GEZONDHEIDSZORG

De gezondheidsbehoeften van de bevolking zijn onbeperkt, maar de beschikbare budgetten zijn dat niet. Ook nieuwe geneesmiddelen of behandelingen die de gezondheid ten goede komen, ontsnappen niet aan deze beperking. Daarom moeten gezondheidseconomische evaluties trachten uit te maken welke behandelingen de meeste gezondheid opleveren en dus de maatschappelijke voorkeur genieten.

De meest gebruikte techniek is de zogenaamde kosteneffectiviteitsanalyse. Daarbij deelt men de extra nettokostprijs van een nieuwe behandeling of een nieuw geneesmiddel door de extra doeltreffendheid, gemeten in termen van extra levensjaren die een behandeling kan brengen. Die oefening levert bevoorbeeld op dat een nieuw geneesmiddel een extra levensjaar kan opleveren tegen een kostprijs van 200.000 frank.

Hoewel men met deze techniek wel de kostprijs van verschillende behandelingen kan vergelijken, biedt ze geen voldoende antwoord op de vraag wat de waarde van een nieuwe behandeling is. Is een investering van 200.000 frank voor een levensjaar veel of weinig? Met andere woorden: is deze behandeling het waard om vergoed te worden door de sociale zekerheid of kan die som beter in – zeg maar – onderwijs worden geïnvesteerd?

Om die vraag te beantwoorden, moet ook de extra baat van een nieuwe behandeling in monetaire termen worden uitgedrukt, zodat men die extra baat kan afwegen tegen de extra kostprijs.

Een techniek om de baat in monetaire termen uit te drukken, bestaat erin om aan de mensen zelf te vragen wat ze bereid zouden zijn te betalen voor de nieuwe behandeling. Deze betalingsbereidheid is een waardemeter voor de baten van de therapie, want hoe groter de verwachte gezondheidswinst, hoe groter ook de betalingsbereidheid en hoe groter ook de tussenkomst van de overheid zou moeten zijn.

De techniek heeft enkele nadelen. Zo is het evident dat mensen met een hoger inkomen gemiddeld meer bereid zijn te betalen dan anderen, zodat men vreest dat deze hoge inkomensgroep de resultaten omhoog trekt. Een vrees die ongegrond is, “omdat het werkelijke doel van de betalingsbereidheidmethode immers niet is om na te gaan hoeveel mensen kunnen en willen betalen. Nee, het doel is om via deze techniek de waarde van de onderzochte behandeling in te schatten, zodat men behandelingen met een hogere waarde ook als prioritair kan beschouwen,” zegt Lieven Annemans, die aan de VUB onder begeleiding van professor Marc Jegers zijn doctoraatswerk maakte over de methode van de betalingsbereidheid.

De toepassing van deze methode werd in het verleden ook afgeremd door de discussie wiens betalingsbereidheid men wel moest meten: die van de patiënten die voor de nieuwe behandeling in aanmerking komen of, uit democratisch oogpunt, die van de algemene bevolking. De meeste studies stellen de vraag aan de patiënten omdat zij beter begrijpen waarover het gaat en omdat hun gedrag betrouwbaarder is. Theoretisch moet men volgens andere auteurs de vraag aan de bevolking stellen in de vorm van bijvoorbeeld een belasting voor nieuwe behandelingen. De bevolking heeft ook belang bij nieuwe behandelingen omdat iedereen ze misschien zelf eens nodig kan hebben, of omwille van altruïsme.

Lieven Annemans en Marc Jegers vergelijken in een casestudie voor een nieuw geneesmiddel voor de eerste maal de resultaten van beide groepen. Lieven Annemans: “Daaruit blijkt dat patiënten inderdaad veel beter in staat zijn tot betrouwbare en consistente waardeschattingen. Bij de bevolking groeit de methode eerder uit tot een referendum omtrent de noodzakelijkheid van solidariteit in de sociale zekerheid, wat niet toelaat om meer waardevolle van minder waardevolle behandelingen te onderscheiden.”

Maar heeft de patiënt er ook niet alle belang bij een zo hoog mogelijke betalingsbereidheid te veinzen om aldus een tegemoetkoming van de overheid te bekomen? Lieven Annemans: “Van dit strategisch gedrag hebben we (nog) niks gemerkt, en men kan het desgevallend opvangen.”

En kan een deel van de bevolking – de patiënten – wel beslissen voor de gehele bevolking? Marc Jegers: “We stellen alleen vast dat als men de bevolking wil ondervragen over de waarde van nieuwe behandelingen men beter methodologisch tewerk gaat. Bovendien neemt de overheid vandaag vaak arbitraire beslissingen welke behandelingen ze terugbetaalt en welke niet.” Lieven Annemans: “Vandaag maken economische evaluaties onvoldoende deel uit van het beleidsproces in de gezondheidszorg omdat de beleidsmakers vragen stellen bij de huidige evaluatiemethodes en omdat ze het moeilijk vinden de resultaten te interpreteren. Op dit laatste punt tracht de methode van betalingsbereidheid meer klaarheid te brengen.”

Als daaruit blijkt dat patiënten bereid zijn meer te betalen voor een betere gezondheidszorg, impliceert dit een hoger overheidsbudget voor de gezondheidszorg? Lieven Annemans: “Ja, maar dan zullen die uitgaven het ook waard zijn. Als uit een kosten-batenanalyse voor een nieuwe autosnelweg blijkt dat die weg zijn kostprijs terugverdient, wordt die methode ook algemeen aanvaard.”

“Waardebepaling van nieuwe therapeutische interventies via de methode van de betalingsbereidheid”, doctoraatswerk van Lieven Annemans, VUB.

Info: VUB, Tel. (02)629.21.13.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content