HAND OP DE TRENDWENDE. THE FINAL COUNTDOWN

Dollar als lokomotief. Obligaties in de eerste wagon. Brussel op het juiste perron.

Niks dan gunstige perspektieven voor de Amerikaanse dollar (USD). De dalende lange-termijntrend nadert een historisch keerpunt. Dit blijkt niet enkel uit de aanhoudende ekonomische klimaatsverbetering. Ook de technische signalen en het marktsentiment duiden op een trendwende.

Homo economicus.

Louter ekonomische faktoren schieten tekort om een munt op te tillen. Op basis van die data hadden we al langer een hogere dollar verdiend. Toch stimuleert het gunstige ekonomische klimaat in de VS de kentering van de dollartrend.

Wat dit positieve geluid zoal inhoudt ? Vooreerst staat het korte-renteverschil met Duitsland (en Japan) duidelijk in het voordeel van de dollar. Dit rentesurplus zal tijdens de komende maanden nog oplopen. Bovendien gaat de sterke ekonomische groei +3,9 % in het derde kwartaal gepaard met een zeer lage inflatie van minder dan 3 %.

Heel wat bronnen situeren de VS terug op de nummer één in de wereldrangschikking van de meest kompetitieve landen. Het land realizeerde een duidelijke inkrimping van het overheidstekort, en dit niet enkel dank zij de betere konjunktuur.

Alles laat uitschijnen dat het tekort op de lopende rekening tijdens de komende maanden zal verkleinen. De bruto-kapitaalstromen naar het buitenland daalden. Amerikaanse institutionele beleggers maakten een einde aan de diversifikatie-inspanningen in niet-Amerikaanse waarden. Op de koop toe merken we een enorme onderwaardering van de dollar qua koopkrachtpariteit. Vooral dan ten opzichte van de yen (JPY).

Teken aan de kaars.

Als het huidige dollarherstel aanhoudt, krijgen we vermoedelijk een eerste hapering in de bijna 10 jaar aanslepende muntdaling tegenover de mark (DEM). Onlangs werd opnieuw een bodem gevormd in die trend. Maar de nieuwe bodem ligt op een hoger niveau dan de voorgaande : ca. 1,48 mark tegenover ca. 1,40 mark.

Oftewel een breuk in de dalende trend. Een intakt-dalende trend impliceert immers dat de nieuwe toppen en bodems steeds lager liggen dan de voorgaande bodems en toppen.

Deze trendbreuk wordt visueel bekrachtigd op de lange-termijngrafiek in “Japanse kaarsen” van de mark/dollar-wisselkoers (grafiek 1). Over de maanden oktober en november ’94 worden we duidelijk gekonfronteerd met de vorming van “overlappende patronen”. Zo’n engulfing patterns zijn trouwens ook waar te nemen in de wisselkoersen yen/dollar, Zwitserse frank (CHF)/dollar en dollar/pond(GBP).

Dat deze patronen wel degelijk het label “keerpunt” wettigen, blijkt uit een jaaroverzicht van ’94 in kaarsvorm. Sinds januari worden de maandgrafieken gesierd door een praktisch ononderbroken reeks van zwarte kaarsen. Maar tijdens de laatste maanden merken we de vorming van verschillende “hamers” en “dojis” : pauze- en/of wendefenomenen.

Tenslotte leggen de stochastics-grafieken op maandbasis een zwaar oververkochte dollar bloot. Een zoveelste teken dat de markt rijp is voor een definitieve dollarwende.

Opwaartse kruising.

Ook uit de “punten-en kruisen”-grafieken kunnen we een nakend dollarkoopsignaal afleiden. Bij het ter perse gaan, waren de daartoe cruciale niveaus 1,58 DEM/1,34 CHF/102 JPY nog niet bereikt. Op het moment van publikatie zal dit waarschijnlijk wel het geval zijn.

Het 10-daagse gemiddelde heeft in alle belangrijke dollargrafieken het 50- en 100-daagse gemiddelde opwaarts gesneden. En een kruising tussen het 50-daagse en het 100-daagse gemiddelde is niet ver af. Deze dubbele opwaartse “fly-over” zou eens te meer de dollarwende in de verf zetten.

Het vorige neerwaartse snijpunt van deze drie gemiddelden dateert van april 1994. Toen bevestigde het verschijnsel zeer overtuigend de dollardaling die begin 1994 aanving en tot op heden duurde.

Het marktsentiment draait.

Het marktsentiment veranderde de jongste weken drastisch, ten gunste van de dollar. De markt reageerde niet resp. positief op cijfers en gebeurtenissen die voorheen een negatieve resp. géén dollar-reaktie uitlokten.

Interventies van de centrale banken sorteerden in ’94 bitter weinig effekt. Maar de tussenkomsten op 2 en 3 november werkten duidelijk na op de markt. Bovendien werd de dollar niet negatief beïnvloed door het aanzienlijke Demokratische verlies in de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen.

De verhoging van de Federal Funds rate met 75 basispunten bracht de dollar boven het niveau van 1,55 mark, hoewel de markt deze belangrijke renteverhoging grosso modo had verwacht. De dollar bleef zelfs ongevoelig voor de belangrijke terugval van de Dow Jones op 21, 22 november en 1 december 1994. De indextuimeling bedroeg achtereenvolgens 45, 91 en 38 punten.

Substantieel herstel.

Het dollarherstel zou wel eens sneller en doortastender kunnen zijn dan de markt vermoedt. De verwachtingen klinken tè gematigd, nadat de voorbije maanden een negatieve sfeer rond de dollar gecreëerd werd. Maar precies in dit soort omstandigheden ontkiemen substantiële bewegingen.

Het zou ons niet verwonderen dat de dollar reeds binnen het half jaar opnieuw de laatste piek van 1,77 mark bereikt. Door de huidige extreem overgewaardeerde yen kondigt vooral de yen/dollar-wisselkoers zich aantrekkelijk aan.

De boodschap luidt dus : dollars kopen. Dit kan onder de vorm van cash, dank zij de gunstiger wordende korte-termijnrente. Zoniet onder de vorm van obligaties. Aandelen vinden we riskanter. Wall Street kende immers een tè lange, ononderbroken stijging. Terwijl ook andere evaluatiecriteria slechts matig nieuws brengen voor de Amerikaanse aandelen.

Frank Boll

Na een donkere periode ziet het er voor het dollarbiljet weer stukken beter uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content