GRAANBEURS OF GOKTENT ?

Chicago.

RECORDS.

Op de CBoT (Chicago Board of Trade), ‘s werelds belangrijkste termijnmarkt voor graan, knalden afgelopen voorjaar de prijzen naar nooit geziene hoogten toen bleek dat de tarweoogst in de Amerikaanse south-west (Kansas, Texas, Oklahoma, Missouri) zou mislukken. De septembertarwe (het termijncontract voor levering van tarwe in september), die begin dit jaar nog 152 dollar (4636 frank) per ton stond geprijsd, schoot door naar 230 dollar (7015 frank) in april en bleef daar hangen tot mei. Ook voor maïs werden de gekste prijzen betaald.

Boeren, exporteurs, agro-industriebedrijven en nog anderen dekken zich op de CBoT met termijncontracten in tegen prijsschommelingen op de contantmarkt, de techniek van het hedgen. Naast de hedgers op de termijnmarkt zijn er de speculanten : zij kopen het risico van de hedger over en houden zo de markt liquide. De prijsexplosie van het voorjaar ontketende een storm van activiteit op de CBoT. Het volume aan termijncontracten voor tarwe was in de eerste helft van dit jaar 50 % hoger dan dezelfde periode vorig jaar, voor maïs was dat 79 % hoger.

Sommigen zien daarin een teken dat de speculanten hun rol als natuurlijke tegenpartij van de hedgers te buiten waren gegaan. Ze zouden de CBoT in “de heetste goktent ten oosten van Las Vegas” hebben veranderd. Zo zouden de pensioenfondsen een aardig graantje hebben meegepikt. De markt weerspiegelde niet langer de fundamentals.

“Inderdaad,” zegt Gary Benjamin, ondervoorzitter van de Federal Reserve Bank of Chicago, “de prijzen veranderden veel sneller dan de fundamentals hadden kunnen wijzigen. Na een enorme prijsstijging zakte het maïstermijncontract voor december op amper twee weken met 20 % : dat is niet natuurlijk meer. Daarnaast moet zo’n termijnmarkt veel emoties verwerken : wordt de oogst goed ? Is het niet te droog ? Te vochtig ? Noem het speculatie over de fundamentals, en dat is legitiem.”

Speculanten kunnen alleen de marktevolutie overdrijven, maar niet veranderen, volgens Dale Gustafson van het makelaarshuis Smith Barney. “Al sinds ’69 ben ik trader op de CBoT en nog nooit maakte ik zo’n prijsstijgingen mee,” zegt Gustafson. “Maar vraag en aanbod blijven de basis. Na mei zijn de prijzen beginnen zakken, en dat deden ze pas toen bekend werd dat de zomeroogst goed zou worden. Dat bewijst dat de fundamentals nog steeds de hoofdrol spelen.”

KARTEL.

Manipuleren de grote graanhandelaars de prijzen ? Vormen ze kartels ? Vooral in de jaren zeventig werden ze daarvan beschuldigd. Meestal kwamen de Big Five onder schot : Cargill, Continental, André, Louis Dreyfus en Bunge (zie hoofdverhaal). “Als die beschuldigingen juist waren,” zegt landbouweconoom Reynold Dahl van de University of Minnesota, “dan zou een onderonsje van grote graanhandelaars op de termijnmarkt het nieuws over hun exportcontracten voor zich houden, zodat die informatie niet meteen doorsijpelt in de prijzen. Handelaars zijn weliswaar wettelijk verplicht het Landbouwministerie USDA (US Department of Agriculture) in te lichten over hun exportcontracten, maar deze maakt die informatie alleen op vastgestelde tijdstippen officieel bekend. De tijd daartussen laat de grote handelaars toe om graan op de termijnmarkt te kopen. Bij de officiële bekendmaking van de exportcontracten ziet de markt wat er is gebeurd en doet de gestegen uitvoervraag de prijzen omhoog schieten. Op dat ogenblik verkopen de grote handelaars hun graan met winst. Wij onderzochten de graanprijzen op de CBoT tussen ’75 en ’80, telkens de dag na de bekendmaking van de exportcontracten. De veranderingen van de graanprijzen waren verwaarloosbaar klein. Dat betekent dat de markt niet voor verrassingen werd gesteld, er bestond geen kartel van graanhandelaars die de informatie afschermde. Marktnieuws, zoals exportcontracten, werd vlot verrekend in de prijzen.”

Toch blijven de beschuldigingen de Big Five tot op vandaag achtervolgen. “Er zijn gewoon te veel graanhandelaars om een kartel te vormen,” zegt Gustafson. “De concurrentie is te hard. Er zijn zelfs al grote Japanse graanhandelaars in de VS.” Gustafson laat wel de deur op een kier : “Een grote handelaar kan de markt beïnvloeden als hij iets te weten komt vóór de anderen. Stel, China wil een miljoen ton graan kopen en bestelt de eerste 200.000 ton daarvan bij Cargill. Die kan dat niet allemaal meteen op de contantmarkt krijgen en koopt alvast graan op termijn op de CBoT. Dat doet de prijzen van de termijncontracten op de CBoT stijgen. Eens Cargill het graan op de contantmarkt kan aanschaffen, verkoopt het zijn termijncontracten met winst. Deed Cargill de CBoT-prijzen bewegen ? Neen, eigenlijk deed China dat, maar Cargill begon er alleen eerder mee.”

De Big Five wordt verweten kunstmatige schaarste te creëren, maar dat is zeer moeilijk, volgens Gustafson : “Je moet zodanig veel graanvoorraden en termijncontracten controleren dat het gewoon te duur is. En dan nog : als niemand je graan wil kopen, wat dan ? Zo kun je het septembercontract beginnen opkopen en dus opbieden om later met winst te verkopen. Maar als de prijs op de contantmarkt intussen daalt, beseft iedereen dat je bluft : er is gewoon geen schaarste die een hoge termijnprijs zou verantwoorden.”

De noteringen op de CBoT zijn een richtsnoer voor de hele wereld. De CBoT-prijzen worden beschouwd als een adequate weergave van vraag en aanbod op de wereldmarkt. Maar in zijn bestseller Merchants of Grain van ’79 schrijft Dan Morgan hoe de grote graanhandelaars in de jaren zeventig een soort privé-termijnmarkt organiseerden, geholpen door een groep fervente Italiaanse speculanten. Op deze offshore-markt konden ze omvangrijke

deals maken uit het zicht van publiek en overheid. Omdat grote partijen graan in het geheim van eigenaar wisselden, waren de CBoT-prijzen niet langer representatief voor de werkelijke vraag en aanbod.

Bestaat deze offshore markt vandaag nog steeds ? “Ja en nee,” antwoordt Gustafson. “We weten allen hoe groot het handelsvolume ieder jaar ongeveer zal zijn. Zo is in het graanwereldje geweten dat Japan elk jaar grosso modo 13,6 miljoen ton nodig heeft. We know what’s going on en we calculeren dat in. De Japanners zijn voortdurend in de markt en werken met de grote handelaars. We weten alleen niet wanneer de transacties plaatsvinden.”

Hebben de handelaars dan, dankzij die offshore-markt, strategische informatie die de overheid niet heeft ? Deze laatste heeft nochtans accurate kennis over het juiste niveau van de graanvoorraden bijvoorbeeld broodnodig om haar beleid te bepalen. “Het is niet onmogelijk dat een handelaar die zeer hard werkt, meer te weten komt dan de overheid,” antwoordt Gustafson. “Tegen de tijd dat de overheid het probleem ontdekt, hebben de prijzen al gereageerd en is het te laat. Dat is nu eenmaal de aard van de overheid.”

CHICAGO BOARD OF TRADE Er zijn gewoon te veel graanhandelaars om een kartel te vormen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content