Geweld zonder einde

De Spaanse economie doet het schitterend, maar het land wordt verduisterd door het geweld van de ETA.

In de negentiende eeuw was Spanje helemaal in bij Engelse intellectuelen. Velen van hen schreven kronieken over hun reizen door het land, vaak onder invloed van de toen razend populaire ‘Tales of Alhambra’ van Washington Irving. Ze probeerden het mysterie te achterhalen van een land met een aanzienlijk overzees rijk, dat tegelijk gebukt ging onder de erfenis van zeven eeuwen oorlog met de islam.

Voor miljoenen reizigers in onze tijd heeft het mysterie van Spanje nog altijd met geweld te maken. De tragiek wil dat 2001 weer een jaar wordt dat wordt verzuurd door de spanningen in Euskadi, het thuisland van de Basken.

Het geweld door de ETA, de Baskische afscheidingsbeweging, zal de aandacht afleiden van de briljante economische prestaties van Spanje. Het goede nieuws voor de president, José Maria Aznar, is dat de Spaanse economie in 2001 met 3,5% zal groeien, net iets meer dan het EU-gemiddelde. Bovendien kan het begrotingstekort verdwijnen, al zal de inflatie meer stijgen dan verwacht. De liberalisering van de energiesector, de telecommunicatie en de farmaceutische industrie zal worden opgevoerd. En ondanks de fusie van de twee elektriciteitsbedrijven Endesa en Iberdrola, die daarmee 84% van de Spaanse elektriciteit in handen krijgen, zal er in 2003 toch volledige concurrentie bestaan in de energiesector. De regering zal haar goedkeuring moeten geven aan alle fusies die meer dan 25% van de markt omvatten.

Net als de overige Europese landen heeft Spanje zijn belastingen verlaagd. De belastingen op bedrijfs- en kapitaalwinsten gaan omlaag. Voorts zullen belastingvoordelen worden verleend voor research en ontwikkeling.

Toch zal de regering ook problemen tegenkomen. Net als in andere landen van Europa zal de oliecrisis in verschillende sectoren grote problemen veroorzaken. De nationale aandacht zal vooral uitgaan naar het probleem van de ETA. Aznar lijkt een eigen strategie te hebben, al betwijfelen veel mensen of het wel de juiste is. De terroristische groepering heeft het aantal aanslagen en moorden in de loop van 2000 weer opgevoerd. Hoewel er perioden zijn geweest dat de aanslagen nog erger waren, vooral op het eind van de jaren zeventig, zijn er nooit eerder zulke zichtbare confrontaties onder de Basken zelf geweest. Het feit dat de regio meer politieke autonomie heeft gekregen, heeft het geweld duidelijk niet verminderd.

De Basken staan half sympathiek, half terughoudend tegenover het idee van onafhankelijkheid. Dat is in belangrijke mate te danken aan de Baskische Nationale Partij (PNV), een conservatieve groepering met christen-democratische wortels en gematigde opvattingen die de regio sinds de invoering van de democratie regeert. De PNV gaat op een nogal riskante manier om met vertegenwoordigers van de ETA en heeft zelfs politieke overeenkomsten met de terroristen ondertekend.

Deze banden ondermijnen hun loyaliteit aan de Spaanse grondwet en het Autonome Statuut, waaronder Euskadi nu alweer twee decennia wordt bestuurd. President Aznar heeft nu alle banden met zijn voormalige PNV-bondgenoten verbroken – hij had ze destijds nodig om een meerderheid in het parlement in Madrid te kunnen halen – en probeert hen nu in hun eigen regio verder te ondermijnen. In 2002 hoopt hij de kans te krijgen om PNV-leider Xabier Arzalluz uit de Baskische regionale regering te wippen. Deze strategie heeft geleid tot een rechtstreekse aanvaring tussen de politieke leiders van Spanje en de Baskische regio, een conflict dat nog werd verergerd door straatrellen en politieke disputen. Als de partij van Aznar de komende verkiezingen wint (de vorige keer scheelde het niet veel), dan zou hij aan invloed kunnen winnen. Maar zelfs als hij daarin slaagt, zal de Baskische kwestie niet verdwijnen.

Politici, journalisten, zakenlui, militairen en politiemensen zijn al het slachtoffer van het geweld geworden, en het pessimisme rukt op. Het wezenlijke probleem is dat er geen plausibele oplossing, politiek of militair, in zicht is. Noord-Ierland heeft het komende jaar reden tot hoop en een politiek plan om die in te vullen. Het Baskenland heeft geen van beide.

Bijna een halve eeuw nadat de beweging haar opwachting maakte, blijft de ETA Spanje verduisteren, zowel politiek als cultureel.

Juan Luis Cebrián is oprichter en uitgever van El País.

JUAN LUIS CEBRIÁN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content