Het drijfzand der overheidscijfers

De begrotings- en schuldcijfers van 1996 doen steeds meer vragen rijzen. Was het lopend tekort nu 3,4 % of lag het in werkelijkheid veel hoger (5,5 % bijvoorbeeld) ? Of greep er reeds provisionering voor de swapverliezen plaats ? Of handelde minister van Begroting Herman Van Rompuy als een erg behoedzaam huisvader ? Zelfs in dit laatste geval blijven de onbeantwoorde vragen huizenhoog.

Enkele dagen na nieuwjaar kondigde minister van Begroting Herman Van Rompuy aan dat de Belgische overheid 1996 kon afsluiten met een globaal begrotingstekort gelijk aan 3,4 % van het BBP. De schuldratio, d.i. de overheidsschuld als % van het BBP, daalde volgens Van Rompuy van 133,7 % eind 1995 naar 130,2 % eind 1995. Twee maanden eerder had minister van Financiën Philippe Maystadt in de Commissie Financiën van de Kamer van Volksvertegenwoordigers verklaard dat België in 1996 en 1997 in totaal voor 367 miljard frank aan eenmalige operaties ter vermindering van de schuldenlast zou uitvoeren. Hierin zaten voor 75 miljard eindejaarsoperaties die ondertussen fel aan de kaak zijn gesteld door de Wall Street Journal en Trends (zie Trends van 9 en 16 januari jl.). De twee andere types van eenmalige operaties zijn de meerwaarden op goudverkoop (222 miljard) en verdere privatiseringen (70 miljard).

Het basisscenario

De berekening van de schuldratio voor 1996 zonder het effect van de eenmalige operaties geeft aan dat die schuldratio eind 1996 131,5 % had moeten zijn (zie kader “De Rekening moet kloppen” voor de gedetailleerde berekeningen). Logische vraag vanwege Trends aan het kabinet van begrotingsminister Van Rompuy : “Voor welk bedrag heeft minister Van Rompuy in zijn berekening van de schuldratio voor 1996 rekening gehouden met eenmalige operaties gericht op schuldvermindering ?” Antwoord na drie dagen bij monde van Diederik De Backer, de woordvoerder van minister Van Rompuy : “Wij wensen niet op deze vraag te antwoorden vermits Trends blijkbaar toch altijd al de antwoorden heeft.”

Dan maar verifiëren bij de diensten van de Thesaurie op het ministerie van Financiën. Daar verzekert men dat de cijfers van Van Rompuy in ieder geval de 220 miljard aan meerwaarden gerealiseerd op goudverkopen dienen te bevatten. Wat de eindejaarstransacties betreft, is het antwoord ontwijkender maar uiteindelijk spreekt men toch niet tegen dat die zich tussen de 100 en de 150 miljard situeerden én ook in Van Rompuys cijfers zitten. Vermits echter eind 1995 ook al voor een 40 miljard van die transacties plaatsgrepen, mogen we enkel met het nettoverschil rekenen, zijnde 60 à 110 miljard.

Neemt men die eindejaarstransacties aan de conservatieve kant, dan zouden zij in totaal 280 miljard bedragen (220 + 60). 280 miljard is echter 3,4 % van het BBP van 1996 (8225 miljard), zodat dus, op 0,1 % van het BBP na, de integrale daling van de schuldratio aan eenmalige operaties zou moeten worden toegeschreven. Anders uitgedrukt : zonder eenmalige financiële operaties zou de schuldratio vorig jaar gedaald zijn van 133,7 % naar… 133,6 %. Nog anders uitgedrukt : het tekort op de lopende begroting van 1996 zou niet de vooropgestelde 3,4 % zijn maar wel 5,5 %.

Variante 1

De Belgische begrotingscijfers ondergingen in de race naar Maastricht reeds meerdere massage- en oppoetsbeurten maar dat men het in deze fase zover zou drijven om een lopend tekort aan te kondigen van 3,4 % terwijl het in de realiteit ergens in de buurt van 5,5 % ligt, lijkt bijna ondenkbaar. De ijzeren cijferlogica gebiedt ons echter met deze hallucinante mogelijkheid rekening te houden. In wezen zijn er twee scenario’s voorhanden we noemen ze variante 1 en 2 die een andere uitleg kunnen verschaffen om de vele ongerijmdheden in het beschikbare cijfermateriaal uit te leggen.

In variante 1 wordt als hypothese aangehouden dat met name van de gerealiseerde meerwaarde op de goudverkoop een gedeelte als provisie werd geboekt voor de te verwachten verliezen op de swapoperaties die de Thesaurie enkele jaren terug heeft opgezet om op dat moment financiële winsten in de lopende begrotingen te kunnen boeken. In deze hypothese is de Nationale Bank van gouverneur Fons Verplaetse daarvan op de hoogte, vermits het hele goudgebeuren bij haar geboekt wordt.

Deze variante roept echter een ander levensgroot probleem op voor Maystadt en de Thesaurie. Stel immers even dat de daling van de schuldratio van 133,7 % tot 130,2 %, zoals aangekondigd door Van Rompuy, correct is en dat (conform de berekeningen in het kaderstuk hiernaast) de daling tot 131,5 % voortvloeit uit de evolutie van de “normale” determinanten van die schuldratio. De eenmalige operaties zouden dan slechts goed zijn voor een daling van de schuldratio met 1,3 % van het BBP (131,5 – 130,2). De eindejaarstransacties, die pure window dressing zijn, komen per definitie niet in aanmerking voor provisionering. Vermits die eindejaarstransacties netto minstens 60 miljard (= 0,6 % van het BBP) beliepen, dient voor de daling van de schuldratio tot 130,2 % nog slechts 0,7 % (131,5 – 0,6 = 130,9 en 130,9 – 0,7 = 130,2) van de goudverkoop te komen. Die goudverkoop bedroeg 220 miljard, zijnde 2,7 % van het BBP. Per saldo zou dan 2 % (= 2,7 – 0,7) moeten dienen om te provisioneren voor swapverliezen en mogelijke andere accidenten. We praten hier dan wel over 175 miljard.

Variante 2

Deze variante houdt heel simpel in dat minister van Begroting Herman Van Rompuy ons één dezer dagen komt vertellen dat hij zich bij de initiële berekeningen dermate voorzichtig en pessimistisch heeft opgesteld dat de daling van de schuldratio nog een stuk groter uitvalt dan aanvankelijk gedacht. Om de diverse verklaringen die tot nu toe door verschillende betrokkenen werden gedaan, toch nog aan mekaar te lijmen, moet hij dan met een schuldratio in de buurt van de 128 % komen. Dit zou voor het Maastricht-examen van ons land erg goed zijn.

Los van het feit dat puur politiek gezien zulk een opstelling vanwege de minister van Begroting zeer ongewoon en verwonderlijk is, blijven er in deze variante ook nog andere belangrijke vragen. Waarom had men bij een dergelijke daling nog eens extra enkele tientallen miljarden nodig via uiterst bedenkelijke constructies opgezet tussen 30 december 1996 en 2 januari 1997 ? Als men de goudverkoop netjes in schuldmindering boekt wat die 128 % onherroepelijk inhoudt hoe gaat men dan de swapverliezen dekken ? Of zitten er ergens in een kast nog heel andere lijken waar we op dit moment geen weet van hebben ?

Johan Van Overtveldt

PHILIPPE MAYSTADT Hypothese 1 : werd reeds een provisie aangelegd van 175 miljard frank voor de swapverliezen en andere ongevallen ?

FONS VERPLAETSE (NATIONALE BANK) Werd een gedeelte van de gerealiseerde meerwaarde op de goudverkoop als provisie geboekt voor de te verwachten verliezen op de swapoperaties ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content