Helende wonden

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

De ex-Joegoslavische republieken zijn geen trekkers voor buitenlandse investeerders. Toch ontwaren Belgische bedrijven in Kroatië, ondanks de recessie, zicht op beterschap. En internationale programma’s voor de heropbouw van de Balkan (Kosovo) wekken belangstelling.

Zagreb, Nova Gradeska,

Slavonski Brod.

De Balkan, de ex-Joegoslavische republieken in het bijzonder (zie kaart), prijkt niet op het prioriteitenlijstje van Belgische investeerders. Behalve Kroatië, waar een handvol Belgische ondernemingen het kennelijk wel ziet zitten: Buggenhout-Vanderstraeten nv uit Merchtem (250 miljoen frank omzet), producent van gefineerde meubelpanelen, bijvoorbeeld, bouwde dit jaar in Slavonski Brod, tegen de grens met Bosnië, een tweede fabriek met een jaarcapaciteit van drie miljoen vierkante meter. Eén maand voor de oorlog in 1991 uitbrak, stapte Buggenhout met 85% in Mijo Veneers, nu goed voor 150 miljoen frank omzet met 120 werknemers. Het maandloon bedraagt er 20.000 frank bruto (12.000 frank netto). De helft van de productie van Mijo Veneers is bestemd voor Ikea en de nieuwe fabriek met 60 werknemers komt er uitsluitend voor toelevering aan die Zweedse meubelfabrikant. Tegelijkertijd bouwt Buggenhout momenteel in de hoofdstad Zagreb een tweede doe-het-zelfzaak van 3600 vierkante meter, na een eerste winkel in Slavonski Brod.

Boortmalt nv uit Boortmeerbeek (2,6 miljard frank geconsolideerde omzet in 1998) heeft in Nova Gradeska, op 140 kilometer van de hoofdstad Zagreb, de funderingen gelegd voor een nieuwe mouterij met een jaarcapaciteit van 50.000 ton. Boortmalts belangrijkste klant in Kroatië, Interbrew, pompte de voorbije vier jaar één miljard frank in capaciteitsuitbreiding (van 870.000 naar 1.300.000 hectoliter) en in kwaliteitsverbetering van brouwerij Zagrebacka Pivora (71% Interbrew). In de eerstvolgende drie jaar komt daar nogmaals één miljard frank bovenop om Stella en Ozusjko, het plaatselijke lagerbier, verder uit te dragen. Met een marktaandeel dat klom van 28% in 1994 naar 38% overtreft de Leuvense brouwer de gemiddelde groei in de biermarkt. En de Leuvenaars hebben de smaak te pakken: in het naburige Montenegro (klein Joegoslavië) brouwen ze 500.000 hectoliter en in Bosnië-Herzegovina werd in september jongstleden 51% overgenomen van Uniline Brewery (300.000 hectoliter). “Zodra de nieuwe mouterij operationeel wordt, mikken we uiteraard ook op export naar Bosnië, Slovenië, Servië en Albanië”, zegt Pierre Schneck, directeur van Boortmalt in Kroatië.

Marc Danneels, de plaatselijke manager van Bonduel Industries uit Komen (Bonduel werd dit jaar omgedoopt tot Eclair Prym), heeft bouwplannen, maar kijkt voorlopig nog de kat uit de boom: “In afwachting breiden we de bestaande productie uit. We streven naar een verdubbeling van de omzet volgend jaar.” Eclair Prym investeert 50 miljoen frank in bijkomende machines. Het bedrijf uit Komen is met zijn Duitse partner sinds de fusie tot Eclair Prym nummer drie in de wereld voor het maken van ritssluitingen. Sedert februari 1997 huurt Danneels in Zagreb ruimte in het vroegere staatscombinaat Mega, ooit de grootste kleding- en textielleverancier van het Warschaupact. “Volgend jaar gaan we naar 400 miljoen ritsen per jaar of dubbel zoveel als nu. Je vindt hier goed opgeleid personeel. Technici van het vroegere Mega hebben apparatuur ontwikkeld waarmee we de productie konden vertienvoudigen.”

Zoran Davidovski, directeur van PipeLife, de plaatselijke joint venture van het Belgische chemieconcern Solvay met het Oostenrijkse Wienerberger, ziet de export vanuit de Solvay-fabriek voor pvc- en polyethyleenbuizen in Karlovac, met 20% stijgen – vooral naar Bosnië en Slovenië.

Uitzicht op beterschap

werd begin deze maand versterkt toen Zagreb dan toch instemde met de privatisering van Hrvatske telekomminikacije. Na tal van vertragingsmanoeuvres verwerft Deutsche Telekom 35% van het telecommunicatiebedrijf. Buitenlandse investeerders zien hierin een doorbraak. Voeg daaraan toe, het algemeen gevoel dat de parlementsverkiezingen van december 1999 wellicht “een aflossing van de wacht” zullen meebrengen en velen hopen dat Kroatië na de eeuwwisseling met een nieuwe lei van start kan gaan. Het Internationaal Muntfonds (IMF) blijft aandringen op structurele hervormingen, waarvan de verkoop van grote staatsbedrijven een voorwaarde was voor het bekomen van stand by-kredieten.

Pierre Schneck, algemeen directeur van Slavonjia slad, de mouterij die Boortmalt na anderhalf jaar onderhandelen met het Privatiseringsfonds in 1997 verwierf, stelt nuchter: “Na de onafhankelijkheid van Kroatië wilde president Franjo Tudjman – overigens naar het voorbeeld van de 200 families in België of in Frankrijk – 200 Kroatische families van de grond helpen om een liberale economie op gang te trekken. Maar het werden er zes.”

Het zelfgenoegzame tycoon capitalism, dat zich in de jaren 1993 tot begin 1997 ontpopte, dreef op ” crony privatiseringen” en veroorzaakte een diep verspreid ongenoegen over Tudjmans Democratische Unie van Kroatië (HDZ). Terwijl een kleine bovenlaag zich verrijkte en de schaarse middelen uit de economie naar zich toe zoog, slonk de koopkracht van de bevolking. Op z’n Aziatisch heeft de geldhonger van de nieuwe tycoons het bankwezen ondermijnd: twee jaar van snelle economische groei en binnenlandse kredietexpansie (met 44% in 1997 en 22% in 1998), resulteerden eind vorig jaar in een bankcrisis, een nijpende liquiditeitsschaarste ( credit crunch) en een devaluatie van de kuna met 18%; de nationale bank staat opnieuw onder druk om te devalueren. Dit jaar gleed Kroatië in een economische recessie: het BNP krimpt met één procent; Zarko Miljenovic, chief economist van Zagrebacka banka voorspelt zelfs een daling met 1,9% (na vier jaar groeiprestaties van om en bij de 6%; in 1997 nog 6,5%). De oorlog in Kosovo zette een zware domper op het toerisme, traditioneel de belangrijkste bron van buitenlandse valuta.

Zoran Davidovski van PipeLife besteedt een deel van zijn tijd aan de papiercarrousel: “Geen echte ruilhandel, maar het doorschuiven van schuldcertificaten tussen klanten van klanten en leveranciers van leveranciers.” Marc Danneels ondervindt weinig hinder van dit soort transacties omdat 30% van zijn productie naar Mega gaat, ter betaling van de huur, elektriciteit en andere basisbehoeften die het staatsbedrijf levert. De rest wordt uitgevoerd naar bedrijven van Eclair Prym in België, Frankrijk, Spanje en Duitsland. “We produceren hier voor topmerken die nooit in het Verre Oosten zullen aankopen.” Autofabrikant Peugeot, reiskofferproducent Samsonite en het textielmerk Decathlon zijn afnemers van Eclair Prym-ritsen. “Maar het geldtekort in de economie brengt regeldriftige bureaucraten soms op de gekste ideeën”, lacht Danneels: “Om een bouwvergunning te bekomen, zouden we een elektriciteiscentrale moeten financieren. Het komt erop neer dat Eclair Prym zo’n 20 miljoen Belgische frank zou moeten ophoesten, gewoon voor elektriciteitstoevoer. Daarom hopen we op een nieuwe generatie politici na de verkiezingen.”

Economische aberraties

irriteren de buitenlandse investeerders: “De wetten zijn op zich wel goed, maar er ontbreken heldere uitvoeringsbesluiten. Elke ambtenaar houdt er een eigen interpretatie op na. Ook de nutsbedrijven geven reglementeringen een willekeurige draai. Bovendien zijn al die teksten uitsluitend in het Servo-Kroatisch beschikbaar, wat zelfs met tussenkomst van een tolk leidt tot misverstanden”, zegt Pierre Schneck. Er retorisch aan toevoegend: “Moet je het daarom als investeerder laten afweten? Neen. Het betekent alleen dat afschrijvingen langer duren dan voorzien, maar het tij zal keren.” Op ministerieel niveau wordt Schneck geconfronteerd met jonge veertigers, die “bijzonder onderlegd en bekwaam zijn, mensen die het beste voorhebben met dit land en weten waar het schoentje wringt. We zitten in een overgangsfase.”

Op til zijnde verkiezingen en de druk op de staatsbegroting, de behoefte aan vers geld om pensioen te kunnen uitbetalen en het ongenoegen van de moegetergde belastingbetalers, verklaren wellicht de plotse stroomversnelling in de privatisering van grote ondernemingen. Deutsche Telekom betaalt 800 miljoen VS-dollar: zuurstof voor de staatsbegroting.

Ook Marc Danneels ziet lichtpunten: “De hotelsector wordt nu geprivatiseerd met vergaande financiële toegemoetkomingen aan potentiële kandidaten: zo vervalt de rente van 17 tot 27 procent op de schulden of worden vergaande herschikkingen mogelijk. Die nieuwe maatregelen wekken de hoop dat de overheid bereid is gelijkaardige faciliteiten toe te staan in andere sectoren.” Zodra dat bevestigd wordt, neemt Danneels de bouwplannen voor een eigen fabriek van Eclair Prym in Zagreb opnieuw ernstig in overweging.

erik bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content