Gids door het financiële oerwoud

Jan Van Lancker van advocatenkantoor De Bandt, Van Hecke, Lagae & Loesch adviseert jonge hightechbedrijven wanneer zij naar de beurs gaan. De snelgroeiende markt zorgt immers voor een grote cashbehoefte.

Hightechbedrijven situeren zich in een zeer snel evoluerende markt. Om deze groei aan te houden, is er een grote behoefte aan onderzoek & ontwikkeling (O&O). Dat kost geld. Een beursgang kan hierbij helpen. De Bandt, Van Hecke, Lagae & Loesch helpt ze het juridische en financiële oerwoud te doorkruisen.

Jan Van Lancker (33) behaalde in 1989 zijn licenciaatsdiploma in de rechten aan de Universiteit Gent. Datzelfde jaar begon hij te werken bij De Bandt, het grootste advocatenkantoor van het land, met in 1998 een omzet van 1,6 miljard frank. In 1991 trok hij naar de Verenigde Staten en behaalde er zijn Master of Laws.

“Jonge bedrijven kunnen dat geld inderdaad goed gebruiken. Zij willen een oorlogskas aanleggen,” weet Van Lancker. Maar er is meer. “Aangezien het een zeer competitieve sector is, komt er heel wat creativeit bij kijken.” Ook hier kan de advocaat als consultant optreden. Een derde punt waarbij starters hulp kunnen gebruiken, is het juridisch advies. “Een paar ingenieurs gaan samen zitten en dokteren een prachtidee uit. Maar dan moet er nog een juridisch kader komen waarbinnen dat idee kan worden verwezenlijkt,” vertelt Van Lancker.

Hoe gaat de hulpverlening concreet in haar werk? “Vooraleer een bedrijf publiek gaat, herstructureren we meestal het aandeelhouderschap. Zeker in Vlaanderen, waar je vaak met familiale ondernemingen te maken krijgt, is dat een hele karwei. Vervolgens onderhandelen we met de bankiers en handelen de reglementaire zaken af met de Beurs van Brussel of de groeibeurs Easdaq.”

Na de Initial Public Offering ( IPO), volgen onderhandelingen over acquisities en joint ventures. “Dan kan men een Angelsaksische ervaring best gebruiken,” aldus de advocaat.

Gevraagd naar de vreemdste zaak ooit, leunt Van Lancker even achterover: “Een echte anekdote kan ik nu zo niet bedenken. Ik werk enorm graag met de nieuwe generatie van managers. Ze zijn zeer down-to-earth. Ze zijn geïnteresseerd in academische achtergrond en praktijkervaring. Artificiële autoriteit is niet aan hen besteed; indien er al een zekere hiërarchie heerst, is die op basis van wat iemand doet en weet, anciënniteit of afkomst spelen geen rol.”

En blijkbaar krijg je helemaal niet met vakidioten te maken. “Die jonge ondernemers hebben vaak een ruime achtergrond,” weet Van Lancker. “Ik kan met hen praten over geschiedenis, toneel, muziek… Wat ik eveneens weet te appreciëren, is de intellectuele gedrevenheid: ondanks hun papieren rijkdom, kennen zij geen verzadiging.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content