Groene avant-garde

Frederic Eelbode medewerker Trends

CEO’s betalen de volle pot, zwervers eten gratis en passanten betalen naar vermogen. Dat zijn de prijzen in de containerkeuken van de Duitse kok en kunstenaar Sjim Hendrix. Zijn installatie is een onderdeel van de kunstmanifestatie Ja Natuurlijk in Den Haag.

De kunstmanifestatie ‘Ja Natuurlijk — Hoe kunst de wereld redt’ loopt tot 16 augustus in het Gemeentemuseum Den Haag.

Den Haag is een nette stad met nette mensen. In de keurige wijk Zorgvliet ligt onder meer het Joegoslavië-tribunaal, het World Forum Convention Center en het Internationaal Gerechtshof. Ook het Gemeentemuseum staat in die buurt, maar de voortuin ligt er allesbehalve keurig bij. Op het gazon staan roestige autowrakken overwoekerd door onkruid.

“Het is inderdaad een rommeltje”, lacht Laura Stamps, de conservator moderne en hedendaagse kunst van het Gemeentemuseum. “Maar wat je ziet, is kunst. Het werk heet ‘Petrol Engine Memorial Park’ van de Finse kunstenaar Tea Mäkipää. Ze stelt zich de vraag of er een toekomst bestaat zonder vervuilend autoverkeer. ‘s Nachts brengen de wrakken toeterend een ode aan vervlogen tijden.”

“Op de tentoonstelling Ja Natuurlijk– zeg maar een kunstfestivalletje dat in de hele stad plaatsvindt — stellen we de vraag of kunst de wereld kan redden. Wat is natuur in een samenleving waar alles wordt gedigitaliseerd, waar geen boerenleven meer bestaat, maar natuur en cultuur met elkaar verbonden zijn? De vraag stellen is wellicht interessanter dan ze te beantwoorden.”

“Ruim tachtig kunstenaars laten verrassende partnerschappen zien tussen mens, natuur en techniek. Alles loopt in elkaar over, met zowel bevrijdende als hilarische gevolgen. Ook met kinderen kun je deze expo bekijken. De werken zijn educatief, maar niet belerend. Je krijgt een dwarsdoorsnede van de hedendaagse kunst, met enkele grote namen als Jimmie Durham, Francis Alÿs of Anselm Kiefer. Toch zijn de werken niet te abstract”, verzekert Stamps.

Het leukste werk? “Er zijn er erg veel, maar Zoodram 4 van de Fransman Pierre Huyghe is wel heel bijzonder. In een aquarium speelt zich een theater af met een heremietkreeft als hoofdrolspeler. Hoewel het decor met planten, insecten, de kreeft en een Japans masker zorgvuldig is uitgekozen, laat Huyghe de natuur op haar beloop. Daardoor ontstaan onverwachte vormen van samenwerking. Je ziet bijvoorbeeld dat de kreeft het masker als huisje gebruikt. Het is ook gewoon leuk om naar de visjes te staren.”

Toren van vet

De Nederlandse Tinkebell kreeg een eigen ruimte om haar installatie ‘On Amy Taxidermy… From a true fan’ op te zetten. “Ik leerde het Amerikaanse meisje Amy tien jaar geleden kennen. Ze was toen dertien en net begonnen met het opzetten van dieren, die ze daarna verkocht op eBay”, vertelt de kunstenares. “Haar handeltje draaide zo goed dat ze snel grotere dieren wilde opzetten. De stap om op eekhoorns en later buidelratten, vossen en herten te gaan jagen, was snel gemaakt. Kijk maar naar deze foto van het meisje met een groot geweer. ‘I shot my first deer’, staat er trots op haar blog.”

Tinkebell volgt al tien jaar het wel en wee van Amy. Als een ware fan koopt ze elk jaar een dier en gebruikt het in haar werk. “Het herinnert er ons aan dat we allemaal betrokken zijn bij het doden van dieren. Al is het maar omdat we vlees eten of leder dragen.”

De ‘Babel Fat Tower’ is een werk van de Mexicaan Raul Ortega Ayala. Hij houdt zich al jaren bezig met het voedselbeleid. “Ik maakte de toren van Babel van Pieter Bruegel na met botten en dierlijk vet. Dat materiaal probeerde ik te krijgen bij lokale slagers, maar die konden me niet helpen. Zij krijgen voorgesneden stukken van slachthuizen. Dat zegt iets over de industrialisering van onze vleesconsumptie. Door de warmte van de lampen die op de vettoren schijnen, smelt hij langzaam weg. Aan het einde van de tentoonstelling wordt hij een plas, vergelijkbaar met de porseleinen olieplassen van mijn Chinese collega Ai Weiwei, hier vlak naast”, knipoogt Ortega.

Terug naar de natuur

Als een volleerde tuinier zien we verderop de Nederlandse kunstenaar Zeger Reyers jonge paddenstoeltjes bestuiven met water. Zijn installatie heet ‘A Glance through the Shades’, niet onlogisch, want de paddenstoelen groeien op de lamellen voor het raam. “Er komt wel een glas voor, zodat de bezoekers ze niet kunnen jatten”, verklaart de Haagse artiest. “Er zitten ook exemplaren met een hallucinerende werking tussen. Die zouden weleens populair kunnen worden.”

“Wist je dat er in Nederland dertig inheemse paddenstoelsoorten bij wet verboden zijn? Zelfs de rode paddenstoel met witte stippen, om maar te zeggen dat mensen gekke wetten over de natuur maken. Toch is mijn installatie meer dan agitatie. Ze is vooral esthetisch bedoeld, want kunst gaat over kijken. Hier wordt het uitzicht op het historische Gemeentemuseum letterlijk overgroeid door bewustzijnsverruimende paddenstoelen.”

De dansende Shylights van Studio Drift doen denken aan de natuurlijke bewegingen van kwallen, maar nog meer aan ontluikende bloemen. In een video stelt een Finse kunstenaar vraagtekens bij het romantische ideaal van de terugkeer naar de natuur door poedelnaakt de natuur in te trekken. Hij slaapt op een bedje van mos en probeert onhandig mieren te vangen om op te eten. En niet te vergeten de containerkeuken van Sjim Hendrix in de achtertuin van het museum waar je stadsduif kunt eten. Of deze kunstenaars de wereld redden? Geen idee. Maar in het Gemeentemuseum kun je wel leuke hedendaagse kunst bekijken.

FREDERIC EELBODE

“Wat is natuur in een samenleving waar alles wordt gedigitaliseerd? De vraag stellen is wellicht interessanter dan ze te beantwoorden”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content