“Haal de centen waar ze zitten”

De banken! Of neen, de zelfstandigen! Of wacht, de bedrijven! De put in de staatskas is diep en de speurtocht naar de schuldige of naar sterke schouders om de crisis te betalen, is intens. Fiscaal expert Axel Haelterman zet alles op een rijtje, maakt een rustige analyse en besluit dat een hogere belasting op vermogensinkomsten onvermijdelijk is.

Axel Haelterman ziet er goed uit. Een zware behandeling tegen een ernstige bloedaandoening hield hem een halfjaar uit de loopgraven. “Ik ben weer volop actief, ik verkeer in opperbeste gezondheid en ik heb zeer goede langetermijnperspectieven, ook al verklaren de medici iemand in mijn geval nooit echt genezen. Ik heb in die maanden eens grondig kunnen nadenken over onze fiscaliteit. Dit is dus de academicus die spreekt. Een academicus die tijd had om na te denken”, zegt de hoogleraar (KULeuven), topadvocaat (Freshfields) en fiscaal adviseur van de Belgische regering in onder meer de discussie over het delicate evenwicht tussen de strijd tegen fiscale fraude en de rechten van de belastingplichtige (zie kader “Bankgeheim is niet meer van deze tijd”).

“Het is de tijd om een aantal onderdelen van onze fiscaliteit te vervangen”, zegt Haelterman. “Een volledig nieuwe fiscaliteit in elkaar timmeren? Neen, dat is niet realistisch. Het zou een sisyfusarbeid zijn. Een commissaris voor het herdenken van de fiscaliteit zou zich rot amuseren, maar niets bereiken. Met een volgeladen vrachtwagen raak je nooit de berg op. Dan voer je beter met kleine bestelwagens een aantal onderdelen naar boven.”

Als er een onderdeel aan vervanging toe is, dan zijn het de belastingen in de vermogenssfeer. Dat is Haeltermans redenering in een notendop. “De vergrijzing (dat weten we al lang), de financieringswet (dat weten we al enkele jaren) en de crisis (dat is nieuw) wegen zwaar op de federale begroting. Bovendien is er geen spaarpotje, en de lasten op arbeid en op ondernemen zitten al aan hun plafond. De tijd is rijp om niet-werkende burgers – gezien de vergrijzing een groep met een groeiende fiscale draagkracht – aan te spreken. Dat kan via een noodzakelijke herziening van de fiscaliteit op vermogen. Ik kan me zwaar vergissen in de volgende uitspraak, maar ik denk dat de tijd rijp is voor hogere belastingen op inkomsten uit vermogen.”

Het klinkt raar, maar de Belgische staatsstructuur is nog een element dat het vizier van de fiscus in de richting van de vermogensinkomsten duwt. “Het verder overhevelen van fiscale bevoegdheden staat misschien niet als speerpunt in het Vlaamse regeerakkoord, maar het komt op de agenda zodra er weer over de staatshervorming wordt gepraat. De deelstaten hebben al de bevoegdheid over het economische beleid en dus is het logisch dat ze dat beleid ook met meer fiscale instrumenten kunnen voeren. Vlaanderen is nu de gegijzelde van de PS, omdat de PS liever werkt via subsidies voor haar regionaal economisch beleid. Toch zie ik ook langs Franstalige kant interesse om fiscale bevoegdheden over te hevelen, op voorwaarde dat de solidariteit bevestigd wordt. Een compromis is mogelijk, maar dan in elkaar gebokst op zijn Belgisch en niet op zijn Vlaams eisend. Dat heeft de periode-Leterme ons geleerd.”

De vergrijzing, de crisis, de financieringswet en de volgende ronde in de staatshervorming werken dus op een merkwaardige manier samen om de fiscale potten van de federale overheid leeg te lepelen. “En nu zijn we er. De fiscaliteit van vermogensinkomsten valt niet zo eenvoudig te regionaliseren omdat ze minder te koppelen valt aan de bevoegdheden van de deelstaten. De federale regering moet besparen, maar moet ook op zoek naar nieuwe centen, en behalve in hogere milieu- en energieheffingen kan ze die centen alleen vinden in een hogere belasting op het vermogensrendement. Het klinkt links, maar haal de centen waar je ze kan vinden en waar ze niet weglopen.”

Maar is kapitaal niet zeer mobiel en jaagt een hogere belastingdruk op vermogens het spaargeld niet uit het land? Haelterman gelooft van niet. “Vermogen is al minder mobiel geworden omdat het door de Europese spaarrichtlijn in kaart wordt gebracht. Je moet dus al buiten Europa gaan. De G20 gaat ook de belastingparadijzen verder aanpakken. Ze sturen bij wijze van spreken troepen naar wie het bankgeheim niet opheft.”

Belastingen in de vermogenssfeer zijn dus zowat de laatste fiscale strohalmen waar de federale regering zich kan aan vastklampen. De speurtocht naar andere ‘sterke schouders’ levert weinig op. Haelterman is daarbij uw gids.

Laat de werknemers de crisis betalen? Neen!

“De mensen zijn de hoge belasting op hun arbeid zo beu als koude pap. De fiscale druk op arbeid kan moeilijk nog stijgen. Met een marginaal tarief van 50 procent in de personenbelasting en socialezekerheidsbijdragen van 32,39 procent (werkgever/bediende), 38,39 procent (werkgever/arbeider) en 13,07 procent (werknemer) staan we internationaal al aan de top. De massa van de beroepsinkomsten en de belastingopbrengst daarop is echter zo groot, dat het spelen met de tarieven tot leerling-tovenaareffecten leidt. Je weet waaraan je begint, maar je weet niet waar je uitkomt. Het schrappen van het 45 procent-tarief in de personenbelasting bijvoorbeeld kost de schatkist ongeveer 3 miljard euro.”

“Ik roep – in de woestijn weliswaar – op om de aftrekposten te vereenvoudigen. Laat er een expert van elke deelstaat op los en laat die voorstellen om een pak aftrekposten af te schaffen. De politiek kan dan ‘de goede’ spelen door de zinnige aftrekposten te behouden. Want als de politiek posten moet afschaffen, dan komt er niets van in huis. Je kunt bijvoorbeeld werken met korven (energie, kinderen, huis, milieu, enzovoort) waarin je de aftrekmogelijkheden verzamelt. Maar zodra je korf vol is, dan is die vol. Dit is geen nieuw idee, maar er is geen politieke kampioen die opstaat om het te realiseren.”

Het ACV opende enkele weken geleden het vuur op een van die aftrekposten: het pensioensparen. “Je moet een dommerik zijn als je vandaag niet aan pensioensparen doet. De fiscale behandeling is heel gunstig. Maar het gaat maar om een bedrag van een goede 800 euro per jaar. Daar bouw je geen pensioen mee op. De afschaffing van deze aftrekpost staat daarom op mijn lijstje om de fiscaliteit te vereenvoudigen. Dit pensioensparen heeft een beperkt maatschappelijk belang en de pensioenvorming gebeurt in de andere pijlers.”

Laat de zelfstandigen de crisis betalen? Neen!

Het was een idee van het ABVV. Volgens de inkomensstatistieken verdienen de zelfstandigen verdacht weinig in vergelijking met werknemers. Dat kan erop wijzen dat deze groep te weinig bijdraagt aan de schatkist. “Er zijn nog mensen die denken dat zelfstandigen wel en werknemers niet in het zwart kunnen werken. Dat is een fabel. Want werknemers die bijklussen, dat zijn eigenlijk deeltijds zelfstandigen in het zwart. En de cijfers van de inkomens van de zelfstandigen zijn vertekend, want je moet er ook de inkomens bijtellen die zijn ondergebracht in een bvba. Een zelfstandige die zijn totale inkomen op de gewone manier aangeeft, dat is meestal een zelfstandige die niet zoveel verdient. De zelfstandige die wel veel verdient, die richt een bvba op. Het inkomen dat in die bvba wordt gestopt, en de belasting daarop, moet je meetellen om tot vergelijkbare cijfers te komen. Ja, ik weet het, de zelfstandigen maken kosten in die bvba om de belastbare basis te verminderen. Maar de trucs daar, die kan men met een aantal gerichte maatregelen platleggen. Maar als die correcties gedaan zijn, en er is dan nog sprake van een inkomensverschil in de aangifte, dan is dat een signaal van zwarte inkomsten. Voor de rest oogst je alleen maar ruzie als je een hele sector probeert aan te pakken.”

Laat de bedrijven de crisis betalen? Neen!

Overleeft de notionele-intrestaftrek de crisis? Want volgens de tegenstanders kost de maatregel veel geld, en is misbruik schering en inslag. “Ik ben een verdachte bron, want ik heb eraan meegeschreven, maar onderschat de antimis-bruikmaatregelen niet. Of de maatregel te duur is? Het eerste jaar van de toepassing stegen de inkomsten uit de vennootschapbelasting. Nu dalen ze, maar dat is puur te wijten aan de crisis. En in die moeilijke tijden heb je de maatregel net nodig. Ik doe een smeekbede: haal het imago van België niet verder onderuit door de notionele-interestaftrek af te schaffen. De maatregel zette België weer op de kaart bij buitenlandse investeerders.”

Laat de consument de crisis betalen? Opletten!

“Een toename van de indirecte belastingen botst op praktische bezwaren. In een klein land als België kan de consument gemakkelijk de grens over om zijn luxegoederen te kopen. Bovendien biedt het internet vandaag mogelijkheden om aan hoge btw-tarieven op nationaal vlak te ontsnappen. De zoektocht naar een werkbare belasting op specifieke bestedingen, die als graadmeter van fiscale draagkracht kunnen worden beschouwd, verdient bijkomende studie.”

Laat de banken de crisis betalen? Opletten!

“Een belasting van het kapitaal van de banken is nonsens, want kapitaal is nodig om leningen te geven. En de kredietkraan openhouden, dat hebben de banken toch als opdracht meegekregen? Een aantal hulpinstrumenten is ook aan marktconforme voorwaarde gegeven en die renderen ook. Het is niet zo dat we geld weggooiden en de financiële sector beseft dat hij zich anders moet gedragen.”

“Een Tobin-taks op speculatieve transacties hebben we al goedgekeurd in België, op voorwaarde dat andere Europese landen die ook goedkeuren. Hoe verwaand kan je zijn? Je moet in een internationaal kantoor als het onze werken om te beseffen hoe klein ons land is. Transactieheffingen kan je ook alleen maar op internationaal vlak invoeren of je prijst je eigen banken uit de markt.”

“En dan is er ook nog iets als het gelijkheidsbeginsel in de grondwet. Je moet dus al een ‘objectief en redelijk verantwoord en verhoudingsgewijs rechtvaardigbaar’ motief hebben om een bepaalde sector extra te mogen belasten. En ga je de hele banksector viseren? Argenta of Bank Degroof moesten toch niet gered worden? Maar als je alleen die banken belast die overheidssteun kregen, dan wordt het nog moeilijker om het gelijkheidsbeginsel niet te schenden. Hopelijk krijgen de technici de tijd om de politieke consensus om te zetten in de juiste maatregelen. Het kan bijna niet anders dan in overleg met de banken gebeuren. Waarom geen crisisbelasting op de bonussen? Maar opnieuw, waarom zou dat alleen in de banksector moeten? Je moet dus, bijna zoals met de energiesector, ook met de banken rond de tafel zitten om een pact sluiten. Dit is het moment om een bankenpact te sluiten, als men ook de belasting op roerende inkomsten in het bad neemt.”

En dus: laat de vermogenden de crisis betalen

Zullen de burgers zich niet bij de neus genomen voelen? De voorbije jaren zijn grote inspanningen geleverd om het vermogen in kaart te brengen, ook via de eenmalige bevrijdende aangifte, maar was de bedoeling niet van in het begin om het vermogen daarna beter te kunnen belasten? Haelterman ziet het zo niet. “Langzaam maar zeker evolueren wij naar het Nederlandse model waarbij de overheid het vermogen van haar burgers kent. Door de uitwisseling van informatie tussen de Europese lidstaten krijgt de Belgische fiscus een goed beeld van de roerende en onroerende inkomsten van de Belgen. Bovendien zullen alle effecten aan toonder tegen 2014 verdwenen zijn. Voor de huidige generatie gaat de slogan van vivons heureux vivons cachés niet meer op. Wie nu nog met zwart of grijs geld zit, kan zonder intresten of boetes fiscaal regulariseren. De rulingdienst werkt anoniem en efficiënt. Wie nog aan de verkeerde kant zit, wel, dat ze regulariseren. Dat de fraudeurs dus niet klagen. Met ouder worden, ben ik daar cynischer in geworden.”

Een vermogensbelasting kan er komen in veel kleuren en smaken. Maar wat is de ideale formule?

Hogere belastingen op vastgoed? Niet echt

“Het kadastraal inkomen is sinds 1979 nauwelijks aangepast aan de gestegen waarde van het vastgoed. Maar het vastgoedpark is sindsdien wel flink vernieuwd en er zijn dus veel herzieningen van het kadastraal inkomen geweest. De theoreticus zegt: er mag een aanpassing komen. De pragmaticus zegt: er is een aanpassing. Daarnaast zijn er toegenomen meerwaardebelastingen, zoals op de tweede woning als je die binnen de vijf jaar weer verkoopt. Je zou daar bijvoorbeeld acht jaar van kunnen maken. Maar inkomen uit vastgoed wordt bij het beroepsinkomen geteld en wordt dus vaak belast aan 50 procent. Dat is een reden om daar niet te wild mee aan de haal te gaan.”

Hogere belastingen op transfer van vermogen? Niet echt

“De bevolking is heel gevoelig voor een belasting die een derde van het vermogen opeet omdat er toevallig iemand sterft. Hier is een race to the bottom bezig. Aanvankelijk werd een Laffercurve-effect nagestreefd, waarbij tariefverlagingen bij een hoge fiscale druk toch tot meer aangiftes en dus tot belastinginkomsten leiden. We hebben die curve nu voorbijgestoken. De schenkingsrechten van 3 procent hollen de belastbare basis van de successierechten uit. Die zijn vooral zeer zwaar voor ervingen buiten de rechte lijn. Vandaag zitten we op een zeer redelijk niveau van heffingen voor overdrachten in rechte lijn.”

Hogere belastingen op het bezit van vermogen? Ja

“Deze beweging komt op gang. Er zijn drie usual suspects: een meerwaardebelasting, een hogere belasting op inkomsten uit vermogen of een pure vermogensbelasting. Voor een pure vermogens-belasting is er weinig animo en alle omringende landen zijn deze belastingen het aan het afschaffen.”

“Ik zou ook bijzonder verrast zijn als er een politieke meerderheid wordt gevonden om alle meerwaarden op vermogen te belasten. Dat zou betekenen dat de kleine belegger, na al die ellende op de beurs, zou bestraft worden als hij nu wat geld verdient op de beurs. Ik zie wel meer mogelijkheden in een belasting van niet-portfolioactiva, zoals controlerende participaties in bedrijven. Dat wordt al belast als je dat belang verkoopt aan een niet-Europees land. Een tussenoplossing is, als er toch een belasting wordt ingevoerd, om te belasten op basis van geaccumuleerde reserves. Daar zit een economische logica achter. Als een vennootschap winsten oppot en niet uitkeert, en later wordt die vennootschap verkocht, dan zou dat stuk van de meerwaarde moeten belast worden alsof het als dividend was uitgekeerd. Een ontsnappingsroute om winsten niet te belasten via een verkoop, wordt zo gesloten.”

Blijft dus over: een hogere belasting op roerende inkomsten. “België is op dat vlak zowat een belastingparadijs, dankzij de combinatie van de bevrijdende roerende voorheffing van 15 procent – op intresten en op Belgische aandelen uitgegeven sinds 1994 – en de vele vrijstellingen die er bestaan. Ik voel de eerste tekenen van druk om het belastingtarief op roerende inkomsten te laten stijgen, naar 20 of 25 procent. In de Europese spaarrichtlijn is er ruimte om tot 35 procent te gaan. Dat lijkt me ontzettend veel. Maar het zou onredelijk zijn om een bevrijdend tarief van 20 of 25 procent onredelijk te vinden. Dit is een realistisch scenario om de begroting uit de nood te helpen. En waarom is er een belastingvacuüm ge-creëerd via de sicav en de bevek, die dividenden en interesten omzetten in belastingvrije meerwaarden? Dat is fiscale nonsens, want een belegging in een sicav is een belegging als een andere. Daar kan naar gekeken worden. Een delicaat onderwerp is ook de vrijstelling van het spaarboekje. Maar ook dit is een fiscale anomalie, zeker als je moet hozen om de begroting te redden.”

“Trouwens, is de tijd niet gekomen om een wijze man te laten nadenken over een nieuw consistent model om roerende inkomsten te belasten? De Nederlanders hebben een pragmatische oplossing gevonden door een fictief rendement te belasten. Ik vond dat eerst een wangedrocht, maar hoe meer ik erover nadenk, hoe meer logica ik zie in dat systeem. Het systeem is eenvoudig: als u bijvoorbeeld 100 euro roerend vermogen heeft, dan betaalt u belasting op een fictief rendement van bijvoorbeeld 3 procent, of u nu een hoger of lager rendement heeft, of u nu zit in spaarboekjes, aandelen, sicavs of in een Luxemburgse holding waarvan u niets laat uitkeren. De banken mogen alle producten ontwikkelen die ze willen, er is dan een fiscaal model dat daar dwars doorheen gaat. Het is maar een ideetje.”

opinie. Het Belgische werkpaard is versleten, blz. 8

Door Eric Pompen en Daan Killemaes/Fotografie Michel Wiegandt

“Ik voel de eerste tekenen van druk om het belastingtarief op roerende inkomsten te laten stijgen, naar 20 of 25 procent””België is voor belasting op roerende inkomsten zowat een belastingparadijs”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content