HELPLIJNEN

VOOR ARME LANDEN.

“Telefoonseks kan een positieve invloed hebben op de ontwikkeling,” vindt de International Telecommunication Union (ITU), de heel fatsoenlijke club van nationale telefoonoperators. Terwijl Virtual Dreams en een handvol concurrenten live videobeelden in kleur aanbieden van schaars geklede dames en heren (die laatsten genieten de voorkeur van één beller op vijf), verstuurt een veel grotere en meer ingeburgerde industrie live of ingeblikte seks over gewone telefoonlijnen.

De klanten kunnen op twee manieren betalen : via de telefoonmaatschappij (de rekening komt dan op hun gewone telefoonfactuur of die van hun werkgever) of met een kredietkaart. Om wettelijke beperkingen te ontwijken, werken de bedrijven die de eerste methode toepassen vaak vanuit afgelegen plaatsen met vreemd klinkende namen dikwijls straatarme ontwikkelingslanden. Andere firma’s gebruiken kiosklijnen.

Volgens de industrie bestaat 1,5 % van alle internationale telefoonverkeer uit telefoonseks, goed voor een wereldwijde omzet van ongeveer 2 miljard dollar (65 miljard frank) per jaar. De sleutel van deze handel, zegt de ITU, is het systeem van compensatiebetalingen, waarbij het land vanwaar de internationale oproep afkomstig is de inkomsten deelt met het land van bestemming. Dit houdt in dat de openbare telefoonmaatschappij ( Public Telephone Operator PTO) van een klein ontwikkelingsland erg veel kan verdienen door een groot volume aan inkomend verkeer aan te trekken. De PTO deelt zijn part van de compensatie met de sekslijn, die voor de klanten en de meisjes zorgt. De oproepen worden vaak via een gehuurde lijn (waarvoor geen compensatie moet worden betaald) omgeleid naar het land waar de oproep vandaan komt. De amoureuze klant betaalt dus een internationaal gesprek met een vrouw die misschien enkele kilometers van hem is verwijderd.

Het mooiste voorbeeld is Guyana, een arm Latijns-Amerikaans land met een bruto nationaal product van ongeveer 2000 dollar (65.000 frank) per inwoner. Sinds de openbare telefoondienst van het land werd overgenomen door het Amerikaanse ANT, is het volume inkomende telefoontjes opgelopen van 23,8 miljoen minuten tot 139,7 miljoen minuten in 1995 een totale groei van 56 %. Het jaarlijkse inkomen uit telecommunicatiediensten bedraagt nu ongeveer 130 miljoen dollar, wat overeenkomt met 40 % van het bruto binnenlands product van het land in 1993 (anders uitgedrukt : 700 dollar of bijna 23.000 frank per gezin). Guyana heeft nu één van de meest moderne telecomnetwerken van de regio.

De openbare telefoonmaatschappijen van de ontwikkelingslanden zien geen graten in telefoonseks, zegt Stuart Sharrock, een redacteur van het communicatievakblad Voice+. “De seksindustrie geeft hen de kans om te investeren in apparatuur die allerlei faciliteiten oplevert voor hun binnenlandse klanten. Het zijn dikwijls goed geleide organisaties die vlot functioneren en hun balansen publiceren.” Aangezien ze hun inkomsten delen met de dienstverleners, verdienen ze bovendien minder aan de sekslijnen dan de telefoonbedrijven van de rijke landen (de landen met de klanten), die de andere helft van de vergoeding op zak steken.

De internationale telefoonseks is de zaak van misschien vijf of tien bedrijven. De meeste zijn in Nederland gevestigd, maar ze kunnen probleemloos van het ene land naar het andere verhuizen. De aanwezigen in het Café Royal spitsten de oren toen Sean Taylor, van Redwood Technologies, vertelde hoe zijn bedrijf telefoonapparatuur ontwikkelt die in alle landen gebruikt kan worden, zowel voor internationale als voor binnenlandse verbindingen. Dat soort van flexibiliteit zal voor veel bedrijfstakken nuttig zijn en voor de erotiekmarkt is het perfect.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content