieve model” noemt. “Dit model gaat ervan uit dat groei alleen maar mogelijk is via ingrepen zoals een drastische verlaging van de belastingen en het terugschroeven van de sociale uitkeringen. Welnu, mijn onderzoek wijst uit dat dergelijke ingrepen meestal maar magere resultaten opleveren. Al moeten we misschien wel wat nuanceren. Het spreekt voor zich dat, bijvoorbeeld, een verlaging van de hoogste marginale tarieven in de personenbelasting een positieve impact zal hebben op het arbeidsaanbod en de arbeidsinspanningen. Hetzelfde kan je verwachten wanneer het verschil tussen nettoloon en mogelijke vervangingsinkomens groter wordt. Lagere sociale lasten zullen sowieso de tewerkstelling ten goede komen, net zoals een relatieve verlaging van de werkloosheidsvergoedingen. Maar al bij al moet je van zulke maatregelen geen al te opvallende resultaten verwachten.”

Instituties en voor de rest handen af

Edmund Phelps kent Europa bovendien goed genoeg om te beseffen dat het doordrukken van zulke maatregelen op veel tegenstand zou stuiten en tot maatschappelijke ontwrichtingen – denk maar aan langdurige stakingen – zou leiden. Phelps: “Neen, het loont niet om een frontale aanval op de West-Europese welvaartsstaat in te zetten. Zoiets zal gepaard gaan met enorm veel energie- en tijdsverbruik en maatschappelijke verzuring en uiteindelijk toch maar beperkte resultaten opleveren voor de economische groei, de productiviteit en de tewerkstellingsgraad. Haal de scherpste kantjes en de voor de hand liggende misbruiken weg uit het West-Europese welvaartsstaat, maar richt uw energie op andere vlakken.”

Phelps denkt dan in de eerste plaats aan een efficiënt functionerende financiële sector. “De overheid moet die instituties vormgeven en ze degelijk organiseren, maar voor de rest haar handen afhouden van het ondernemersgebeuren. Ik hoor sommige Europese vakorganisaties de jongste tijd pleiten voor een actief industrieel beleid vanwege de overheid. Wel, ik hou nu al mijn hart vast. Dat is zowat het enige wat nog ontbreekt om van het Europese economische landschap een complete puinhoop te maken.

Johan Van Overtveldt

“Er is maar één mogelijkheid voor Europa om er weer bovenop te komen en dat is via economisch dynamisme.”

“Europa heeft vooral instituties nodig die op innovatie zijn gericht en ondernemerschap actiever stimuleren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content