HET ANTWERPS GERECHT

DUBBELZINNIG.

Maurits De Prins en met hem verbonden vennootschappen werden reeds verschillende malen door het Antwerps gerecht veroordeeld. Een vermoedelijk eerste maal gebeurde dat op 16 december ’82 toen de bvba Frituur Bareeltje, waarvan hij medezaakvoerder en eigenaar was, bij verstek door de Handelsrechtbank in faling werd gezet.

In 1987 werd hij in eerste aanleg en in ’89 in beroep korrektioneel veroordeeld wegens het uitschrijven van ongedekte cheques.

Ook waren er de waslijst geprotesteerde wissels en dagvaardingen die de NV Super Club te verwerken kreeg, met minstens een veroordeling na dagvaarding.

Ondanks dit verleden zal hij door minister van Justitie Melchior Wathelet bij Koninklijk Besluit van 19 juni ’89 voor vijf jaar in datzelfde gerechtsdistrikt tot handelsrechter benoemd worden, volgens een insider op voorstel van de CVP. Zo’n benoeming kan slechts gebeuren nadat de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de Prokureur des Konings een positief moraliteitsonderzoek hebben verrricht. Pas bij KB van 16 april ’91, toen het onderzoek tegen Super Club reeds bijna een jaar liep, zal hij op zijn verzoek ontslag krijgen.

TREUZELEN.

Verklaart die bereidheid van het Antwerps gerecht om aan De Prins zijn “zonden” te vergeven en vergeten, ook de aarzeling om de zaak Super Club te onderzoeken ? Te hardnekkig circuleert het verhaal van een Antwerpse magistraat die op feestjes aan vrienden het aandeel Super Club aanprees als dé belegging. En dat van een Antwerpse substituut die zich op zijn huwelijksreis in het Californische Santa Monica ging nestelen in het buitenverblijf van Jan Maes en Marc De Schutter.

Ook Jaques De Lentdecker, kabinetschef van Melchior Wathelet, zal in een brief van 5 april ’91 het treuzelen van de Antwerpse onderzoeksinstanties verdedigen en schrijven dat het voor Super Club bezwarende rapport van bedrijfsrevisor Deschamps “met de grond werd gelijkgemaakt”.

Nochtans kon men in ’90 weten dat er snel moest opgetreden worden, want sommige van de door de Bankkommissie gesignaleerde feiten hadden zich in ’88 voorgedaan. Gezien de toen korte verjaringstermijnen voor dergelijke zaken was haast nodig. Het werk wordt echter grotendeels overgelaten aan één kommissaris van de gerechtelijke politie, Georges Vanderhallen. Met zo’n onderbemanning kan het niet anders dan dat heel wat zaken bij hun ontdekking al verjaard waren. En alleen dankzij de verlenging van de gerechtelijke verjaringstermijnen een gevolg van de zaak Kirschen-Beelen is niet de volledige zaak verjaard.

POVER.

Het gerechtelijk dossier inzake de aandelenhandel is dan ook zwak. De bestuurders Eddy Wauters, Urbain Devoldere, John McGowan, Roger Claes, Flor Mouthaan en Jaap Van Weezendonk werden hierover nooit ondervraagd. Charles Cool zal pas eind ’92 in Zuid-Frankrijk worden ondervraagd.

Een aantal sporen werden niet door het gerecht onderzocht. Zo bijvoorbeeld de Super Club-aandelen van De Prins die hij bij de Antwerpse financier Luc Thibaut in pand heeft gegeven, die nooit werden omgeruild naar toonderaandelen. De vereffenaar van Thibaut blijft daardoor achter met waardeloze aandelen want nog op naam. Nochtans is onderzoeksrechter Isa Van Hoeylandt zowel in de zaak Super Club als de zaak Thibaut aangesteld.

Op zeker ogenblik zal een anonieme brief het gerecht leiden naar café-dancing De Ossepoot aan de Antwerpse Vrijdagmarkt, gerund door Maria Van der Voort, goede vriendin van Jan Maes. Van der Voort zal als bijna eerste in augustus ’89 via wisselagent Delen in dit café met een grootschalige aandelenhandel beginnen. Dit spoor leidt ook naar het kluwen van vennootschappen rond Lavithas, van Marc De Schutter. Via het Nederlandse Vivechrom is Maurits De Prins hiermee verbonden. Het Antwerps gerecht onderzoekt dit verband echter nauwelijks, ook al had het misschien veel inzicht kunnen verschaffen in het wie, hoe en waarom van de aandelenhandel.

Op 7 maart ’95 stelt rechter F. Cuykens van de raadkamer Maurits De Prins, die als enige moet verschijnen, buiten vervolging. De handel in aandelen werd niet eens tegen hem weerhouden en het openbaar ministerie ging niet in beroep. “Overigens kon ik bewijzen dat ik nooit had verkocht,” beweert De Prins achteraf.

ANTWERPS GERECHT Antwerps magistraat prees het aandeel Super Club op feestjes aan vrienden aan als dé belegging. En een Antwerpse substituut bracht zijn huwelijksreis door in het Californische buitenverblijf van Jan Maes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content