Hengsten in Overijse

De vrouw is de executive, de man blijft thuis. Buitenlanders die geen spat werk verrichten en hun dagen doorbrengen met winkelen, de kinderen van school halen en kletsen met vrienden. De Studs.

Ze zijn met zo’n veertig en noemen zichzelf Studs, wat zoveel betekent als hengsten. Britten, Amerikanen, Canadezen en een enkele verweesde Australiër, allen Angelsaksische mannen die hun partner volgen op de weg van een succesvolle loopbaan. Zelf zijn ze ooit begonnen aan een eigen carrière en sommigen onder hen klommen hoog op de maatschappelijke ladder. Maar hun partner ging verder en dus is het hier niet de man die CEO werd van een in Brussel gevestigde multinational, maar zijn echtgenote. Studs staat voor Spouses Trailing Under Duress Succesfully(Echtgenoten die met succes gedwongen achternakomen).

Larry Kopras, medestichter en voorzitter van de groep, is een Amerikaan uit Wisconsin die zijn vrouw naar Brussel volgde. Zij werd gepromoveerd tot regional managing director van 3M Belgium. Hij gaf zijn carrière als eigenaar van een lasbedrijf op en is nu huisman. En hij managet Studs als een bedrijf.

Het is vrijdagochtend en zo’n tien Studs drinken samen koffie in brasserie Le Baron vlakbij het Dumontplein in Stokkel. Het is marktdag en sommigen onder hen hebben hun shopping al gedaan. Eén heeft zijn zoontje meegebracht. De knaap zit er verweesd bij. Verder in het café dames op middelbare leeftijd die Franstalig koffiekletsen. Ze bekijken de club met argwaan. De Studs zijn nonchalant, maar te duur gekleed om gewoon werklozen te zijn.

De checklist wordt afgelopen. Wie zorgt voor wat, wat rest er nog te doen. Volgende week is er een lunchmeeting met de kids in Chi Chi’s, een Mexicaan in Overijse. Lekkere taco’s, nice steaks, goede cocktails en gratis salsa en cornchips. Op de vorige meeting kwamen 247 expats af. Een succes, maar er zijn nog t-shirts te koop aan 10 dollar het stuk. Die moeten zo snel mogelijk de deur uit. Geen nutteloze voorraad. Alsof de directie van een bedrijf vergadert.

GOLF.

“We zien elkaar wekelijks voor koffie, pils, een partijtje golf, een cursus of een cultureel bezoek,” zegt Larry die trots zijn Studs t-shirt en sweater toont. Het begon twee jaar geleden met zes vrienden die regelmatig met elkaar koffie dronken om de tijd te doden. Nu is het een professionele organisatie met lidgelden, een interne service-organisatie en een nieuwsbrief. Elke maand komen er één of twee Studs bij. Ze hebben gewerkt als advocaat, consultant, manager, diplomaat of politieagent.

Dr. Richard Quick (62j.) was hoogleraar en psychiater in de VS, zijn vrouw is topjuriste bij Monsanto. Hij voelt zich in zijn sas in België. Hij is dol op slagvelden en sleurt zijn maatjes mee van het ene militair kerkhof naar het andere museum. Daarnaast gebruikt hij zijn ervaring als psychiater om zijn maten die in de put zitten er weer bovenop te helpen. “Het is niet alleen een kwestie van hormonen en depressies. Je komt van de ene dag op de andere in een nieuwe wereld terecht. Ik had nog nooit een klap in het huishouden uitgevoerd. En nu ben ik verantwoordelijk voor de doodgewone dagelijkse taken, zoals koken, de vaat doen, de voorraad bijhouden. Op de tijdmeting na heeft alles hier een andere maat, tot de schaal van de microgolfoven toe. Een organisatie als Studs moest wel geboren worden.”

De Studs kunnen elkaar niet meer missen. Ze geven elkaar tips over welke antenne geschikt is om Armed Forces Network te ontvangen, waar je vers sap kan kopen met veel pulp erin, waar je het beste vlees vindt, welke lokale peutertuinen goed zijn en ze vertellen elkaar graag hoe hard hun vrouw wel moet werken.

“Wij wijken misschien af van het stereotiepe beeld van de man,” zegt Carlos Morales, “maar we blijven mannen. We moeten stoer zijn, we mogen niet huilen, nooit klagen.” Hij is één van de weinige gelukkigen die nog deeltijds werkt als consultant. De rest van het gezelschap is huisman. Allen klagen ze over het strenge België waar je als buitenlander geen klap mag uitvoeren. “Ik raad dan ook iedereen af om voor een te laag inkomen, zeg maar beneden de 3 miljoen frank, naar België te emigreren,” zegt Marc Daelemans van Amrop Executive Research.

NAPOLEON.

De meeste Studs wonen net over de taalgrens in Waals Brabant. Lasne, Grez-Doiceau en natuurlijk Waterloo. “Het is ongelooflijk om naast zo’n historisch slagveld te wonen,” zegt Larry. “België is een levend geschiedenisboek.”

Waarvan ze echter de helft niet kennen. “Ik hoor dat het in Vlaanderen verboden is op een officiële plaats of met een ambtenaar je eigen taal te spreken,” weet er een. In Vlaanderen spreken ze een andere taal, dat is bekend. Maar Nederlands leren ? “Dat heb je toch niet nodig. Of wel soms ?” Dat Chi Chi’s in Overijse ligt, Vlaanderen dus, daar hebben ze nooit bij stilgestaan.

Flanders Technoland ? Nooit van gehoord. Festival van Vlaanderen ? Onbekend. Ze kennen wel de Munt en het Kaaitheater, en vooral het National Dance Theater scoort goed. Rosas ? Inderdaad. En wat zegt hen de naam Luc Van den Brande ? Stilte. Robert Collignon ? Het blijft oorverdovend stil. Kent er iemand de premier van dit land ? Niemand. Na de koffieklets komt een Stud op ons af. Ain’t that the fat man on a cow, what’s his name again ? Dehaene. And what does this name mean ?

MVI

BIJEENKOMST VAN STUDS IN OVERIJSE Wij wijken misschien af van het stereotiepe beeld van de man.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content