Hervormen of crashen

In zijn eerste grote interview als gouverneur van de Nationale Bank van België zet Luc Coene de krachtlijnen voor zijn mandaat uit. Als morele chef economie van dit land roept hij op dringend aan de sociaaleconomische lenteschoonmaak te beginnen. “Als we de zaken op zijn beloop laten, lopen we recht met ons hoofd tegen de muur.”

Ja, het is een droom die uitkomt”, zegt Luc Coene, die zich sinds 1 april gouverneur van de Nationale Bank van België mag noemen. Die droom leek nog bedrog te worden door de aanslepende politieke impasse, maar met de overdracht van het banktoezicht zag de regering van lopende zaken een kans om Luc Coene toch te benoemen, mét de zegen van de N-VA. Als oudgediende van de bank, als gewezen kabinetschef van Verhofstadt, en als gerespecteerd econoom kan Coene de nodige adelbrieven voorleggen. Maar vooral zijn koelbloedige en doortastende optreden in de vreselijke bankencrisis plaveide de weg naar het gouverneurschap.

Luc Coene debuteert op een kantelpunt. Als gouverneur heeft de Gentenaar ook zitting in de bestuursraad van de Europese Centrale Bank en het is deze raad die beslist over het monetair beleid. Deze week zal de ECB volgens heel wat waarnemers de rente een eerste keer optrekken met 25 basispunten. Commentaar mag Luc Coene daar nog niet op geven, want in de aanloop naar elke ECB-vergadering geldt radiostilte voor alle ECB-bestuurders. De professionele ECB-watchers willen Coene uiteraard labelen als inflatieduif of -havik, maar de gouverneur wil geen etiket opgeplakt krijgen: “Ik ben vooral een pragmaticus. Ik houd niet van theorieën om de theorie. Ik heb geen vooringenomen ideeën over het inflatiegevaar. Tijdens de gesprekken met mijn voorganger bleek dat we heel vaak op dezelfde lijn zaten. U moet zich dus niet aan grote veranderingen verwachten.”

Het zal wellicht ook niet aan Guy Quaden gelegen hebben dat de inflatie in België (3,5 %) een stuk hoger is dan het gemiddelde in euroland (2,6 %). Ook Luc Coene krijgt in Frankfurt van zijn collega-gouverneurs geen felicitaties met dat cijfer en ook Coene krijgt ongetwijfeld de vraag voor de voeten geworpen waarom de Belgische inflatie uit de pas loopt.

LUC COENE. “Onze analyse wijst duidelijk in de richting van de energiesector. Er is enerzijds de snelle doorrekening van de grondstofprijzen in ons land en anderzijds het specifieke karakter van onze energiemarkt. België voert dus sneller inflatie in dan andere landen, en vermenigvuldigt die via de automatische loonindexering. Een aanpassing is noodzakelijk, anders stevenen we af op een ontsporing van de inflatie en dreigt een verlies van concurrentiekracht en een aantasting van de groei. We moeten onze inflatie beter onder controle houden.”

Denkt dat u dat het mogelijk is de automatische indexering in stand te houden?

COENE. “Wel, we zijn daar toch een hele tijd in geslaagd, dankzij de wet op het concurrentievermogen. Maar wegens de hogere inflatie moeten we nu die wet consistenter toepassen. Dat is in het verleden niet altijd gebeurd. De loonnorm werd bepaald op basis van ramingen, en die ramingen onderschatten meestal de loonevolutie in België en overschatten de loonstijgingen in het buitenland. Dan moet je dat in principe achteraf corrigeren, en dat is niet altijd gebeurd. Zo raak je in de problemen.”

Maar dan hebben we het misschien over reële loondalingen. Terwijl koopkracht al zo’n heet hangijzer is. De vakbonden zullen het nooit pikken dat de werknemers moeten inleveren terwijl de bedrijfstop riante bonussen int.

COENE. “Let op, ik pleit niet voor reële loondalingen, enkel voor een realistische evolutie die rekening houdt met de arbeidsproductiviteit. En ik begrijp de reactie van vakbonden en werknemers. Het stuit mij ook tegen de borst dat de banken, die omvangrijke staatssteun hebben gekregen om te overleven, nu al weer bonussen uitkeren. Je zou denken dat een grotere zelfdiscipline op zijn plaats is, maar dat blijkt niet in de praktijk. Fundamenteel heb ik niets tegen bonussen op voorwaarde dat ze redelijk blijven en niet aanzetten tot risicogedrag. Maar bonussen uitkeren op een moment dat je als bedrijf of bank nog aan het infuus van de overheid hangt? Neen, dat is toch problematisch.”

Hoe is het gesteld met de Belgische banken? Kunnen we op beide oren slapen?

COENE. “De banksector heeft in 2010 een goed resultaat neergezet. Globaal was er zo’n 5,5 miljard euro winst. Ook de solvabiliteit is verbeterd en de risico’s zijn afgebouwd. Het gaat dus in de goede richting, maar we zijn er nog niet. De sector blijft kwetsbaar. De nieuwe stresstesten vormen een goede gelegenheid om de gezondheid van de banken na te gaan.”

Dexia-voorzitter Jean-Luc Dehaene noemt de stresstesten een oefening in sciencefiction.

COENE. “Dat zijn ze ook. Het is een ingebeelde wereld die zo slecht mogelijk ingekleurd wordt. Maar het is niet onbelangrijk te weten hoe je ervoor staat als sciencefiction op een dag realiteit wordt. Stresstesten zijn interessant omdat ze een indicatie geven van de weerbaarheid van financiële instellingen tegenover slechte omstandigheden.”

Houden de stresstesten ook rekening met wanbetaling van landen als Ierland, Griekenland en Portugal?

COENE. “Ik vermoed van niet – dat is nu eenmaal niet aan de orde. De Europese leiders hebben duidelijk de lijn getrokken: ze zullen geen wanbetaling door een land van de eurozone aanvaarden. Dan zou het belachelijk zijn als je daarmee rekening houdt in de stresstesten.”

Maar zonder een schuldherschikking worden deze landen veroordeeld tot jaren van deflatoir beleid, terwijl de bevolking dat nu al niet meer pikt?

COENE. “Ja, maar die bevolking heeft de zaken wel gedurende jaren laten ontsporen. Als je die landen nu een vrijgeleide zou geven om door te gaan zoals in het verleden, heb je niets opgelost. Er moeten eerst belangrijke aanpassingen in het beleid doorgevoerd worden. Ik kan me voorstellen dat dit geen pretje is, maar er is toch een grote solidariteit opgezet. Via het Europese noodfonds en de ECB kunnen de betrokken landen en banken zich tegen gunstiger voorwaarden herfinancieren. België had in de jaren tachtig ook een schuld van 136 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Wij hebben de klus zelf geklaard, zonder hulp van wie dan ook. Dikwijls verloopt het herstel veel sneller dan aanvankelijk gedacht. Eenmaal de bocht genomen, krijg je snel een verbetering. Het komt erop aan de negatieve spiraal waarin een aantal Europese landen zit, te doorbreken.”

Schuldherschikkingen zijn geen optie, ook omdat het Europees bankensysteem dan weer in de problemen zou komen?

COENE. “Dat is inderdaad een element in het verhaal. Een wanbetaling zou de problemen alleen maar groter maken. Fundamenteel lost het niets op. Op korte termijn denk ik dat we langzaam weer in een positieve kringloop zullen komen. Ierland is nu bijna opgelost, aan Portugal wordt gewerkt, en de markten maken duidelijk al het onderscheid met Spanje. Maar de afbouw van al die schulden die voor de crisis zijn opgebouwd, zal een hele tijd duren.”

Hoe ziet uw conjunctuuranalyse eruit? Hoe stevig is het herstel dat we beleven na de crisis?

COENE. “In Duitsland is het herstel stevig, het is meer dan een kortstondige heropleving. Dat danken de Duitsers vooral aan de maatregelen van de regering-Schröder, die nu hun vruchten afwerpen. Voor andere Europese landen komt het erop aan op die positieve golf mee te surfen en mee te groeien. Als we in ons land dat potentieel willen verzilveren, moeten we dezelfde structurele maatregelen nemen als Duitsland. Nu worden we zuiver conjunctureel meegesleurd, maar eigenlijk zouden we nu van de groei gebruik moeten maken om structurele aanpassingen door te voeren. Maar met een regering in lopende zaken is dat niet vanzelfsprekend.”

Kunnen wij ons de politieke patstelling nog lang veroorloven?

COENE. “Neen, maar we gaan ook niet van het ene op het andere moment in een put vallen. Het ergste is dat er kansen verloren gaan, en dat je straks misschien de aanpassingen moet doen op een moment dat de conjunctuur minder goed is. Wat meteen betekent dat de gevergde inspanningen groter zullen zijn dan vandaag. We missen een uitgelezen kans om te doen wat we moeten doen.”

Kredietagentschap Standard & Poor’s heeft ermee gedreigd de rating van ons land te verlagen als er tegen de zomer geen regering is. Hoe kijkt u daar tegenaan?

COENE. “Dat is inderdaad een bedreiging. Het zou spijtig zijn als we het zo ver laten komen want dan stijgt de rentefactuur in de begroting. Bovendien wordt dan ook de financiering van onze financiële instellingen duurder. Dat kunnen we missen als kiespijn.”

Mogen we van u, gezien die dreiging, een oproep verwachten tot de vorming van een nieuwe regering?

COENE. “Die oproep is niet echt nodig. De politiek is zich van de ernst bewust. Ik geloof niet dat die mensen zich amuseren met de zaken in het oneindige te rekken. Alleen kan ik niet anders dan vaststellen dat de kloof gigantisch groot is. Als beide partijen geen water in de wijn beginnen te doen, zal die kloof groot blijven. De prijs die we daarvoor gaan betalen, zal een verlies van welvaart zijn. Daar moeten politici toch gevoelig voor zijn.”

Is een hervorming van de staat en van de financieringswet in uw ogen noodzakelijk om de begroting te saneren?

COENE. “Dat standpunt verdedigen we met de Hoge Raad voor Financiën al een aantal jaar. 90 procent van de vergrijzingskosten zit momenteel op het niveau van de federale overheid, maar de verdeling van de middelen gebeurt gelijkmatig. Ofwel moet iedereen zijn plan trekken, maar op die manier krijg je de begroting nooit in evenwicht. Ofwel moet iedereen bijdragen, maar dan moeten de gewesten en gemeenschappen overschotten hebben die toelaten om een deel van de vergrijzingskosten te dragen. Dat ligt politiek buitengewoon moeilijk in dit land. Een andere mogelijkheid is dat je bevoegdheden overdraagt maar niet de middelen die erbij horen. Ook dat is niet vanzelfsprekend. Maar de situatie op zijn beloop laten, dat kan ook niet, want dan lopen we regelrecht met ons hoofd tegen de muur.”

Uw voorganger hield ook de optie van belastingverhogingen open. Deelt u die mening?

COENE. “Het groeiritme van de uitgaven ligt veel te hoog. In reële termen een toename met 2,2 procent per jaar, dat is meer dan de potentiële groei van onze economie. Dat is dus niet houdbaar. Als je het uitgavenritme niet naar beneden brengt, los je niets op. Dat je in de transitieperiode, gezien de omvang van de inspanning die moet geleverd worden, gebruikmaakt van belastingverhogingen, daar zullen weinig mensen over vallen. Maar men moet wel beseffen dat het verhogen van de ontvangsten helemaal geen oplossing vormt als men niet tezelfdertijd maatregelen neemt om de uitgaven aan banden te leggen. Enkel de inkomsten verhogen is als water in een bodemloos gat gieten.”

Kunnen dergelijke besparingsmaatregelen wel genomen worden als er in dit land een regio is die regelmatig zijn vetorecht gebruikt?

COENE. “Het zal moeten of het hele systeem gaat op de fles. Kijk, als 50 procent van het bbp naar overheidsuitgaven gaat, zit je aan de top in Europa. Dan kun je toch moeilijk argumenteren dat er geen ruimte is om efficiënter te werken en een aantal uitgaven te drukken. Wij vragen ook niet dat de uitgaven in absolute termen verminderen, maar gewoon dat de groei van de uitgaven minstens onder de 1,5 procent blijft. Dan hebben we een groeiritme dat in lijn ligt met de potentiële groei van de economie.”

Tot slot, wat doet u om de druk eventjes opzij te zetten?

COENE. “Mijn werk is voor een groot stuk mijn hobby. Voor de rest gaan mijn echtgenote en ik samen eens wandelen, en gaan we af en toe naar de opera. Van het vele werk heb ik geen last. Meer zelfs, ik heb behoefte aan een beetje druk om goed te functioneren.”

PATRICK CLAERHOUT EN DAAN KILLEMAES, FOTOGRAFIE THOMAS LEGRÈVE

“Als we niet ingrijpen, stevenen we af op een ontsporing van de inflatie en dreigt een verlies van concurrentiekracht en een aantasting van de groei”” Een wanbetaling zou de problemen alleen maar groter maken. Fundamenteel lost het niets op”

“Zonder hervormingen lopen we tegen de muur”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content