Gezonder, maar nog niet genezen

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Een slechte ziel zou kunnen concluderen dat als Dexia slaagt, de bankenstresstest weinig geloofwaardig is. Toch is het deze keer anders. De stresstest van de Europese Centrale Bank is geloofwaardig omdat de Europese banken de voorbije jaren behoorlijk hun huiswerk hebben gemaakt om te slagen in deze test. Kapitaaldijken zijn opgehoogd en de risico’s zijn afgebouwd, waardoor de banken beter bestand zijn tegen stormweer. Het is wel jammer dat de ECB niet van de gelegenheid heeft geprofiteerd om een bank radicaal te buizen en tot liquidatie te veroordelen. Dat had een pak extra discipline in het banksysteem gepompt. Om banken in het gareel te houden, is een geloofwaardige kans op faillissement veel effectiever dan toezicht en stresstesten.

De ECB is ook lang niet tot het uiterste gegaan in de stresstest. Om het met het testen van een slimme telefoon te vergelijken: de ECB is even op de banken gaan zitten, maar heeft ze niet van de eerste verdieping gegooid. De banken zijn bestand tegen een stevige recessie, een forse correctie van de huizenprijzen en een milde stijging van de rentetarieven. Maar het scenario van deflatie of van een nieuwe eurocrisis zoals in 2011, gekenmerkt door sterk stijgende rentevoeten in de zwakkere eurolanden, heeft de ECB niet getest. De wat laconieke uitleg is dat een nieuwe eurocrisis niet aan de orde is sinds ECB-voorzitter Mario Draghi in 2012 beloofde alles te zullen doen om de euro te redden. De ECB gebruikt dus het eigen kunnen als motief om dat scenario niet te testen. Dat is niet zonder belangenconflict en een beetje voortvarend: de medicatie van een soepel geldbeleid heeft de symptomen van de eurocrisis deels verdreven, maar de onderliggende kwaal is nog niet genezen.

Maar goed, zonder grote euro-ongelukken zouden de Europese banken opnieuw in staat moeten zijn dat te doen waarvoor ze eigenlijk bestaan: de echte economie voorzien van kredieten. De test van de stresstest wordt of de kredietstroom naar de bedrijven de volgende jaren eindelijk ontdooit, en of de lagere rentevoeten finaal doorsijpelen naar de bedrijven uit de zuiderse eurolanden. Zolang bedrijven beoordeeld worden op hun nationaliteit in plaats van op hun kredietwaardigheid, blijft de Europese bankenunie een onafgewerkte werf.

De haperende kredietverlening in Europa is natuurlijk ook te wijten aan een zwakke investeringsijver en kredietvraag van de bedrijven. Toch zou daar verbetering op til zijn. En wanneer de bedrijven aankloppen voor krediet, is het van cruciaal belang dat de Europese banken daar klaar voor zijn. Anders wordt het Europese herstel opnieuw verdaagd naar Sint-Juttemis.

Maar de banken zijn helaas nog niet klaar. Vooral de zwakke onderliggende rendabiliteit van de meeste Europese banken baart zorgen. Want als de winstgevendheid, dé bron van kapitaal, op een laag pitje staat, hoe moet je tegelijk én voldoende kapitaalbuffers aanleggen én de kredietverlening aan de bedrijven aanzwengelen? De remedie van de jongste jaren — extra kapitaal aantrekken en de balans afbouwen — voldoet niet als oplossing. Veel meer dan een stresstest, hebben banken een ander businessmodel nodig, mét hogere kredietmarges voor een duurzamere winstgevendheid.

Die analyse geldt ook voor de Belgische banken. Hun balansen zijn opgeruimd, maar ze proberen te overleven op een te eenzijdig dieet van overheidsobligaties en hypotheken. Dat levert te lage marges op, zeker in een omgeving van lage rentevoeten. Het is vloeken in de kerk, maar de Belgische banken zijn te risicoschuw geworden. Om hun winstgevendheid op te krikken, moeten ze meer krediet verlenen aan bedrijven, en dat tegen hogere marges dan vandaag. Die marges zijn al gestegen, maar nog niet genoeg om de overgang naar een veilig en performant banksysteem mogelijk te maken. Vooral kmo’s, die geen alternatief hebben voor bankfinanciering, moeten daarom rekening houden met hogere kredietmarges. Maar dat is een tijdelijk fenomeen. Eens de banken op langere termijn hun duurzaamheid bewezen hebben, kunnen de kapitaalkosten en de krediettarieven dalen. Hoge kapitaalbuffers kunnen dan geen excuus meer zijn voor hogere krediettarieven.

De marges optrekken is voor de banken echter een moeilijke oefening in een heel competitieve omgeving. Een verdere consolidatie van het Belgische bankenlandschap is onvermijdelijk en wenselijk. Die consolidatie zal in de logica van een Europese bankenunie wellicht grensoverschrijdend zijn, waarbij de kans niet bijster groot is dat de Belgische banken het voortouw zullen nemen. De overname van Fortis Bank door BNP Paribas was in 2008 een voorafname op deze nieuwe realiteit. Als de Belgische banken niet zelf hun model op punt zetten, zullen andere het voor hen doen.

DAAN KILLEMAES

Een verdere consolidatie van het Belgische bankenlandschap is onvermijdelijk en wenselijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content