Helemaal anders

De Tucson is een belangrijk model voor Hyundai. Het is de vertegenwoordiger van het merk in de felbevochten klasse van de compacte SUV, de populairste koetswerkvorm in Europa. Maar deze middenklasser is ook de bestverkopende Hyundai op het oude continent, ook in ons land. Het is dus des te verrassender dat de Zuid-Koreaanse constructeur zo doortastend te werk is gegaan voor deze nieuwe generatie van de Tucson. Deze auto heeft niets meer te maken met de vorige versie.

Dat wordt al duidelijk na een eerste snelle blik op het uiterlijk. Het design van deze vierde generatie is op zijn minst gewaagd te noemen, met een radiatorrooster en de lichtblokken die helemaal in elkaar lijken over te vloeien. Ook aan boord laat de Tucson zich op geen enkele verwantschap met zijn voorganger betrappen. Zo zijn op de opvallende middenconsole alle knopjes en schakelaars verdwenen. Zowat alle functies laten zich nu aansturen via de aanraakschermen. Dat is een gewaagde keuze, want lang niet iedereen is fan van die radicale beslissing om in zo goed als geen klassieke knopjes meer te voorzien. Wij ook niet, want om bijvoorbeeld de temperatuur in te stellen moet je in de praktijk de ogen vaak langer van de weg afwenden om de gewenste instelling te vinden dan met een klassieke draaiknop. Dat veel constructeurs toch voor die tactiele oplossing gaan, is een teken des tijds: het is hipper en laat groter technologisch vernuft vermoeden. Om niet te zeggen: het doet een beetje als Tesla aan. Voor het overige hebben we alleen maar lof voor het interieur, dat dankzij een groeischeut ook nog eens 2,6 centimeter meer beenruimte biedt voor de passagiers achteraan in vergelijking met de vorige Tucson.

Onderweg ontdekten we een auto die heel handzaam en voorspelbaar is, en die comfort boven sportiviteit stelt. De oneffenheden op de slechte Belgische wegen worden goed weggefilterd. Het enige wat de sereniteit aan boord af en toe kan verstoren, is het gebrom van de dieselmotor, dat hoorbaar wordt zodra je de mechaniek serieus belast. Maar zuinig is de viercilinder wel. We verstookten 5,7 liter en hadden met een wat oplettender rijstijl makkelijk beter kunnen doen dan het officiële normverbruik.