“Hervorming toezicht is nog niet af”

Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank, mag zich sinds kort ook de topwaakhond van de financiële sector noemen. Is uw geld nu veilig? “We zullen het woord crisis niet bannen. Het bescheiden maar ambitieuze doel is om crisissen in aantal en intensiteit te verminderen”, zegt Guy Quaden.

Ik weet het, het is een verschrikkelijke naam, zeker in het Nederlands”, zegt Guy Quaden, gouverneur van de Nationale Bank én voorzitter van het Comité voor Systeemrisico’s en Systeemrelevante Financiële Instellingen (CSRSFI). Dat comité vergaderde vorige week voor het eerst en is een tijdelijke joint venture tussen de Nationale Bank (NBB) en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). Zijn taak: toezien op de instellingen die bij machte zijn om de economie in hun val mee te sleuren. Dat comité is geen lang leven beschoren, want het gaat om een overgangsregime tot het prudentieel toezicht volledig van de CBFA naar de Nationale Bank verschuift. België zal dan een Twin Peaks-model van toezicht hebben: de Nationale Bank houdt alle financiële instellingen in de gaten, en de CBFA (die wellicht voortaan als Autoriteit Financiële Diensten en Markten door het leven zal gaan) waakt over de financiële markten en de bescherming van de consument. Tegen 31 maart moet de regering in lopende zaken deze operatie kunnen afronden, op voorwaarde dat het parlement de nodige volmachten verlengt tot 31 maart.

GUY QUADEN. “We hadden die tussenstap kunnen overslaan. Vervelend is het echter niet, zeker omdat het om een grote en delicate hervorming gaat. België heeft in zijn bestaan drie grote financiële crisissen gekend, telkens gevolgd door een grote hervorming. De crisis van de jaren 1840 resulteerde in de oprichting van de Nationale Bank in 1850. Na de Grote Depressie van de jaren dertig werd de Bankcommissie opgericht. Toen circuleerde al het voorstel om het banktoezicht bij de Nationale Bank onder te brengen, maar de banksector verzette zich hiertegen omdat de Nationale Bank te machtig zou worden. En na de recente crisis introduceren we dus nu het Twin Peaks-model, met de verschuiving van het toezicht van de CBFA naar de Nationale Bank.”

Heeft het CSSFI echte macht?

GUY QUADEN. “Ja, we zijn veel meer dan een overlegorgaan. We kunnen een veto stellen tegen alle strategische beslissingen van de banken en verzekeraars die systeembelangrijk zijn. Het Comité kan alle maatregelen nemen die het nodig acht om de stabiliteit van die instellingen en het systeem als geheel te beschermen. Terwijl dus de NBB later op alle instellingen toezicht zal uitoefenen, houdt het CSSFI enkel de grote jongens in de gaten. Onze eerste beslissing was daarom om de lijst van de systeembelangrijke instellingen samen te stellen (met als belangrijkste instellingen BNP Paribas Fortis, KBC, Dexia, ING België, Ageas, Axa, Ethias en Euroclear). Dat zijn dus niet de instellingen die in de problemen zitten, maar wel instellingen die het hele financiële systeem in gevaar zouden kunnen brengen. Het belangrijkste criterium is het marktaandeel. Alle banken en verzekeraars met een marktaandeel van minstens 10 procent zijn systemisch belangrijk.”

Waarom is de Nationale Bank beter gekwalificeerd dan de CBFA om de banken en verzekeraars in de gaten te houden?

GUY QUADEN. “Ten eerste zijn het de centrale banken die als lenders of last resort de middelen hebben om een crisis het hoofd te bieden. Dat impliceert dat we op de hoogte moeten zijn van alle informatie in realtime. We moeten dus in permanent contact staan met de banken en verzekeraars.

“Ten tweede opereren de meeste grote financiële instellingen grensoverschrijdend, terwijl de controle op die instellingen spijtig genoeg te nationaal georganiseerd is gebleven. De centrale banken hebben echter het voordeel dat ze al over 2 netwerken beschikken: het eurosysteem van de 16 centrale banken uit het eurogebied, en het Europese stelsel van de 27 centrale banken van de Europese Unie. We werken dus al samen, we kennen elkaar en dat zal ons enorm vooruit helpen in crisistijden.

“Ten derde: als je als centrale bank verschillende doelen hebt, en zowel de monetaire als de financiële stabiliteit moet bewaken, dan heb je ook verschillende beleidsinstrumenten nodig. Het rente-instrument volstaat niet om de financiële stabiliteit te garanderen, en dus willen we ook een vinger in de pap van de prudentiële controle. Internationaal is er daarom een tendens om het prudentieel toezicht toe te vertrouwen aan de centrale banken.

“Ik zal niet beweren dat met de NBB als controleur er bij Fortis in september 2008 geen probleem opgedoken zou zijn, in het bijzonder in het overleg tussen België en Nederland. Ik wil de geschiedenis niet herschrijven. Maar ik weet wel dat de telefoonnummers van mijn collega’s in mijn gsm zitten, en dat ik hen dag en nacht kan bellen. Ik zal ook niet beweren dat een nieuwe financiële crisis nu uitgesloten is omdat de centrale banken toekijken, want de geschiedenis zal dan op een dag met mij lachen. Het doel is bescheidener dan dat, maar toch ambitieus. De crisissen moeten minder frequent voorkomen en mogen niet meer zo hard inslaan.”

In de VS is er de Frank-Dodd-wetgeving. In Europa is het toezicht ook al grondig hervormd. En er is een akkoord over Basel III. Hoe evalueert u de reactie van de regelgevers op de crisis?

GUY QUADEN. “Er is al veel vooruitgang geboekt, maar er is ook nog werk aan de winkel. Vooral het akkoord van Basel III, als de G20 dat akkoord goedkeurt, levert de belangrijkste bouwsteen voor een stabieler financieel systeem tijdens de volgende decennia. Basel III maakt dat de banken beter bestand zijn tegen nieuwe moeilijkheden omdat ze niet alleen meer kapitaal moeten aanhouden, maar ook en vooral omdat dat kapitaal van betere kwaliteit moet zijn. Dat kapitaal moet beschikbaar zijn op het moment dat het misgaat, zodat banken de verliezen kunnen absorberen.

“Wat nog op de plank ligt is een oplossing voor het principe van too big to fail, waarbij een aantal instellingen niet failliet mogen gaan omdat dat te schadelijk is voor de economie. Die instellingen genieten van een bizarre en zelfs extravagante positie in een markteconomie, en dat kan hen aanzetten tot overmatig risicogedrag. Er liggen verschillende denksporen op tafel om dat op te lossen. Zulke instellingen zouden bijvoorbeeld nog meer kapitaal moeten aanhouden. Het opsplitsen van die banken is niet noodzakelijk, maar moet mogelijk zijn. De grote banken moeten ook uitleggen hoe ze in geval van moeilijkheden zullen handelen, zonder dat ze daarbij een beroep doen op geld van de belastingbetaler.

“Ook het procyclische karakter van de banksector moet nog worden aangepakt. Hoe beter het gaat, hoe meer krediet de banken geven, en omgekeerd. Dat leidt tot boom-bustcycli, en die mechaniek moet afgezwakt worden. Dat kan door de banken een extra kapitaalbuffer op te leggen als de economie goed draait. Maar we beseffen dat het niet gemakkelijk zal zijn om het feestje te beëindigen als de sfeer er goed inzit. Ook de boekhoudregels, de rol van de kredietagentschappen en de problematiek van short selling moeten vanuit dit oogpunt herzien worden.”

De bankiers zeggen dat aan Basel III een hoog prijskaartje hangt voor de economie. Krediet zal schaarser en duurder zijn, en dat weegt op de groei. Akkoord?

GUY QUADEN. “De kosten van Basel III zijn beperkt en veel minder hoog dan de kosten die gepaard gaan met het uitbreken van een zware crisis en bijhorende recessie. Krediet wordt misschien een beetje duurder, maar dat weegt niet op tegen de voordelen van een stabieler financieel systeem. Economische groei is maar interessant als hij duurzaam is. De banken krijgen ook tijd om Basel III in te voeren, precies omdat we op korte termijn het herstel niet willen fnuiken. De banken hebben ook verschillende mogelijkheden om extra kapitaal te sprokkelen om te voldoen aan Basel III. Ze kunnen op de markt kapitaal ophalen, maar ze kunnen ook meer winsten in de bank houden door minder dividenden aan de aandeelhouders uit te keren, en lagere bonussen aan het management te geven. De banken kunnen ook risicovolle activiteiten afbouwen, wat ook veel kapitaal vrijmaakt.”

Daan Killemaes en Sébastien Buron

“We kunnen een veto stellen tegen alle strategische beslissingen van de banken en verzekeraars die systeembelangrijk zijn”

“Ik zal ook niet beweren dat een nieuwe financiële crisis nu uitgesloten is omdat de centrale banken toekijken, want de geschiedenis zal dan op een dag met mij lachen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content