Het boodschappenlijstje van George Bush

Eén oorlog tegen terrorisme. Eén afzetting van Saddam. Eén opdracht van Jezus. Tot zover het boodschappenlijstje voor 2003 van president George Bush. Wedden dat hij nog wat vergeten is?

EIGENLIJK KAN HET NOG VEEL SLECHTER 44 DE LORD VAN DE SCHERMEN 46 SLEET OP DE GASTVRIJHEID 47 HAMBURGERECONOMIE 47 CHRIS PATTEN: GOOI HET REGLEMENT NIET WEG 48

President George Bush is iemand die punctuele agenda’s hanteert. Tijdens zijn twee campagnes voor het gouverneurschap van Texas en tijdens zijn race naar het Witte Huis pakte hij uit met kordate to do-lijstjes met zaken die aangepakt moesten worden; en dat deed hij dan ook.

Dat lost meteen al de helft van het probleem op om de Amerikaanse politieke agenda voor 2003 te voorspellen. We weten intussen dat Bush de oorlog tegen het terrorisme – die los genoeg gedefinieerd werd om ook slechteriken van het soort van Saddam Hoessein te omvatten – is gaan beschouwen als de raison d’être van zijn presidentschap. Het is alsof deze ‘herboren christen’, die Jezus oprecht uitriep tot zijn favoriete denker, gelooft dat de Heer hem een zending gegeven heeft. We kunnen er dan ook van uitgaan dat 2003, net als 2002, zal gedomineerd worden door de strijd tegen het terrorisme en zijn vermeende bondgenoten.

Veel moeilijker te voorspellen zijn de delen van de agenda die Bush níét vastgelegd heeft, en dat is nogal wat. Ondanks de sterke prestatie van de Republikeinse Partij bij de verkiezingen voor het Congres in november 2002, hebben de democraten nog altijd meer in handen dan de veertig senaatszetels die nodig zijn om het beleid van Bush te hinderen.

In elk geval zijn er twee dossiers die in 2003 veel kans maken, en die zelfs de president zullen verbazen. Ten eerste: op buitenlands vlak zou Bush een multilateralist kunnen worden. En ten tweede: op binnenlands vlak zou hij wel eens een grotere rol voor de overheid kunnen voorstaan.

Weg met het wantrouwen

Het unilateralisme van Bush vindt zijn oorsprong in twee zaken: wantrouwen tegenover bondgenoten en internationale instellingen, en de overtuiging dat de taken die door multilateralisme uitgevoerd worden eigenlijk niet nodig zijn. Naarmate het team van Bush meer ervaring opdeed, is het gaan beseffen dat jobs zoals vredesmissies in Afghanistan en financiële steunplannen voor Latijns-Amerika wel degelijk noodzakelijk zijn. En omdat die nu eenmaal moeilijk en duur zijn, is het zinvol om de last te verdelen.

Die overgang is al flink gevorderd in Latijns-Amerika. Toen het Bush-team aantrad, luidde het nog dat financiële reddingsplannen alleen maar ‘moreel gevaarlijke’ stimuli creëerden, en dat het weigeren van reddingsplannen de plaatselijke overheid ertoe zou verplichten om het economisch beleid te verbeteren. Die stelling wordt nu uitgetest in Argentinië, dat in 2001 helemaal in gebreke bleef. Zoals bekend is het beleid er sindsdien slechter in plaats van beter op geworden.

Die ervaring heeft het Witte Huis geleerd dat het niet de oplossing in huis heeft om de Latijnse chaos te beheersen, en dat zo’n ondankbare taak het best wordt overgelaten aan de technocraten van het Internationaal Monetair Fonds. Toen Brazilië er in de zomer van 2002 wankel begon uit te zien, steunden Bush & co. dan ook een reddingsplan van het IMF, dat meteen het grootste in de geschiedenis van de instelling was.

De aanwezigheid van een linkse regering in Brazilië en de financiële strubbelingen elders in de regio, zullen de regering-Bush er ongetwijfeld toe brengen om het multilateralisme nog nadrukkelijker in de armen te sluiten. Tegelijk zal de zwakte van Latijns-Amerika het enthousiasme van het Bush-team nog voor een andere vorm van multilateralisme aanwakkeren: zoekend naar een manier om de regio uit het slop te halen, zal de Amerikaanse administratie het belang beklemtonen van een doorbraak in de Doha-handelsbesprekingen. In september 2003 komen ‘s werelds ministers van Handel bijeen in Mexico. Dat die top op Latijns terrein plaatsvindt, zal het Witte Huis nog meer inspireren om de vrijmaking van de handel naar voren te schuiven als de redding voor de regio.

Meer overheidsinmenging

Een soortgelijke verschuiving vindt ook plaats rond de oorlog tegen het terrorisme. De regering-Bush begon haar ambtstermijn met een diepe afkeer van nation building. Dat was onder meer de aanleiding om de inzet van haar vredestroepen te beperken tot de Afghaanse hoofdstad Kaboel.

Maar stilaan is de regering zich ervan bewust geworden dat Afghanistan niet heropgebouwd kan worden in een sfeer van onveiligheid, en dat de instabiliteit in Afghanistan de Amerikaanse argumenten voor militaire ingrepen in Irak en elders schaadt. Net zoals de regering dankzij de aanvaarding van financiële reddingsplannen heeft ingezien dat het IMF zijn nut heeft, zal respect voor vredesmachten ook leiden tot respect voor de bondgenoten die de troepen aanleveren.

De buitenlandse politiek zal ongetwijfeld de agenda voor 2003 beheersen. Maar Bush Jr. zal het wedervaren van zijn vader niet vergeten, die niet werd herverkozen omdat hij zogezegd te weinig aandacht besteedde aan binnenlandse problemen. Ook op dat vlak zal een krachtige argumentatie Bush wegdrijven van de wondermiddelen van het begin van zijn ambtstermijn. De conservatief die voorstander is van beperkte overheidsinmenging en belastingverlaging zal de plaats ruimen voor een meer gematigde centrist.

De aanleiding daarvoor ligt bij de politiek. Als populair president in functie zal Bush geen ernstige weerstand ondervinden bij de voorverkiezingen in 2004. Hij zal wel scherp onder vuur genomen worden door de democratische presidentskandidaten, die zich opmaken voor hun eigen voorverkiezingscampagnes in 2003. De jongste presidentscampagne bracht Bush ertoe om de conservatieven op te vrijen; de campagne van 2003-2004 zal hem naar het centrum drijven.

Die dwingende verkiezingsopdracht zal nog versterkt worden met de groeiende belangstelling voor de overheid die zich in de VS verspreidt. Het mislukken van de liberalisering van de elektriciteitssector in Californië, het instinctieve appel aan de overheid voor een veilige luchtvaart en voor een verzekering tegen terrorisme, de afkeer van de povere reglementering op ondernemingen… Het zijn allemaal elementen die samengebundeld oproepen tot een actievere inbreng van de overheid. Omdat zijn prioriteiten in het buitenland liggen en hij zeer op een herverkiezing aast, zal Bush met de stroom willen meedrijven in plaats van ertegenin te gaan. En op die manier zal een conservatief die van unilateralisme en beperkte overheidsinmenging houdt, zichzelf herbronnen.

Sebastian Mallaby [{ssquf}]

De auteur is editorialist van The Washington Post.

(2003)

Op buitenlands vlak zou Bush een multilateralist kunnen worden. Op binnenlands vlak zou hij wel eens een grotere rol voor de overheid kunnen voorstaan.

(2003)

Bush zal in 2003 wel eens denken aan zijn vader, die niet werd herverkozen omdat hij zogezegd te weinig aandacht besteedde aan binnenlandse problemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content