Het belang van de winkel om de hoek

Redactie Trends

22-02-2007, 00:00 Bijgewerkt op: 20-07-2022, 07:52

De zelfstandige voedingswinkels om de hoek staan in heel Europa onder druk. De Vlaming Chris De Clercq, voorzitter van de Europese beroepsorganisatie IFGA, stelt vast dat België het niet zo slecht doet.

Hij werkt al een leven lang zo’n 70 uren per week en ook het voorbije jaar was dat niet anders. Of mocht het zelfs ietsje meer zijn? Chris De Clercq (56) baat nog steeds zijn eigen voedingswinkel uit in Sint-Joris-Weert, maar deed dat de voorbije 365 dagen in combinatie met het voorzitterschap van de Europese beroepsorganisatie IFGA. Met zijn 70.000 zelfstandige winkels op de hoek is IFGA beslist geen kleintje. De leerrijke ervaring, waar hij een jaar geleden zo op hoopte, is er ook gekomen. “Door rond te neuzen in de rest van Europa heb ik geleerd dat we het in België nog lang niet zo slecht doen,” zegt Chris De Clercq. “Er zijn weinig landen in Europa die nog over zo’n kleinmazig netwerk beschikken. Ook de politiek is wakker geschoten en onderstreept meer en meer het belang van de buurt-winkels. Deze winkels zijn niet alleen kleine bedrijven, ze zijn ook een sociale factor in een stad of gemeente. Een factor van rust, stabiliteit en zelfs sociale controle welteverstaan. In andere Europese landen vinden verwoede pogingen plaats om meer kleine winkels naar het stadscentrum te lokken. In Barcelona wordt op dat vlak op geen inspanning gekeken. Maar mijn Spaanse collega’s melden me ook dat dit lang geen evidentie is. Als we in België wél goed scoren, heeft dat te maken met twee factoren. Eén: de groei per winkel van de discounters is voor het eerst een halt toegeroepen. Twee: de middelgrote distributiegroepen zoals Delhaize of Carrefour hebben begrepen dat ze veel te winnen hebben bij een behoorlijke entente met zelfstandige winkels. Kijk maar naar het succes van AD of Proxi in de schoot van de groep Delhaize.”

Toch is het niet allemaal koek en ei. Door rond te neuzen in Europa heeft De Clercq geleerd dat de opmars van de supergrote groepen nog steeds aan de gang is. “Noem er tien en je hebt ze zowat allemaal,” zegt De Clercq. “Ook onze Europese federatie kan de impact van die reuzen niet stuiten. De kleindistributie lijdt ook aan een gebrek aan een gepaste opleiding. Dat is een probleem in heel Europa. Jongeren kunnen zowat alles studeren, maar ken jij een opleiding om een zelfstandige voedingswinkel te runnen? Het gevolg is dat jongeren met interesse de voorkeur geven aan samenwerking met een grootdistributeur. Maar ze zijn dan niet meer hun eigen baas. We kunnen nooit genoeg de nadruk leggen op het belang van een goede opleiding. Komt er een goed aanbod op dat vlak, dan zullen meteen ook heel wat opvolgingsproblemen van de baan zijn.”

Het voorbije jaar probeerde De Clercq iets te doen aan de blijvende criminaliteit tegen zelfstandige voedingswinkels. “Het is een Europees probleem, maar vooral de grensregio’s zijn het slachtoffer,” zegt hij. “Als het van IFGA afhangt, zouden de namen van de criminelen veel gemakkelijker via internet verspreid mogen worden. Er wordt nu nog ten onrechte geschermd met privacyvoorschriften.” Het is een van de actiepunten waarmee de voorzitter in het najaar wil uitpakken, naar aanleiding van de tachtigste verjaardag van de Europese beroepsorganisatie IFGA. Plaats van het gebeuren: Europees Parlement in Straatsburg. Noblesse oblige.