Geuren des tijds

Tijdens tentoonstellingen over geuren duiken wel vaker parfumflacons en andere fraaie objecten op uit het olfactieve wereldje. De geuren zelf lijken soms een tweede plaats in te nemen. Dat wordt bij ‘De Geuren des tijds’, een expo over 168 jaar Guerlain, anders.

TEKST : VEERLE WINDELS

Het jonge meisje liep als een wervelwind over het podium. Ze droeg een jurk, genre New Look van Dior, met een behaaglijk decolleté. De zaal hoorde haar stem, die Franse gedichten prevelde. De zaal zag haar ook tijdens een kortfilmpje zitten op een dak aan de Champs-Elysées. Niet alleen is hun hoofdkwartier sinds jaren gevestigd aan de Champs-Elysées, ze noemen er dit keer zelfs een parfum naar. “Het is een parfum voor een nieuwe generatie”, klonk het door de microfoon, “we breken door naar de jeugd. Geen zwoele parfums meer, maar een frisse bloemige geur, voor elke dag, voor elk humeur.”

‘s Avonds, bij een kaarslicht-diner met zicht op de Champs Elysées, welden de vragen op : Waarom zet Guerlain de stap naar de toekomst op zo’n, haast ouwerwetse manier ? Waarom die jurk ? Die muziek ? Die gedichten ? De Belgische Guerlain-invoerder Jean-Louis Schöller moest toegeven : het was een andere geur dan we van Guerlain gewoon waren. En tussen de regels door kregen we te horen dat Jean-Paul Guerlain, de neus van het huis, er niet tevreden mee was. Daarom was hij zelfs niet op de lancering aanwezig. Hij had Champs-Elysées dan wel gecreëerd, zijn voorliefde ging naar een andere geur ietwat mystieker, oriëntaalser die door de huidige eigenaars van Guerlain, Louis Vuitton Moët Henessey (kortweg LVMH), niet was weerhouden…

Dat alles krijgen we niet te zien of te horen tijdens ‘De geuren des Tijds’, de expo die een heel aparte periode uit de parfumgeschiedenis belicht, nl. de Guerlain-dynastie, samen met Chanel en Patou één van de laatste huizen waar de parfums nog ambachtelijk worden gemaakt door een eigen parfumeur.

Als zoon

van een eenvoudige tinbewerker ging Pierre François Pascal Guerlain medicijnen en chemie studeren in Engeland. Hij leerde er ook de grondbeginselen van de parfumerie. En opende in 1828 een boetiekje aan de rue de Rivoli met Engelse toiletartikelen en eigen geurmengsels.

De successtory van de Guerlains begint tijdens het zogenaamde Second Empire (1852-1870), toen Napoleon III regeerde. Voor keizerin Eugénie creëerde Pierre François Pascal Guerlain L’eau de cologne impériale. Jaren later zal hij ook officiële huisleverancier worden van de koninginnen van Engeland, Roemenië en Spanje, de keizerin van Oostenrijk. Zijn zoon, Aimé Guerlain, zal evenwel voor een revolutie in de parfumwereld zorgen : in 1889 maakt hij Jicky, het eerste parfum dat samengesteld wordt op basis van synthetische bestanddelen. Jicky is trouwens het oudste parfum dat vandaag nog in de handel te koop is. Vandaar gaat het naar de Belle Epoque (met Après l’Ondée) en naar de Eerste Wereldoorlog (met l’Heure Bleue en Jasmiralda). Deze parfums zijn al ontwikkeld door Jaques Guerlain, die tijdens de Roaring Twenties ook Mitsouko ontwerpt, een parfum dat een ode brengt aan de gewaagde liefdesrelatie tussen een Brits officier en de mooie Japanse vrouw van zijn admiraal, Mitsouko. En dan is er Shalimar (in ’25) een oriëntaalse succesgeur die tot vandaag voor een groot deel van de omzet tekent. Tussen de twee wereldoorlogen in creëert Jaques Guerlain ook nog Sous le Vent en Vol de Nuit, en in de naoorlogse periode is er Fleur de Feu en Ode. Wat volgt is een ode aan de vrouwelijkheid : Chant d’arômes en vooral Chamade, dat alweer een schot in de roos blijkt te zijn. Dan krijgt Guerlain het moeilijk. De fakkel is intussen doorgegeven aan Jean-Paul Guerlain, de zesde generatie. Maar met Héritage en vooral Samsara maakt hij alles weer goed. Deze laatste geur is opgedragen aan een vrouw, maar de hele wereld wil Samsara omwille van de jasmijn en het sandelhout.

De expo

is opgedeeld in twaalf luiken, die geheel chronologisch door de Guerlain-geschiedenis lopen, maar jammer genoeg eindigen in ’94, bij Petit Guerlain. Deze reis in de tijd wordt uiteraard rijkelijk geïllustreerd met oude parfumflacons en publiciteitsmateriaal uit de betreffende periodes, maar er is ook een interactief gebeuren. We mogen tasten en vooral ruiken. En daar gaat het bij een parfum toch om.

De Geuren des Tijds loopt tot 20 oktober ’96, in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Jubelpark, Brussel. Open van 10 tot 17 uur. Gesloten op maandag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content