GROENE AMBTENAREN

Er zijn veel te veel milieu-ambtenaren en veel te weinig ambtenaren economie in de Vlaamse administratie. De gevoelens en de halfbakken dossiers halen het bij de Vlaamse regering dikwijls van de redelijkheid en het gezond verstand. Het papier met ellenlange milieudecreten is amper bij te harken.

Toegegeven, er is een probleem. Trends is niet blind: ook uw blad houdt van een schoon milieu en een open landschap. ” Welig Vlaanderen” van de poëten is – helaas – een aanfluiting van de waarheid. Verlaat de autowegen, die – doordat ze over de laatste open ruimten slingeren – de schijn wekken dat er toch nog aangename landschappen zijn, dat er nog samenhang is. Volg dan eens de buurtwegen. Tel en bekijk de villa’s, de garages, de huizen van de wet- De Taeye, de fabriekjes, de baanwinkels, de bordelen, de stallingen, de cafés, de reclameborden, de voetbalveldjes. Tussen De Panne en Knokke klotst een golf van flatgebouwen over de duinen. Aan die Berlijnse muur van de wansmaak zijn alle verhoudingen kapot. Enkel een blinde zal nog dichten over zo’n landsdeel. Tussen Cadzand en Delfzijl rijgen de kustdorpen zich rein aan mekaar, enkel Scheveningen breekt de idylle, als een Belgische steenpuist. België kon/kan het niet, Nederland wel.

Vlaanderen is eivol. Vlaanderen was al eivol in de zestiende eeuw. Toen verdrongen zich 2 miljoen mensen tussen Noordzee en Maaseik. Alle toenmalige chroniqueurs signaleerden de overbevolking. Sindsdien zijn we met 6 miljoen op dezelfde oppervlakte, met een economie die over de jongste kwarteeuw verdubbelde. Met één van de hoogste inkomens per hoofd van de wereld en een landsbestuur zonder zin voor ruimtelijke inrichting zitten we vandaag rijk te wezen op een planologische en esthetische mesthoop. De o zo bejubelde vorige generatie van politici – de grote staatsman De Saeger, de grote staatsman Gaston Eyskens, de grote staatsman Lefèvre, de grote staatsman Leburton – gaf geen zier om het Belgisch/Vlaamse landschap, schoon water en schone lucht. De opmerking moet gemaakt worden dat Nederland even eivol is, maar dat daar daar toch open natuur resteert, plus een milieu dat de vergelijking met de zuideijke buur excellent doorstaat. Nederland let al eeuwen op zijn ruimte en ecologisch systeem.

Over het bestaan van een probleem discussiëren we niet; het is er. Maar laat de geschetste chaos toe om groene ambtenaren aan te kweken als kool? In de verdeling van de ambtenaren bestaat een opvallende scheeftrekking, leren de statistieken van de Vlaamse overheid. De administraties Milieu en Landinrichting (Aminal, VMM, Ovam, VLM) tellen 2126 ambtenaren; de administratie Economie telt 166 ambtenaren; de administratie Landbouw 115 (met enige goede wil horen bij beide eveneens de GOM’s en VIZO met respectievelijk 125 en 136 ambtenaren). De reële verhouding is 281 ambtenaren voor economie en landbouw contra 2126 groene ambtenaren, of 1 tegen 7. De Vlaamse administratie bezit een ingebouwde vooringenomenheid ten voordele van het milieu en ten nadele van het bedrijfsleven. Dat wordt beleidsmatig vertaald in een stortvloed aan milieureglementen en een loskoppeling van het beleid van de economische werkelijkheid. In tegenstelling met wat de progressieven van de pers en Agalev doen doorschemeren, heeft de economische calculus weinig invloed op de Vlaamse regering. De onredelijke verdeling van de ambtenaren is een belangrijk facet van de milieuvriendelijke beleidsontwikkeling.

Komt daarbij de persoonlijke lijfwacht van de ministers, hun kabinet. De Boerenbond en de werkgevers moet je met een straffe lamp zoeken op de Vlaamse kabinetten. De Bond Beter Leefmilieu en de vzw Natuurreservaten zitten er wel en lachen breed. Hun pionnen worden ongemoeid gelaten door de kranten die anderen een geweten schoppen en gaarne lui met een belangenconflict aan de paal spijkeren. Het is niet de taak van de Vlaamse administratie en cabinettards om een milieulobby te zijn, het is hun taak om met de Vlaamse regering het land harmonisch te besturen, rekening houdend met alle belangen.

Welke legitimiteit hebben trouwens de milieugroepen? Welke kiezers, hoeveel burgers hebben hen mandaat gegeven? In het beste geval een absolute minderheid. In allerlei internationale organisaties die wereldwijde plannen en conventies opleggen, spelen de milieugroepen een doorslaggevende rol. Zij hebben zichzelf benoemd en zelden een bekrachtiging van democratische signatuur ontvangen. Ze zijn er, en door hun zijn worden ze omhelsd door de Verenigde Naties en haar vele dochters.

Wat dient te gebeuren? 1. De Vlaamse regering moet meer ambtenaren benoemen bij economie en landbouw en pakken minder bij de milieu-agentschappen. 2. Kleine kabinetten behouden een rol, een minister heeft change agents nodig als tegenmacht contra de administratie. 3. Een openbaar register met naam en toenaam, functie en nevenfunctie van kabinetsmedewerkers moet worden aangelegd (als mijnheer X van de Boerenbond is, toon het; is mevrouw Y van de Bond Beter Leefmilieu, toon het). Door democraten wordt (terecht) aangedrongen op registers van professionele lobbyers. Dat die democraten de logica aanvaarden om de lobbyers binnen het systeem even doorzichtig te maken.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content